Geweld hoort echt nergens thuis

Mattias Gijsbertsen, directeur van het programma ‘Geweld hoort nergens thuis’

‘Huiselijk geweld en kindermishandeling laten een leven lang hun sporen na. Zorg je voor verbetering van het basale gevoel van veiligheid van mensen, dan zorg je ook voor levenslange verbetering op andere leefgebieden’, aldus Mattias Gijsbertsen, directeur van het programma ‘Geweld hoort nergens thuis’.

Tegelijkertijd is huiselijk geweld een complex vraagstuk dat alles en iedereen raakt. En iedereen kan een rol spelen in de oplossing. Daarbij is een goede samenwerking en afstemming van instanties, hulpverleners en andere betrokkenen cruciaal. Want wat werkt niet en wat werkt wel? Daar helpen wij regio’s en gemeenten bij.’

Risico

‘Wat nog te vaak gebeurt, is dat hulpverleners aan de slag gaan met allerlei risico’s in gezinnen met geweldsproblemen. Denk aan verslavingsproblemen en schulden. De acute veiligheid raakt uit beeld. Als iemand een alcoholverslaving heeft, dan is het risico op onveiligheid in dat huis groter en is het belangrijk om naar die verslaving te kijken. Maar we zien ook dat mensen verstarren als er geen veiligheid is. Ze zijn dan niet bij machte om met die verslaving aan de slag te gaan.’

Het lukt nu iets vaker om geweld te stoppen

Cirkel van geweld

Eerst kijken naar het acute gevaar, dat is de insteek van het programma. Pas daarna kun je kijken naar risicofactoren waaraan je werkt om structureel veiligheid te brengen. Gijsbertsen: ‘Wij proberen om die verschillende vraagstukken met elkaar in verband te brengen en te kijken hoe je daarin eerst het veiligheidsaspect kan tackelen. Daarmee creëren we ruimte om vervolgens met andere vraagstukken aan de slag te gaan. Daarbij kijken we ook naar de manier waarop mensen kunnen herstellen van trauma’s. Wat we vaak zien, is dat de cirkel van geweld zichzelf herhaalt. Dat willen we voorkomen.’

Geweld stopt

De programmadirecteur is hoopvol gestemd over de impact van het programma. ‘Eind vorig jaar verschenen de uitkomsten van een onderzoek naar gezinnen die anderhalf jaar zijn gevolgd na een melding bij Veilig Thuis. Zo’n onderzoek is een aantal jaren geleden ook gedaan in de vier grote gemeenten. Destijds bleek dat in al die gezinnen na anderhalf jaar tijd nog steeds sprake was van geweld. Nu zien we dat in 30 procent van die gezinnen het geweld gestopt is. Er is dus nog werk aan de winkel, maar het lukt ook vaker om geweld te stoppen. En dat heeft zeker te maken met wat we binnen het programma doen.’

Over het programma

Het landelijke programma ‘Geweld hoort nergens thuis’ richt zich sinds 2018 op het signaleren en stoppen van huiselijk geweld en kindermishandeling. En dat is hard nodig, want nog altijd krijgen meer dan een miljoen mensen gedurende een jaar te maken met huiselijk geweld, 800.000 mensen op structurele basis. Het programma ondersteunt lokale teams, politie, jeugdhulpverleners, GI’s en Veilig Thuis met kennis en concrete tools. Ook voor 2022 is hiervoor geld beschikbaar.