Een gezonde fysieke leefomgeving en de sociale basis
Een leefomgeving die de gezondheid én het welzijn van alle inwoners bevordert is een van de doelen van het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). De sociale basis speelt zich voor een groot deel af in de fysieke leefomgeving van inwoners en deze leefomgeving kan bijdragen aan het ontstaan van sociale verbanden. De fysieke inrichting van de leefomgeving vraagt om een domeinoverstijgende benadering. Zo zorg je dat voorzieningen bereikbaar blijven, de omgeving veilig aanvoelt, de omgeving voorbereid is op klimaatverandering en mensen zich uitgenodigd voelen om te bewegen en elkaar te ontmoeten. In dit artikel lees je wat we verstaan onder een gezonde fysieke leefomgeving en hoe je deze vorm kan geven.
Je eigen leefomgeving is van grote invloed op je dagelijks leven en functioneren. Iedereen wil in een omgeving wonen waar je je prettig en veilig voelt. Een gezonde leefomgeving gaat niet alleen om de fysieke inrichting zoals groen in de buurt, pleintjes of voldoende verlichting. Maar ook over klimaatbestendigheid en gezondheid, denk aan vragen als: is er voldoende beweegruimte en voldoende groen om hitte op te vangen? En is er sprake van geluidsoverlast of verontreinigende lucht? Daarnaast gaat de fysieke leefomgeving ook over de niet zichtbare verbanden die er zijn: voel je je prettig in je buurt en verbonden met de buurt en je buurtgenoten? Een goede fysieke inrichting van de leefomgeving draagt hieraan bij. Kun je bijvoorbeeld gemakkelijk bij winkels komen, en voel jij je veilig als je ’s avonds de hond uitlaat bij het groen? Een gezonde fysieke leefomgeving kan het versterken van de sociale basis helpen, maar een sterke sociale basis zorgt ook voor verbondenheid in en met de leefomgeving. Een gezonde fysieke leefomgeving en een sterke sociale basis gaan daarom hand in hand.
Gezondheid is niet gelijk verdeeld
Het is belangrijk om te realiseren dat er een ongelijkheid is in de leefomgevingen van inwoners. Mensen met een lagere sociaaleconomische positie wonen relatief vaker in een ongezonde fysieke leefomgeving. Zij wonen in een omgeving met slechtere luchtkwaliteit, minder groen, meer lawaai, minder voorzieningen en meer ongezond voedselaanbod. Mensen met een lager inkomen hebben vaak minder keuze in waar ze kunnen wonen en zijn veelal aangewezen op sociale huurwoningen. Die staan relatief vaker op ongezonde plaatsen (dichtbij een snelweg of een groot industrieterrein etc). Mensen met een hogere sociaaleconomische positie wonen relatief vaak in een omgeving waar er parken en sportmogelijkheden zijn, met minder of weinig lucht- en geluidsoverlast, meer voorzieningen en gezonder voedselaanbod.
Factsheet Leefomgeving en gezondheidsverschillen
Lees meer over hoe gezondheidsverschillen ontstaan en hoe je ze kunt aanpakken in de factsheet Leefomgeving en gezondheidsverschillen van Pharos. Hierin staat helder en uitgebreid omschreven hoe iemands individuele gezondheid wordt beïnvloed door de fysieke leefomgeving. Een must-read!
Daarnaast krijgen veel mensen met een lage sociaaleconomische positie vaker en éerder in hun leven te maken met gezondheidsproblemen (zowel fysiek als mentaal) (bron: Pharos). Gezondheid wordt bepaald door een combinatie van individuele persoonskenmerken, zoals of iemand wel of geen chronische ziekte heeft of iemands gewicht. Maar ook door de omstandigheden waarin diegene wordt geboren, opgroeit, woont en werkt. Dit laatste noemen we de sociale determinanten van gezondheid. Deze hangen vaak samen met de fysieke leefomgeving: de voorzieningen, luchtvervuiling en condities van woningen. Bovendien beïnvloeden het hebben van een slechtere gezondheid en de lagere sociaaleconomische positie elkaar. Een slechtere gezondheid kan het inkomen verminderen (want mensen kunnen minder werken), waardoor de mogelijkheid om te groeien in sociaaleconomische positie verkleind wordt. Dit in tegenstelling tot mensen met een hoge sociaaleconomische positie. Dit laat zien dat de fysieke leefomgeving grote gevolgen voor iemands gezondheid, maar ook levensomstandigheden kan hebben. Als beleidsmedewerker bij een gemeente is het daarom belangrijk om beleid af te stemmen op de verschillende wijken: elke wijk heeft namelijk andere inwoners die andere risico’s lopen met hun gezondheid. Dit kun je doen door gebiedsgericht te werken. Lees meer over gebiedsgericht werken in Aan de slag met een gebiedsgerichte uitvoering.
