Gouden kansen voor samenwerking tussen eerstelijnszorg en welzijn

Zo doen ze het in Amsterdam

Het staat al lang hoog op de agenda: een soepele en duurzame samenwerking tussen de eerstelijnszorg en het sociaal werk. En dat blijkt best lastig, maar in Amsterdam zijn ze goed op weg. Riet Kemp en Anne-Marieke van der Veldt van 1ste Lijn Amsterdam schetsen de kansen.

Er komt momenteel van alles op het bordje van een huisarts. Vanuit de tweede lijn gaat er zorg naar de eerste lijn. Daarnaast zijn er bezuinigingen in de ggz en de langdurige zorg waardoor meer mensen terug komen in de wijk. Tegelijk heeft elke huisarts te maken met de wijkzorgnetwerken en met de informele zorg. ‘Huisartsen zijn zich er steeds meer van bewust dat ze andere partijen nodig hebben om de zorg goed te organiseren’, vertelt adviseur Riet Kemp. ‘Maar ze zijn niet opgeleid om op hun handen te gaan zitten en vragen te stellen. Ze denken overwegend in tien minuten terwijl niet alles in tien minuten op te lossen is.’

‘Wij stimuleren huisartsen om gebruik te maken van hulp uit het sociale domein. Ze hoeven niet alles zelf te doen.’

Verbindingen

Vanuit 1ste Lijn Amsterdam worden huisartsen gestimuleerd om meer contact te maken met andere partijen zoals welzijnsorganisaties. ‘Wij willen een goed werkende eerstelijnszorg in Amsterdam zodat mensen snel goede zorg op de juiste plaats krijgen,’ legt collega-adviseur Anne-Marieke van der Veldt uit. ‘Wij proberen huisartsen zover te krijgen dat ze hun attitude veranderen en gebruikmaken van hulp vanuit het sociale domein. Ze hoeven niet alles zelf te doen.’

Wijksafari

Een voorbeeld is de wijksafari die het AOF – een fonds voor huisartsenzorg in achterstandswijken – samen met de kwartiermaker wijkzorg en 1ste Lijn Amsterdam een tijdje terug organiseerde in de Amsterdamse wijk Slotervaart. ‘Met huisartsen en praktijkondersteuners zijn we op de fiets door hun wijk gegaan en hebben we allerlei voorzieningen laten zien. Het Huis van de Wijk, HVO-Querido… Hoe moeilijk kan het zijn? Er ging een wereld voor ze open. Ze hadden geen idee wat er allemaal mogelijk is, letterlijk bij hen om de hoek.’

Wat werkt goed bij samenwerken en verwijzen?

  • Professionals die vertrouwen hebben in elkaar en elkaars meerwaarde kennen. Dit moet opgebouwd worden en groeien in de tijd.
  • Gebruikmaken van een eenvoudige werkwijze.
  • Een aantrekkelijk aanbod van het sociaal werk waar naar verwezen kan worden.
  • Afstemmen en terugkoppelen over de verwijzing.

Meer lezen? Bekijk Medisch en sociaal verbonden.

Welzijnscoach

Nog een voorbeeld: in meerdere wijken in Amsterdam wordt gewerkt met ‘Welzijn op recept’, een concept waarbij de huisarts patiënten met psychosociale problemen verwijst naar een welzijnscoach. Van der Veldt: ‘Met bestuurders van organisaties voor maatschappelijke dienstverlening en de gemeente overleggen we momenteel hierover. Wat is er nodig om ‘Welzijn op recept’ structureel in te voeren? Tegelijk zijn we op wijkniveau concreet aan de slag met wijkzorgnetwerken.’

‘Het cultuurverschil is groot: huisartsen zijn opgeleid om snel een probleem op te lossen. Dat betekent dat je als sociale professional puntig moet zijn in je communicatie.'

Perfect

Kemp vindt de welzijnscoach perfect om verbindingen te maken tussen de eerste lijn en de informele zorg. ‘Het werkt zo. De huisarts verwijst een patiënt naar de welzijnscoach. Die belt de patiënt en zegt dat de huisarts gevraagd heeft om samen op zoek te gaan naar een oplossing voor het probleem. Als de huisarts het zegt, doen mensen dat sneller. Vervolgens koppelt de coach terug aan de huisarts wat er is gebeurd.’

Advies

De twee adviseren sociale professionals om de samenwerking met de eerste lijn actief op te zoeken. ‘Verdiep je in de werkwijze van een huisarts. Ik merk soms irritaties of onzekerheid bij sociale professionals die met huisartsen willen samenwerken. Ze hebben geen tijd, ze gaan niet op uitnodigingen in, ze lijken gehaast. Het cultuurverschil is groot. Huisartsen zijn opgeleid om snel een probleem op te lossen. Ze nemen niet altijd de tijd om uitgebreid te overleggen. Dat betekent dat je puntig en concreet moet zijn in je communicatie. Vraag eenvoudigweg aan een huisarts: waarmee kan ik je helpen? En krijg je de huisarts niet te pakken, probeer het dan via de assistent of praktijkondersteuner.’

Dit is een bewerking van een artikel dat eerder verscheen in onze relatiekrant MOVISIES. Ook bij u in de bus? Meld u gratis aan.