Hoe complex is de overgang van Wmo naar Wlz?
En tips voor onafhankelijke cliëntondersteuners
Onafhankelijke cliëntondersteuners proberen hun cliënten op alle levensterreinen te ondersteunen. Gemeenten bieden onafhankelijke cliëntondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Bij toenemende zorgbehoefte kan het nodig zijn om te kijken naar zorgaanbod vanuit de Wet langdurende zorg (Wlz), in plaats van de Wmo. Deze overgang kan nogal ingewikkeld zijn. Hoe ga je hier het beste mee om?
De Wlz regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening. De overgang van zorg en ondersteuning vanuit de Wmo naar de Wlz kan uitdagend zijn, door de verschillen in(complexe) wet- en regelgeving. MEE De Meent Groep heeft hierover diverse trainingen ontwikkeld. We spreken hierover met Ilse Op de Laak (programmamanager MEE Academie), Maarten van den Broek (senior projectleider Movisie, voorheen projectleider koploperprojecten en onafhankelijke cliëntondersteuner) en Theo Schonenberg (onafhankelijke cliëntondersteuner en expert Wlz).
Verplichte training
Ilse: ‘Eén van onze trainingen gaat over het snijvlak van Wmo en Wlz. We vinden de kennis over de Wlz zo belangrijk dat al onze medewerkers de training moeten volgen. We zien veel casussen waar de overgang van Wmo naar Wlz speelt met daarbij allerlei lastige afwegingen.’ Maarten: ‘De professionals zijn allemaal hbo-geschoolde mensen, maar het is ook voor hen complex. En dat kan behoorlijke gevolgen hebben voor de burger.’
Theo vult aan: ‘Wij worden wekelijks geconfronteerd met burgers die vragen hebben. En ook voor professionals is het ingewikkeld als je er niet dagelijks mee te maken hebt. Het is van belang dat de professional - die de Wlz aanvraag doet - op de hoogte is van alle ontwikkelingen en veranderingen in de Wlz, want de criteria worden steeds iets bijgesteld. Met een goede en volledige aanvraag voorkom je ook bezwaren richting het CIZ.’
Het zou mooi zijn als gemeenten transparant communiceren: dan snappen inwoners het ook beter
Ervaring
Theo vindt het belangrijk dat de professional die de aanvraag doet, veel ervaring heeft. ‘Je moet een aantal keer per jaar een Wlz-aanvraag begeleiden om er goed in thuis te zijn. Maarten: ‘Elke toegangsprofessional moet enige kennis hebben van de Wlz en zou moeten kunnen signaleren of een Wlz-indicatie in de desbetreffende situatie een mogelijkheid kan zijn. En bij twijfel een specialist erbij betrekken om te beoordelen of de vermoedens gegrond zijn en een Wlz indicatie passend is.’
Casussen uit de praktijk
In de trainingen van de MEE Academie wordt gewerkt met casussen uit de praktijk. Dat maakt goed duidelijk wat de gevolgen kunnen zijn voor de betrokkenen. Ilse: ‘We werken daarvoor bijvoorbeeld met een ervaringsdeskundige. Zo’n casus helpt enorm om alles duidelijker te maken.’ Maarten: ‘Werken met casussen kan echt helpen, het wordt duidelijk hoe ingewikkeld het kan zijn. En je kunt daardoor van tevoren kijken waar je goed op moet letten bij een Wlz-aanvraag.’
Casus 1: Komt een inwoner met beginnende dementie in aanmerking voor Wlz?
Situatie
Gemeente vraagt aan MEE te beoordelen of een inwoner met beginnende dementie in aanmerking komt voor Wlz. Zo ja, dan moet deze inwoner geïnformeerd worden over de Wlz en de overgang vanuit Wmo naar Wlz.
Werkwijze
Tijdens een huisbezoek, altijd in aanwezigheid van een mantelzorger, brengen we de situatie/voorgeschiedenis in kaart (anamnese). We stellen vragen als:
- Welke diagnose is er? Wanneer is deze gesteld en door wie?
- Welke beperkingen en mogelijkheden zijn er?
- Welke professionals zijn er betrokken/ingezet?
- Wat gebeurt er als het ‘systeem’ rondom de cliënt wegvalt? Hoe functioneert de cliënt dan?