Elementen in de gezonde fysieke leefomgeving
Om nog beter te zien waar een gezonde leefomgeving uit bestaat zijn er zes samenhangende onderwerpen die een gedeelte van deze omgeving uitmaken. Je vindt ze in de Gids Gezonde Leefomgeving:
- Actieve mobiliteit gaat over het inrichten van de omgeving zodat bewegen, sporten en fietsen gemakkelijk en mogelijk is. Denk aan het inrichten van wandelpaden die stukken groen met elkaar verbinden. Maar ook aan goede toegang tot openbaar vervoer en duidelijke regels voor parkeren en autoverkeer. Daarbij is het belangrijk om aandacht te hebben voor veiligheid en valpreventie (CROW, 2015). Wanneer stoepen of fietspaden eigenlijk te smal zijn om je veilig te kunnen bewegen en je steeds moet uitwijken naar de rijweg, of wanneer er voor een oudere veel valrisico is, zal er minder sprake zijn van actieve mobiliteit.
- Groen in de leefomgeving gaat zowel over groen op straatniveau, als lokaal in jouw gemeente en regionaal. Op straatniveau hebben we het bijvoorbeeld over het aantal bomen en bloembakken, waarvoor ondergronds de ruimte moet zijn. Daarnaast zijn op wijk, stad en regionaal niveau, zogenaamde groenstructuren die het straatgroen verbinden met de parken en buitengebieden. Zo kunnen niet alleen mensen prettig wandelen en sporten, maar kunnen ook dieren zich veilig verplaatsen.
- Het is belangrijk om na te denken over de relatie tussen groen en water in de omgeving, omdat het een verkoelend effect heeft in hete zomers. Maar groen heeft ook een belangrijke functie in het opslaan van een teveel aan water. Bijvoorbeeld op groene daken, in parken en wadi’s of ondergronds. Zo zorg je ervoor dat de straat niet overstroomd wanneer er in korte tijd veel regen valt. De combinatie van groen en water is van belang vanwege bij de toenemende temperaturen en meer en heftigere regenval door de veranderingen in het klimaat.
- De voedselomgeving gaat over iedere plek waar je eten en drinken kunt kopen, nuttigen of waar je reclame voor eten ziet. Vaak worden mensen door de voedselomgeving verleidt tot te veel en te ongezond eten. Dit zorgt ervoor dat er steeds meer mensen overgewicht krijgen, waardoor zij meer risico lopen op een slechtere gezondheid. Als beleidsmaker heb jij invloed op de inrichting van de voedselomgeving die mensen helpt gezondere keuzes te maken.
- De luchtkwaliteit speelt een rol in een gezonde leefomgeving. Denk bijvoorbeeld aan de concentratie van fijnstof dat mensen ziek kan maken. Maar ook de invoering van rookvrije schoolpleinen heeft op kleine schaal te maken met luchtkwaliteit. Bij het laatste zien kinderen minder mensen roken, waardoor ze minder snel zelf gaan roken. Het Schone Lucht Akkoord biedt je handvatten als beleidsmedewerker bij een gemeenten.
- De energietransitie, waarbij de inzet gericht is op steeds meer duurzame energiebronnen dragen bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit. Omdat deze duurzame bronnen, zoals de zon of wind, weinig tot geen uitstoot kennen.
De fysieke inrichting van de gezonde leefomgeving die uitnodigt tot gezond fysiek en sociaal gedrag houdt rekening met (delen van) al deze aspecten.
Sociaal fitte wijken
Afgelopen jaren heeft Movisie via het project ‘sociaal fitte wijken’ onderzoek gedaan naar buurten waarin bewoners zich fysiek, mentaal en sociaal prettig voelen. Het onderzoek geeft inzichten in de gezonde leefomgeving van bewoners. Lees alle opbrengsten, voorbeelden en tools in het magazine Sociaal Fitte Wijken.
Aan de slag
Als beleidsmedewerker kun je gezondheid van inwoners beschermen, bevorderen en faciliteren. Dit vraag wel om duidelijk samenwerken met verschillende domeinen binnen de gemeente. Met name het ruimtelijk domein. Dat betekent dat je als beleidsmedewerker in bijvoorbeeld het sociaal domein zou moeten weten wanneer je in ruimtelijke projecten of processen het belang van bepaalde sociale of gezondheidsaspecten in kan brengen.
- Dat begint met allereerst het gesprek aangaan met je collega’s van het ruimtelijk domein. Denk aan beleidsmedewerkers verkeer en groen, maar ook aan de stedenbouwers en projectmanagers. Wat is hun opgave en belang? En hoe kun je jouw opgaven hieraan koppelen zodat ze beide versterkt worden?
