Een goed netwerk wordt steeds belangrijker

De coronacrisis en de kloof tussen arm en rijk

De coronacrisis vergroot de kloof tussen arm en rijk. En dan kan de stabiliteit van onze samenleving in gevaar komen. Dat stelt prof. dr. Ingrid Robeyns, hoogleraar Ethiek van instellingen aan de Universiteit Utrecht.

De coronacrisis is nog niet voorbij en dus wil filosoof en econoom Ingrid Robeyns voorzichtig spreken als ze de recente ontwikkelingen op sociaaleconomisch vlak duidt. ‘Het hangt ook af van welke dimensies van ongelijkheid je belicht. Maar de cijfers die er zijn, tonen aan dat de sociaaleconomische verschillen groeien. Lokaal, maar ook mondiaal.’

Piketty

Volgens Robeyns zijn daar verschillende bronnen voor, zoals het boek ‘Kapitaal in de 21e eeuw’ van Thomas Piketty uit 2013. In dat boek zijn nieuwe bronnen van data bijeengebracht. Een belangrijke constatering die Piketty doet, is dat sinds de jaren zeventig de afname van ongelijkheid tussen rijk en arm is gestopt en daarna zelfs toegenomen. In de hoofden van economen en sociale wetenschappers bestond lange tijd het beeld dat de ongelijkheid zou afnemen naarmate een samenleving zich sociaal ontwikkelt. Maar dat beeld klopt dus niet.’

In Nederland zit de
ongelijkheid meer in
vermogen dan in inkomen

Verschil in vermogen

‘Overigens verschilt dit per land’, zegt Robeyns. ‘In kapitalistische staten met zwakkere publieke voorzieningen, zoals de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, is de ongelijkheid groter dan bij ons. Bij ons zit het verschil meer in vermogen dan in inkomen. De dimensies van ongelijkheid bestaan bij ons niet alleen uit geld en koopkracht, maar ook uit zaken als risicospreiding. Bijvoorbeeld welke voorzieningen een gezin heeft om de tegenslagen op te vangen. De veerkracht van mensen is ongelijk verdeeld en wordt onder andere door hun vermogen bepaald. Kwetsbare mensen, zoals de kleine ondernemer wiens winkel tijdens de lockdown gesloten is, hebben doorgaans minder hulpbronnen om zich aan hun situatie te ontworstelen.’

Nulurencontract

Robeyns noemt deze coronacrisis een systeemshock die veroorzaakt dat arbeid onder druk komt te staan. ‘Mensen met een nulurencontract worden als eerste afgedankt terwijl kapitaalinvesteringen blijven renderen. Het is de klassieke tegenstelling tussen enerzijds mensen die hun inkomen enkel kunnen verwerven door arbeid en anderzijds mensen die inkomen krijgen uit investeringen.’ Robeyns deelt de analyse van Kim Putters, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau, in zijn boek ‘Veenbrand’. Hij stelt dat het eigenlijk best goed gaat met Nederland, veel mensen zijn tevreden, maar onder de oppervlakte zijn er smeulende kwesties, veenbranden.

Nieuwe ongelijkheid

‘Putters stelt dat er sprake is van een nieuw soort ongelijkheid. Hij maakt niet langer het traditionele onderscheid tussen ‘haves en have nots’, maar tussen ‘cans en cannots’, ofwel: mensen die meekunnen met de samenleving en mensen die dat niet kunnen. Een goed netwerk wordt steeds belangrijker om je zaakjes op orde te krijgen, bijvoorbeeld voor het vinden van een goede baan. Sociaal kapitaal, zoals sociologen dat noemen, is heel ongelijk verdeeld maar wordt niet in geld uitgedrukt. We moeten dus kijken naar een bredere vorm van welvaart: alles wat je kwaliteit van leven verhoogt, dus niet alleen naar geld en koopkracht. Als de sociaaleconomische verschillen te groot worden, komt de stabiliteit van de samenleving in gevaar. Maar zelfs als dit niet het geval is, moet je je afvragen: hebben we onze samenleving zo goed en eerlijk georganiseerd dat iedereen in staat wordt gesteld om het beste van hun leven te maken?’

