'Bij goedbedoelde adviezen gooit tienermoeder de deur dicht'

Wat werkt op TV?: Vier handen op één buik

In het programma 'Vier handen op één buik' helpen BN'ers tienermoeders tijdens hun zwangerschap, de bevalling en daarna. We vroegen aan de sociale professional: werkt deze aanpak?

In 'Vier handen op één buik' worden tienermoeders gekoppeld aan een bekende moeder. Zo komt Xandra Brood bij de 20-jarige Rosa om haar te helpen. Zangeres Monique Smit bezoekt de 19-jarige Joanna. De meiden zijn ongepland zwanger, leven van een bijstandsuitkering en gaan niet naar school.

Kijk afleveringen terug

Programma geeft stigmatiserend beeld

Zesay Plemp van Duiveland is jongerenwerker en coördinator van het Stedelijk Ontmoe-tingscentrum Jonge Ouders bij Wellzo in Leeuwarden.

‘In dit programma komt de doelgroep wel onder de aandacht. Die insteek is mooi en belangrijk. Maar voor mensen die niet werken met deze doelgroep geeft het een stigmatiserend beeld. Ook vraag ik me af hoe hulpverlenend het is. Na de aflevering met Joanna was er op social media en op tv grote ophef over het feit dat ze rookte tijdens haar zwangerschap. Dat verbaasde mij nogal. Be-grijp me goed: ik keur het niet goed. Maar het is een veelvoorkomend probleem en niet alleen bij tienermoeders.

Ze hebben geen schop onder hun kont nodig, maar een hand om vast te houden

Er werd gezegd: Monique Smit had strenger op moeten treden. En: zo’n meisje moet een schop onder haar kont krijgen. Maar dan onderschat je wat er in het leven van zo’n meisje gebeurt. Door het puberbrein kan zij de gevolgen van haar daden niet goed overzien. Iedereen zegt haar dat roken slecht is voor de baby. Dat hoort ze, dat beseft ze, maar ze weet niet wat het écht betekent. Je hebt te maken met een puber, een aankomende moeder en een verslaafde. Dat zijn drie doelgroepen in één. Je kunt haar niet dwingen, dan gaan de hakken in het zand en raak je uit contact. Je kunt haar wel begeleiden en sturen, maar uiteindelijk komt het aan op haar eigen motivatie.

De begeleiding van deze tienermoeders vraagt langer contact. Hun problemen worden niet zo-maar opgelost en zeker niet door een BN’er. In het ontmoetingscentrum begeleiden we tienermoe-ders door naast hen te staan, niet te oordelen of ons direct te bemoeien met de opvoeding. Zo win je vertrouwen en kun je lastige onderwerpen aanpakken. Je moet hun situatie niet onderschatten. Ze moeten veel alleen doen, want ze hebben meestal een heel klein netwerk om op te steunen. Ik zou niet in hun schoenen willen staan hoor! Maar ze doen het wél en er is veel liefde. Ik zeg heel vaak: 'Ik zou het op die leeftijd niet zo knap hebben gedaan.' Een positieve benadering is belangrijk. Vanaf de bank is het makkelijk oordelen. De deelnemers krijgen zoveel over zich heen, terwijl de wereld niet weet waar ze vandaan komen. Ze hebben geen schop onder hun kont nodig, maar een hand die ze kunnen vasthouden.’

Zesay geeft het programma  sterren.

‘Het is goed dat het er is, maar het zou inhoudelijk sterker kunnen.’

Training 'Tienerouders' voor professionals
Speciaal voor hulpverleners die in hun werk te maken hebben met tienermoeders en jonge ouders, organiseert Fiom de training Tienerouders. De training is geschikt voor professionals met ruime ervaring, maar zeker ook voor professionals die nog minder ervaren zijn.

Kwaliteit hangt af van BN'er

Tom Hendriks werkt bij Fiom, specialist bij ongeplande zwangerschap en afstammingsvra-gen. Hij werkt mee aan trainingen voor het begeleiden van keuzehulpgesprekken en de begeleiding van tienerouders.

‘Ik heb delen van dit programma vaker gezien. De kwaliteit van het programma hangt heel erg af van de wisselwerking tussen de moeder en de BN’er. Xandra Brood vond ik erg goed. Zij was bijna als een hulpverlener: betrokken, respectvol en kordaat. Ze liet achterwege wat zij persoonlijk van de problemen van Rosa vond, zette haar in haar eigen kracht, gaf veel positieve respons, wist haar steeds te motiveren om de problemen aan te pakken. Monique Smit reageerde nogal eens vanuit haar eigen perspectief. Haar tienermoeder rookte tijdens de zwangerschap, dat vond ze echt niet kunnen; ze moest meteen stoppen. Wat je vaak ziet bij dit soort goedbedoelde adviezen is dat de tienermoeder de deur dicht gooit. Ik denk dat het beter werkt wanneer je erkent dat het moeilijk is te stoppen, dat het een verslaving is en dan manieren aanreikt waardoor ze kan stoppen of minderen.

Het puberbrein is in ontwikkeling waardoor ze de gevolgen van hun daden niet goed kunnen overzien.

Wat je in het programma ziet en wat ik in de praktijk ook zie, is de groei van een meisje dat haar problemen niet goed overziet naar een jonge vrouw die kracht ontleent aan haar moederschap. Jon-ge vrouwen van deze leeftijd zitten midden in hun identiteitsontwikkeling; ze ontdekken grenzen, gaan uit, krijgen hun eerste liefde. Het puberbrein is in ontwikkeling waardoor ze de gevolgen van hun daden niet goed kunnen overzien. Dat maakt dat ze meer risico lopen op een ongeplande zwan-gerschap. Eenmaal zwanger worden ze geparachuteerd naar een leven in het gareel, waarin ze er onvoorwaardelijk voor hun kind moeten zijn. Het is voor professionals heel belangrijk om zich van die spagaat bewust te zijn.

Positief en opbouwend blijven, is heel belangrijk. Wat beoogt het programma? Natuurlijk ook kijkcijfers en daarom moet er wel iets spetterends gebeuren. Maar wanneer je alleen maar jonge moeders met extreme verhalen laat zien, kan dat stigmatiserend werken. Toch kan het ook het effect hebben dat jonge meiden zien dat er heel wat bij het moederschap komt kijken.'

Tom geeft het programma  sterren.

‘Het programma wordt beter of slechter, afhankelijk van welke BN’er er bij betrokken is en hoe de wisselwerking met de jonge moeder is.’

Eindoordeel:

Wat werkt nu écht op TV?
In de rubriek 'Wat werkt op TV?' bespreken sociale professionals tv-programma’s waarin een hulp-vraag of een sociaal probleem wordt behandeld. Eerder in deze rubriek: ‘Het is hier geen hotel’, ‘Danny zoekt problemen’, ‘Family Island’, 'Anita wordt opgenomen', 'Dubbeltje op zijn kant' en The Amsterdam Project. Deze reeks is een samenwerking tussen Movisie en Zorg + Welzijn. De artikelen in deze reeks worden geschreven door Alexandra Sweers.