Hoe ga je om met personen die voor ernstige overlast zorgen?

Denkvermogen + doenvermogen

Movisie volgde afgelopen jaar enkele interventieprofessionals die werken met personen die ernstige overlast geven. Wat blijkt? Zij hebben een manier gevonden om contact met hen te maken en oplossingen te vinden, zelfs als de politie niet meer weet wat ze met deze mensen aan moeten. Wie zijn deze interventieprofessionals en wat is hun aanpak?

Kort gezegd: interventieprofessionals hebben doenvermogen in huis. En daarmee onderscheiden ze zich van de professionals die vooral denkvermogen hebben. Wat deze laatste groep betreft: er is veel kennis over wat werkt bij ernstig overlastgevende mensen. We weten ook welke contextuele factoren daarbij belangrijk zijn. En we weten dat een sterke sociale basis nodig is om mensen in een kwetsbare positie duurzaam verder te helpen. Maar weten is nog geen doen, stelt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in een gelijknamig rapport (2017). Naast denkvermogen is doenvermogen belangrijk. En dat geldt zowel voor de mensen die aan de hoge eisen van onze participatiesamenleving moeten voldoen, als voor de professionals en de omstanders die hen daarbij ondersteunen. 

Aanpak

Interventieprofessionals zijn professionals die goed kunnen inschatten wat voor de ander werkelijk van betekenis is. Hun aanpak begint met het winnen van het vertrouwen van betrokkene. Een interventieprofessional zegt hierover: ‘Ik heb 850 dossiers behandeld. Ik heb nog nooit meegemaakt dat ik niet binnenkwam. Daar is vooral veel geduld voor nodig. Meestal gaat het om mensen die uit handen willen blijven van de politie of justitie. Ze zijn teleurgesteld in de hulpverlening en ze zijn ook anti gemeenten.’

Niet doen of niets doen?

Een interventieprofessional is sfeergevoelig en in staat de juiste timing te hanteren. Soms is iets níet doen belangrijker dan iets wel doen, niet te verwarren met niets doen. En als ze wel iets doen, dan sluit dat aan op wat de betrokkene zelf het meest belangrijk vindt. Vaak gaat dat om praktische zaken, zoals een woning, een stageplaats of een schuldsanering. Of, zoals laatst bij een volledig ontspoorde jongen in een grote stad die in de drillrapp-scene terechtkwam: om het regelen van een afspraak met zijn idool. Altijd is de interventieprofessional verbazingwekkend goed in staat om out of the box te denken.

Twee voorbeelden

Een jonge man van 25 heeft problemen met het hanteren van verdriet, boosheid en teleurstelling. Als vluchteling kwam hij met zijn vader, moeder en oudere broer naar Nederland. Nu laat hij zich niets door een ander zeggen en toont verbaal en fysiek agressief gedrag. Hij slaat zijn vriendin terwijl zij in verwachting is. Hij gebruikt verslavende middelen en zorgt in toenemende mate voor escalaties in de buurt. Achteraf heeft hij geen spijt en lijkt hij zijn eigen gedrag niet te zien.

Een vrouw is regelmatig psychotisch. De politie krijgt voor de 13e keer een melding binnen waarbij zij extreem huiselijk geweld vermoeden. Het slachtoffer is haar man. De buren vertellen dat er ‘s nachts veel gegild wordt en dat de man regelmatig in de bosjes of achter een schutting wordt teruggevonden. Hij wil en kan niet meer terug naar huis. 

Kickboksschool

De interventieprofessional laat het niet bij een eenmalige oplossing. Dat een individueel probleem wordt opgelost, helpt omstanders om er weer in te geloven. Zelfs als er jarenlange overlast is geweest en niemand meer bereid is om een hand uit te steken. Ze betrekken de familie, sportscholen, sportverenigingen, buren en jongeren op straat erbij. Ze werken samen met sleutelfiguren in de wijk, zoals de wijkagent, de voorzitter van de moskee, de eigenaar van een kickboksschool, een bezoekbroeder van de kerk en de portier die in het weekend het plein beveiligt. Het duo Mindert en Reinier noemt dat: operationeel relatiebeheer.

Succes

Na een jaar hadden slechts 5 van de 47 overlastgevende gezinnen nog aandacht nodig

Daarmee lukte het bijvoorbeeld om in een gemeente in het midden van het land 47 ernstig overlastgevende gezinnen te helpen. Nadat 2 interventieprofessionals een jaar lang waren ingezet, hadden nog slechts 5 van deze gezinnen extra individuele aandacht nodig. De andere gezinnen waren in staat om met hulp van hun sociale omgeving weer naar vermogen mee te doen aan de samenleving. 

Steeds minder dossiers

Gemeenten die interventieprofessionals inzetten, beginnen doorgaans met een veelheid aan dossiers. Vaak is dat, zoals het bovenstaande illustreert, een kwestie van opruimen. Door de persoonsgerichte aanpak en de betrokkenheid van het sociale netwerk komen de mensen meestal niet meer terug in draaideursituaties. En dat ziet een gemeente terug in de cijfers. Zo begonnen de interventieprofessionals in een middelgrote gemeente met 142 aanmeldingen in 2017 en 172 in 2018. In 2019 liep dit aantal terug naar 110 en in 2020 naar 80. 

Op basis van de lokale ervaringen in zowel kleinere gemeenten als grotere steden is de interventieaanpak nodig in circa 0,5% van het aantal inwoners. De interventieprofessionals beginnen gewoon bij wat op hun pad komt. Na verloop van tijd hebben ze de meest kwetsbare mensen in beeld, samen met het netwerk in de wijk.

Welke interventieprofessionals?

Afgelopen jaar volgden experts van Movisie de volgende interventieprofessionals:

  • een GGD-medewerker uit het interventieteam Gelderland Zuid
  • een reclasseringswerker uit Utrecht Overvecht
  • een specialist persoonsgerichte aanpak uit Dronten
  • het duo Mindert en Reinier, associate members van Movisie
    Dit duo wordt in diverse Nederlandse gemeenten ingezet bij complexe problematiek op het snijvlak van sociaal domein en veiligheidsdomein.