Op basis van bovenstaande inventarisatie en een risico-inventarisatie maken we een inschatting of een cliënt wel of niet in aanmerking komt voor een Wlz-indicatie. Als dat nu of in de toekomst het geval is, dan informeren we de cliënt altijd over verschillende onderwerpen die een rol spelen. We beantwoorden vragen zoals: ‘Moet ik mijn eigen huis opeten?’, ‘Betaal ik veel eigen bijdrage?’ en ‘Wat heb ik zelf of mijn naaste nog te zeggen over mijn zorg als ik in de Wlz zit?’. We informeren de cliënt onder andere over:
- Wat van invloed is op de hoogte van de eigen bijdrage in de Wlz (denk aan jaarinkomen, eigen vermogen). Bijvoorbeeld: bij een Wlz-indicatie met zorg thuis en een inkomen van € 40.000, zonder eigen vermogen, is de eigen bijdrage rond de € 96,- per maand. Bij een inkomen van € 30.000 is de eigen bijdrage ongeveer € 30,- per maand;
- Wat het verschil is tussen zorg en ondersteuning vanuit de Zvw en Wmo ten opzichte van de Wlz. Zo heeft een cliënt in de Wlz meer regie (vrijheid) over de verdeling van de zorg. Bijvoorbeeld: uitleg over meer keuzevrijheid in de Wlz over welke zorg en het aantal uren dat men wil inkopen, neemt vaak een dilemma weg. Met een Wlz-indicatie kan een cliënt zelf in overleg met de zorgaanbieder aangeven hoeveel uur hij wenst voor het schoonmaken van de woning. Binnen de Wlz zijn mogelijkheden flexibel middels Zorg in natura (ZIN), modulair pakket thuis (MPT), volledig pakket thuis (VPT), persoonsgebonden budget (PGB). Een Wlz-indicatie betekent niet automatisch een verpleeghuisopname. Zolang het verantwoord is kan een cliënt ook thuis blijven wonen;
- Wat zorgval is en hoe dit kan worden voorkomen als iemand in aanmerking komt voor Wlz. Eventuele oplossingen daarvoor zijn o.a.: Extra kosten thuis aanvraag, Meerzorg aanvraag, eigen middelen (aftrekbaar als zijnde zorgkosten).;
- Verdere informatie, te vinden op de website van de Rijksoverheid, de brochure Veilig financieel ouder worden van de Nederlandse Vereniging van Banken en het ministerie van VWS en de eigen bijdrage rekenhulp van het CAK. In overleg met de cliënt kan de Wmo-medewerker ook betrokken worden bij het gesprek zodat er kennisoverdracht kan plaatsvinden over wat een overgang Wmo naar de Wlz kan betekenen voor de cliënt. Als er daadwerkelijk een aanvraag voor de Wlz wordt gedaan, volgt hierop beoordeling door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Op de website van het CIZ is veel informatie te vinden en kan ook een eerste Wlz-check worden gedaan om een indruk te krijgen of iemand in aanmerking komt voor de Wlz.
Conclusie
Gedegen informatie vooraf geeft duidelijkheid over vragen waar cliënten vaak mee worstelen. Door vooraf de huidige situatie en de voor- en nadelen van een Wlz-indicatie goed in beeld te brengen, kan de cliënt een weloverwogen keus maken. En eventueel regelen wat nodig is om zonder extra zorgen zorg en begeleiding/ondersteuning vanuit de Wlz te ontvangen.
Bron: Theo Schonenberg, MEE De Meent Groep
Casus 2: Is de Wlz als voorliggende voorziening altijd het beste?
Situatie
Een jong gezin met vader, moeder en drie kinderen (twee basisschool, één middelbare school). Eén van de ouders heeft de progressieve spierziekte ALS. Het gezin heeft een woning met hypotheek en beide ouders hebben een eigen inkomen. Het gezin krijgt nu ondersteuning/ zorg vanuit de Zvw en Wmo. In overleg met het gezin vraagt de gemeente MEE om te beoordelen of in deze situatie een aanvraag Wlz mogelijk is.
Werkwijze
De onafhankelijk cliëntondersteuner onderzoekt de huidige situatie van dit gezin en maakt de gevolgen zichtbaar voor het gezin. De Wlz is voorliggend aan de Wmo. Daarom moet gemeente kijken of een burger aanspraak kan maken op Wlz. Echter, of een aanvraag Wlz passender is dan ondersteuning/zorg vanuit de Wmo en Zvw moet blijken uit onderzoek. Wlz kan namelijk, door de hoogte van eigen bijdrage, ook leiden tot aanvullende problemen voor burger én gemeente.
