Groot Europees onderzoek: LHBTI-emancipatie nog lang niet voltooid

In 2012 voerde het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA) het eerste grote onderzoek uit naar de ervaringen van LHBT-personen in de Europese Unie. In 2019 herhaalde FRA dit onderzoek. Maar nu werden er intersekse personen aan toegevoegd en werd de minimumleeftijd verlaagd van 18 naar 15 jaar; het werd het grootste onderzoek ooit naar de ervaringen van LHBTI-personen wereldwijd. Vandaag kwam het rapport van dit onderzoek uit. De resultaten stemmen niet erg positief: de situatie is ten opzichte van 2012 nog niet echt verbeterd.

Op een aantal punten is een voorzichtige vooruitgang te zien, maar voor het overgrote deel van de LHBTI’s in de EU zijn discriminatie, uitsluiting en pesten aan de orde van de dag. Zo gaf meer dan de helft van de respondenten (58%) aan zich in de afgelopen vijf jaar geïntimideerd te hebben gevoeld op het werk, op straat, in het openbaar vervoer, in een winkel of op internet. Een op de drie respondenten gaf aan vaak of altijd bepaalde plekken te mijden uit angst aangevallen, bedreigd of lastiggevallen te worden. De helft van de respondenten is nooit of zelden open over hun LHBTI-zijn.

Het aantal LHBTI’s dat zich gediscrimineerd voelde in het jaar voorafgaand aan het onderzoek is gestegen van 37% in 2012 naar 43% in 2019. Vooral voor transgender personen is die stijging nog groter: van 43% in 2012 naar 60% in 2019. Het aantal respondenten dat niet hand in hand durft te lopen met hun partner is ongeveer gelijk gebleven met 60%.

Interactieve tool onderzoeksresultaten

FRA doet voornamelijk onderzoek om Europese instellingen, nationale regeringen en het maatschappelijk middenveld cijfers te geven die de basis zijn voor beleid. Maar de cijfers kunnen ook gebruikt worden door gemeenten en kleinere organisaties om duidelijk te maken wat de situatie is, ook in vergelijking met andere landen. Op de website van FRA is een handige interactieve tool beschikbaar, die het mogelijk maakt per onderzoeksvraag te filteren op de uitkomst. Dat kan per LHBTI-groep, per leeftijdscategorie en/of per land. Ook kan er gefilterd worden op de woonplaats: in een grote of kleine stad, een dorp of landelijk gebied.

Het (Engelstalige) rapport met de belangrijkste resultaten is gratis te downloaden op de site.

Enorme verschillen tussen landen

De resultaten zijn gemiddelden voor heel Europa, maar de verschillen tussen landen zijn enorm. Zo ervaren LHBTI’s in landen als Polen, Kroatië, Bulgarije, Letland, Servië en Noord Macedonië in veel situaties discriminatie, intimidatie of zelfs geweld, terwijl landen als Zweden, Luxemburg, Malta, Denemarken, Finland samen met Nederland bij veel vragen als relatief LHBTI-vriendelijk naar voren komen.

Situatie in Nederland

3.914 Nederlandse LHBTI’s deden aan het onderzoek mee. Zij antwoorden positief op de vraag of ze denken dat hun regering effectief vooroordelen en intolerantie aanpakt: 59% zegt het daar absoluut of grotendeels mee eens te zijn. Nederland is ook het land waarin de meeste respondenten zeggen altijd of meestal open te zijn over hun LHBTI-zijn: 66%. 18% zegt (bijna) nooit open te zijn. Ter vergelijking: onderaan de lijst staat Letland: daar is 16% meestal of altijd open over hun LHBTI-zijn en 60% (bijna) nooit. Toch loopt Nederland niet met alles voorop: 57% van de Nederlandse respondenten geeft aan altijd of vaak hand in hand te lopen, tegen een Europees gemiddelde van 61%.

Ruim een derde (35%) van de Nederlandse respondenten geeft aan gediscrimineerd te zijn

Als het gaat om het slachtoffer worden van fysiek of seksueel geweld in de vijf jaar voorafgaand aan het onderzoek, dan komen de cijfers voor Nederland overeen met het Europese gemiddelde van 11%. Ook op het gebied van intimidatie loopt Nederland gelijk op met het Europese gemiddelde: 38% van de respondenten werd een keer of vaker geïntimideerd in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek. Het gaat dan om beledigende opmerkingen of gebaren, bedreigingen met geweld, gevolgd worden of lastig gevallen worden via sociale media.

Vooruitgang of niet?

Dat er nog veel misgaat door heel Europa, wordt duidelijk uit het onderzoek. Nederland scoort op sommige gebieden gemiddeld, maar dat wil niet zeggen dat alles perfect is. Zo geeft ruim een derde (35%) van de Nederlandse respondenten aan gediscrimineerd te zijn op acht verschillende gebieden in het afgelopen jaar. Bijvoorbeeld op het werk, bij het zoeken naar een huis, in de gezondheidszorg, in een winkel, café of restaurant, of bij het tonen van een identiteitsbewijs. Dit ligt weliswaar onder het Europese gemiddelde van 43%, maar dit is nog steeds een hoog aantal.

Ook al loopt Nederland voorop als het gaat om het doen van aangifte bij de politie van het meest recente incident van fysiek of seksueel geweld in de afgelopen vijf jaar, het aantal van 22% is nog steeds het topje van de ijsberg. Opvallend is dat de landen waar de politie expliciet aandacht heeft voor LHBTI’s en waar een inclusieve manier van werken de norm is, de aangiftebereidheid het hoogste is (naast Nederland in Zweden, België, Denemarken).