- Het GALA en IZA zijn programma’s met landelijke en regionale afspraken en doelen. Deze zijn van invloed op andere domeinen. Zo moeten gemeenten zorgen voor de inzet van kennis over gezondheid bij hun besluitvorming over de fysieke leefomgeving. Op deze manier krijgt de gezonde fysieke leefomgeving een plek in gemeentelijke omgevingsplannen. Gemeenten kunnen hierbij gebruik maken van advies door de GGD. Hierin moeten gemeenten in ieder geval de aspecten verwerken die genoemd zijn in het position paper van de VNG ‘Samen werken aan de gezonde leefomgeving’. Daarnaast moeten gemeenten de mogelijkheid verkennen om bij het Schone Lucht Akkoord (SLA) aan te sluiten als dit niet al het geval is.
- Laat je informeren over de Omgevingswet en de instrumenten en ruimtelijke procedures waar je mee te maken krijg. Zo zorg je ervoor dat je makkelijker het gesprek kan aangaan met collega’s en je beter weet waar je ruimte ligt voor het invoegen van de gezonde leefomgeving. Een handige publicatie die je kunt gebruiken om jezelf te verdiepen is de Toolkit Omgevingswet. Zodat je ook zelf weet wanneer je het beste je informatie kan meegeven.
- Wordt er in je gemeente gewerkt aan een omgevingsvisie of omgevingsplan of is er een bouw- of ontwikkelingsplan? Kijk dan vanuit jouw expertise wat er nodig is om een sociale en gezonde fysieke leefomgeving te realiseren of de huidige te verbeteren. Wat heeft een (nieuwe) buurt nodig aan ontmoetingsplekken, buurtvoorzieningen of sportaccommodaties? Of weet je bijvoorbeeld dat er een gevoel van sociale onveiligheid speelt in een buurt? Ga over deze zaken in gesprek.
Het kijken over je eigen (sociaal) domein is niet altijd gemakkelijk. Daarom staat hieronder een aantal instrumenten om concreet aan de slag te gaan met een gezonde fysieke leefomgeving:
- Een van de manieren om dit concreet te doen is om aan een beweegvriendelijke omgeving (BVO) te werken. Deze BVO nodigt ook uit tot ontmoeting met het stappenplan van Kenniscentrum Sport & Bewegen. In negen stappen geef je met elkaar vorm aan een BVO.
- De Gids Gezonde Leefomgeving biedt kennis en aanpakken om gezondheid mee te nemen binnen het omgevingsbeleid.
- De GGD-GHOR heeft 10 kernwaarden voor een gezonde leefomgeving ontwikkeld voor gemeenten om intern, en met anderen, in gesprek te gaan over een gezonde leefomgeving. Denk aan een rookvrije omgeving, gezond gewicht, passend wonen en openbaar vervoer.
- Het Planbureau voor de leefomgeving biedt inzichten en adviezen aan gemeenten op basis van onderzoek naar de leefomgeving en leefomgevingsbeleid in Nederland en daarbuiten.
- Pharos heeft een kennisdossier over de gezonde leefomgeving, waarin instrumenten en handelingsperspectieven beschreven staan.
Sociale basis
De sociale basis is datgene wat er altijd al is. Het gaat om iemands sociale netwerk, om organisaties in de directe leefomgeving en de gemeenschap waarin mensen leven. Mantelzorgers zijn een belangrijke schakel in de sociale basis, omdat zij verschillende rollen vervullen. Zij zijn iemands naaste in het sociaal netwerk, maar vormen vaak ook een link met de zorg- of welzijnsorganisaties. Het doel van het GALA is om een beweging naar ‘de voorkant’ te maken waarin meer aandacht is voor preventief werken, onder anderen door een stevige sociale basis neer te zetten. Deze beweging kan voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken. Overbelaste mantelzorgers hebben zelf ook zorg en ondersteuning nodig op één of meerdere vlakken. Om op een manier die bij hen past te kunnen blijven zorgen voor hun naaste(n).
Lees en bekijk: Wat is de sociale basis precies?
Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)
Het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) is een akkoord dat is opgesteld tussen de rijksoverheden, gemeenten (VNG) en zorgverzekeraars. Het doel van het akkoord is het bereiken van een gezonde generatie in 2040. In het GALA worden verschillende thema’s en akkoorden aan elkaar verbonden. Met als doel een integrale visie en aanpak op die thema’s die bijdragen op het gebied van preventie, gezondheid en een stevige sociale basis.
Heb je vragen over het GALA en het maken van beleid rondom de sociale basis? Neem dan contact op met Roos Scherpenzeel (r.scherpenzeel@movisie.nl).