In de Zvw geldt geen eigen bijdrage. De vaste eigen bijdrage voor ondersteuning vanuit de Wmo is nu € 21,- per maand. De verhoging van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage Wmo staat gepland per 1 januari 2027.De eigen bijdrage Wlz wordt berekend op basis van het eigen inkomen van 2 of 1 jaar terug. Stel dat het verzameld inkomen van dit gezin € 70.000,- is en er geen grondslag sparen en beleggen is. Dan is de eigen bijdrage +/- € 430,- per maand. Bij opname in een verpleeghuis is de eigen bijdrage in deze situatie +/- € 667,- per maand.
Mogelijke gevolgen overgang Wlz
- Terugval in inkomen (niet kunnen werken door ziekte en mogelijk minder werken of uitval door partner i.v.m. mantelzorg). Hoogte eigen bijdrage wordt echter berekend op inkomen van 1 of 2 jaar geleden.
- De hypotheeklasten komen onder druk te staan.
- Druk op gezin door ziekte, financiële lasten en gevolgen voor woonsituatie (verkopen eigen huis?).
- Door spanningen mogelijk toename overbelasting van partner (mantelzorger) én kinderen (jonge mantelzorgers).
- Op het moment dat er sprake is van overbelasting partner en/of kinderen, huisvestings- en financiële problemen, doet dit gezin een beroep op de gemeente.
Indien hulpverleners en de gemeente Wlz adviseren aan dit gezin en bovenstaande situatie is van toepassing, dan adviseert de onafhankelijke cliëntondersteuner om met de gemeente (Wmo) en zorgverzekeraar (Zvw) om tafel te gaan. De onafhankelijke cliëntondersteuner ondersteunt hierbij. De situatie, de risico’s en mogelijke prognose worden open besproken. Met als doel dat de gemeente en zorgverzekeraar (financiers) zicht krijgen op de gevolgen van eventuele besluiten die genomen gaan worden. Financiers kunnen dan beter beoordelen of zij willen aansturen op Wlz (voorliggend) of anders besluiten.
Conclusie
Vraag nooit Wlz aan zonder de situatie en de gevolgen duidelijk in kaart te brengen en te bespreken met alle betrokken partijen. Een Wlz-aanvraag kan ook negatieve gevolgen hebben voor zowel de burger als de gemeente.
Bron: Theo Schonenberg, MEE De Meent Groep
Financiële consequenties
Theo onderstreept het belang van goede voorlichting aan infwoners voordat de overstap naar Wlz wordt gemaakt. ‘Veel inwoners horen via de gemeente dat Wlz een optie kan zijn, maar de vraag is of de gemeente dit goed kan beoordelen en tevens de burger goed kan voorlichten over de consequenties. De inwoner weet het zelf meestal ook niet goed, maar denkt dat het aantrekkelijk is om zo’n indicatie te krijgen. Ik adviseer om de situatie van de betrokkenen goed in kaart te brengen. Het is belangrijk om hierin ook de financiële consequenties mee te nemen. Veel inwoners zijn daar niet goed van op de hoogte en kunnen voor onaangename verrassingen komen te staan. En als zij eenmaal een Wlz hebben gekregen is er geen mogelijkheid meer om toch terug te keren naar zorg en ondersteuning vanuit de Wmo.’
Eigen bijdrage Wmo en Wlz
De eigen bijdrage kan sterk verschillen en is afhankelijk van het inkomen en vermogen van de inwoner. Voor Wmo ondersteuning is het maximaal €21,- per maand. Bij een Wlz-indicatie met zorg thuis en een inkomen van € 30.000 is de eigen bijdrage ongeveer € 50. Bij een (gezamenlijk) inkomen van € 70.000 kan de bijdrage zelfs oplopen tot €400,- per maand. Voor de eigen bijdrage wordt verwezen naar de rekenhulp van het CAK. Theo: ‘Die rekentool is alleen te ingewikkeld, als je één vinkje verkeerd zet komt er al een fout bedrag uit. Je moet wel wat kennis hebben om ‘m goed in te vullen. Ik adviseer om hem in te vullen met een medewerker van het CAK, die kan je telefonisch begeleiden.’
Waarom wil iemand zorg vanuit de Wlz?