Welvarende ouders

Een ander punt dat Putters aanhaalt, is de kwestie van onbetaald werk tijdens de coronacrisis. Robeyns: ‘Ongeveer de helft van het werk dat we doen, is onbetaald. Je hoort vaak dat bijvoorbeeld mantelzorgers of ouders van jonge kinderen tijdens de coronacrisis extra hard geraakt worden, zeker als de scholen sluiten. De eerste onderzoeksresultaten van onderwijswetenschappers wijzen uit dat alle kinderen door de lockdown achterstanden hebben opgelopen. Maar die achterstand is veel groter bij kinderen uit kansarmere gezinnen. Als de school geen laptops verschaft, of als je als ouders geen huis met meerdere kamers hebben, of als je de taal beperkt spreekt, dan lopen de kinderen extra achterstanden op door die sociaaleconomisch zwakke positie van hun ouders. Terwijl welvarende ouders van jonge kinderen bijvoorbeeld een student inhuren om het onderwijsniveau op peil te houden. Geld kan dus een verdedigingsmechanisme vormen tegen de problemen die een systeemcrisis met zich meebrengt.’

Sinds de coronacrisis zien veel
meer mensen het basisinkomen als oplossing

Basisinkomen

Een gezamenlijk probleem zoals de coronacrisis leidt doorgaans tot grotere solidariteit, merkt Robeyns. ‘Wat het bij corona echter complexer maakt, is dat er verschillend naar het probleem wordt gekeken. Er zijn groepen die het ontkennen of er een complot van de overheid achter zien. De rellen na de invoering van de avondklok leiden eerder tot versplintering dan tot solidariteit. Gelukkig zie ik, ook los van corona, een toenemende discussie over hoe we het welzijn in ons land eerlijker kunnen verdelen. Ik doe al 20 jaar onderzoek naar het basisinkomen en de aandacht daarvoor is door het boek van Rutger Bregman ('De meeste mensen deugen') enorm toegenomen. Maar sinds de coronacrisis wordt het door veel meer mensen als een mogelijke oplossing gezien. Mensen met een nulurencontract hebben dan een buffer en komen niet direct in de problemen. Voor de meest kwetsbare medeburgers zijn er voorzieningen als de bijstand. De vraag is of we deze voorzieningen op de best denkbare manier hebben georganiseerd, denk aan de toeslagenaffaire. Het is goed om verder te discussiëren over het basisinkomen.’

Amsterdam-Noord in actie

Massih Hutak is schrijver, columnist en muzikant. In 2019 richtte hij Verdedig Noord op, een collectief dat strijdt tegen de gentrificatie van Amsterdam-Noord. Gentrificatie gaat over de opwaardering van lagere inkomensbuurten. Aan het verfraaien van een wijk gaat verwaarlozing vooraf, liet hij januari 2021 optekenen in dagblad Trouw. ‘Wij bewoners blijven de huur betalen, die jaarlijks omhoog gaat, maar huizen worden niet opgeknapt omdat we economisch geen interessante groep zijn. (…) Overal worden kansarme bewoners – een vreselijke term – uit steden ‘verjaagd’. Dat is doelbewust beleid, een neoliberale tornado. Verdedig Noord is een groep mensen die vinden dat de stad een plek moet zijn voor iedereen. Een solidaire stad. (…) Ik wil nieuwe bewoners triggeren hun verantwoordelijkheid te nemen, zodat ze onderdeel worden van de oplossing. En dat begint met een ‘plicht’: kijk om je heen, verhoud je tot de plek waar je bent gaan wonen. Dat is ook wat ik moest doen toen ik een nieuwe Nederlander werd.’

Door: Wilfred Hermans
Foto: Roland Pierik