Theo zegt vaak als eerste te vragen naar de reden voor een Wlz-aanvraag. Als dit vanuit de gemeente komt vraagt hij goed door omdat gemeenten mogelijk onvoldoende kennis hebben van ziektebeelden en ziekteverloop. Ze denken soms ten onrechte dat een Wlz-indicatie nodig is. Dit zien onafhankelijke cliëntondersteuners regelmatig. Ook kondigt de gemeente soms aan om Wmo-ondersteuning te stoppen, verwijzend naar de Wlz. Theo vindt dit zorgelijk omdat het veel druk op burgers legt (zonder goede achtergrondinformatie), die hierdoor vaak in paniek raken.
Kennisuitwisseling
Het is Theo’s doel om inwoners en gemeente goed met elkaar in contact te brengen. ‘Ik kan de problematiek van de burger goed vertalen naar de gemeente. En dan is de gemeente vaak heel welwillend om mee te denken. We geven ook onafhankelijke kennis aan de gemeente. Wij hebben als onafhankelijke cliëntondersteuner de taak om over en weer kennis over te dragen. Wmo-medewerkers hebben vaak maar een beperkte medische kennis. Die hebben bijvoorbeeld weleens van ‘borderline’ gehoord, maar weten onvoldoende wat dat betekent in het dagelijks leven en wat de triggers zijn bij zo’n ziektebeeld.’
Informatievoorziening cliëntondersteuning
Theo tipt gemeenten om duidelijker naar inwoners te communiceren wat onafhankelijke cliëntondersteuning is en wat het kan brengen. ‘Soms staat er in een brief dat de inwoner een beroep kan doen op onafhankelijke cliëntondersteuning. De inwoner snapt dan meestal nog steeds niet wat dat is en welke meerwaarde het kan hebben. Investeer op die informatievoorziening, daar valt of staat het mee.’ Maarten herkent dit: ‘Enkele gemeenten communiceren wel op taalniveau B. Sommige burgers voelen zich dan te kinderachtig behandeld. Het zou mooi zijn als gemeenten transparant en duidelijk communiceren. Daardoor snappen de burgers het ook beter.’
Tips voor onafhankelijke cliëntondersteuning
Hoe kun je als onafhankelijke cliëntondersteuner omgaan met de overgang van de Wmo naar de Wlz?
- Maak gebruik van trainingsaanbod, bijvoorbeeld via MEE de Meent Groep
- Zorg dat er altijd een derde bij het gesprek met de inwoner is (familie, naasten).
- Verzamel in het gesprek met de inwoner alle gegevens om te bepalen of iemand in aanmerking komt voor de Wlz.
- Kijk of de huidige ondersteuning bij de Wlz past en of het ook daar gefinancierd kan worden (Zorg In Natura (ZIN), Modulair Pakket Thuis (MPT), Persoonsgebonden Budget (PGB)
- Leg de inwoner uit wat verschillen zijn tussen de Wmo en Wlz. Er zitten voordelen aan, zoals meer eigen regie, maar er zijn ook nadelen, zoals een hogere eigen bijdrage.
- Informeer over financiële consequenties (denk aan eigen bijdrage CAK, eigen woning, inkomen, vermogen).
- Geef de inwoner alle informatie en de mogelijkheid zelf een keuze te maken. Eenmaal gekozen voor Wlz kun je in principe niet meer terug.
- Heb je zelf deze kennis niet in huis? Schakel dan vanaf het begin een Wlz-expert in of raadpleeg een gespecialiseerde collega. Denk niet te snel dat de overgang naar de Wlz eenvoudig is, realiseer je dat het complex is en dat er grote consequenties kunnen zijn voor de burger.
- Heeft u hulp of zorg nodig, maar weet u niet waar te beginnen? Of loopt u vast bij het regelen van ondersteuning? U kunt gratis hulp krijgen van een onafhankelijke cliëntondersteuner. Lees hier verder.
- Met de Wegwijzer langdurende zorg thuis krijg je inzicht in de verschillen en overeenkomsten tussen de leveringsvormen binnen de Wlz: VPT, MPT en PGB. Je vindt er informatie over toegang tot de zorg, de woonsituatie, over wie de zorg levert, welzijn, toezicht en medische verantwoordelijkheid.
Kijk voor meer informatie op Cliëntondersteuning | Onderwerp | Regelhulp - Ministerie van VWS.