Hoe werken gemeenten zonder Lokale Inclusie Agenda aan de inclusie van mensen met een beperking?
Mensen met een beperking hebben volgens het VN-verdrag Handicap recht op gelijke deelname aan de samenleving. Sinds 2016 zijn gemeenten wettelijk verplicht een Lokale Inclusie Agenda (LIA) op te stellen. Maar veel gemeenten hebben dat nog niet. Wat doen deze gemeenten zonder LIA wel aan inclusie van mensen met een beperking?
Movisie en de VNG onderzochten in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Onderwijs (VWS) wat gemeenten doen die nog geen Lokale Inclusie Agenda hebben. De VNG stuurde de vragenlijst naar 166 gemeenten zonder Lokale Inclusie Agenda. 40 gemeenten vulden de vragenlijst in: 32 compleet en 8 gedeeltelijk. Movisie analyseerde de antwoorden. Onder deze gemeenten blijken grote verschillen te bestaan in hoever zij zijn met het inclusiebeleid. De meeste gemeenten betrekken ervaringsdeskundigen ‘een beetje’. Ervaringsdeskundigen geven dan vooral advies, met name over fysieke toegankelijkheid. Voor de gemeenten blijkt het grootste knelpunt de benodigde uitvoeringscapaciteit te zijn. Daarnaast hebben ze vooral behoefte aan inhoudelijke ondersteuning met voorbeelden.
Dat veel gemeenten nog niet de verplichte Lokale Inclusie Agenda hebben, bleek uit eerder onderzoek van Movisie en de VNG. In dit beleidsplan moeten gemeenten aangeven hoe zij de inclusie van inwoners met een beperking willen bevorderen. Gemeenten moeten dit plan maken en uitvoeren samen met de inwoners om wie het gaat, dus samen met mensen met een beperking. Flitspeilingen brachten in kaart hoe ver gemeenten zijn met de implementatie van het VN-verdrag Handicap en wat gemeenten doen die een Lokale Inclusie Agenda uitvoeren. Ondanks dat veel gemeenten geen verplichte LIA hebben, willen we wel graag weten wat zij doen. In dit artikel lichten we toe wat er uit het onderzoek naar deze gemeenten naar voren kwam.
Resultaten van het onderzoek
In hoeverre betrekken de 40 gemeenten mensen met een beperking bij de beleidsvorming?
Helemaal niet | 6 |
Een beetje | 19 |
Redelijk veel | 13 |
Heel veel | 2 |
Totaal | 40 |
Zes gemeenten betrekken mensen met een beperking helemaal niet bij de beleidsvorming. Wel benoemen deze gemeenten dat er overlegmomenten zijn met initiatieven die zich inzetten voor mensen met een beperking. Of ze zitten in de beginfase van het ontwikkelen van een inclusiebeleid en betrekken mensen met een beperking pas in een latere fase. Eén gemeente geeft aan dat zij niet geprobeerd heeft om mensen met een beperking te betrekken. Van de 34 gemeenten die mensen met een beperking wel betrekken geven 19 gemeenten aan dat ‘een beetje’ te doen. 13 gemeenten betrekken ervaringsdeskundigen ‘redelijk veel’. Slechts twee gemeenten geven aan mensen met een beperking ‘heel veel’ te betrekken.
Gemeenten betrekken mensen met een beperking op verschillende manieren bij de beleidsvorming. Twee derde van de 34 gemeenten die deze vraag hebben ingevuld vraagt hen zo nodig om advies. Bij de helft van de gemeenten geven mensen met een beperking op eigen initiatief advies. Bij een derde van de gemeenten gaan ervaringsdeskundigen met ambtenaren of wethouders op locatiebezoek en is er een structureel overlegmoment. Slechts in één gemeente is een persoon met een beperking ook werkzaam bij de gemeente als ervaringsdeskundige. Gemeenten betrekken even vaak individuele personen met een beperking als iemand van een belangenorganisatie voor mensen met een beperking. Alleen in drie gemeenten zijn het in de meerderheid personen met dezelfde soort beperking. Eén gemeente geeft aan dat er geregeld nieuwe mensen bij de groep komen.
Welke onderwerpen dragen mensen met een beperking aan?
Fysieke toegankelijkheid van straten, winkels, horeca en parken | 21 |
Verbeteren toegankelijkheid van websites en apps | 14 |
Toegankelijk sporten | 9 |
Toegankelijke toiletten | 9 |
Toegankelijk stemmen | 8 |
Aanbod van toegankelijke woningen | 8 |
Samen spelen van kinderen met en zonder beperking | 6 |
Toegankelijke cultuur en uitgaansmogelijkheden | 5 |
Inclusief onderwijs | 5 |
Bejegening van mensen met een beperking | 5 |
Discriminatie op de arbeidsmarkt | 3 |
Anders, namelijk... | 8 |
Het vaakst noemen de 34 respondenten de fysieke toegankelijkheid van de openbare ruimte en het verbeteren van de toegankelijkheid van websites en apps. Deze onderwerpen worden aangedragen door betrokken inwoners met een beperking. Ongeveer een kwart van de mensen met een beperking kaart de toegankelijkheid van openbare toiletten, sporten, woningen en stemmen aan. Gemeenten geven aan in de toelichting dat het ook gaat over het ontwikkelen van inclusief beleid algemeen en inwonersparticipatie in de brede zin.
In welke fase bevinden gemeenten zich bij het implementeren van het VN-verdrag Handicap?
Verkennende fase; onderzoek naar wat de officiële goedkeuring betekent voor het beleid van de gemeente | 11 |
Concreet bezig met de ontwikkeling van een Lokale Inclusie Agenda | 10 |
Onderzocht wat de officiële goedkeuring voor gevolgen moet hebben voor beleid; in beeld in hoeverre de gemeente al voldoet aan de vereisten van het verdrag en de gemeente nog moet doen | 9 |
Niet bezig met de implementatie van het VN-verdrag Handicap | 4 |
Gemeente heeft een Lokale Inclusie Agenda | 0 |
Totaal | 34 |
10 gemeenten geven aan dat zij inmiddels de Lokale Inclusie Agenda ontwikkelen. De overige 24 gemeenten zijn nog niet bezig met de implementatie of zitten in de verkennende fase. Vier gemeenten zijn helemaal niet bezig met de implementatie van het VN-verdrag Handicap. Een gemeente maakt wel gebruik van een Participatieraad Sociaal Domein en van het advies van maatschappelijke partners. Een andere gemeente heeft het thema inclusie op de maatschappelijke agenda staan en organiseerde een sessie met inwoners er uitvoerende professionals over wat nodig is om de gemeente inclusief te maken voor alle inwoners. Een gemeente maakt geen Agenda, maar neemt inclusie gemeentebreed als uitgangspunt mee.
11 gemeenten verkennen nog wat het VN-verdrag betekent voor het beleid van de gemeente. Sommige gemeenten hebben inmiddels middelen beschikbaar gemaakt en hebben mensen aangenomen om hiermee aan de slag te gaan. Andere hebben inclusie anders verankerd in het sociaal beleid. Ze hebben het bijvoorbeeld opgenomen in beleidsnota’s en uitvoeringsprogramma’s op deelterreinen, of in subsidieregels. Een andere gemeente is bezig met het delen van kennis over het VN-verdrag Handicap en het belang van het betrekken van ervaringsdeskundigen. Negen gemeenten hebben in beeld in hoeverre zij voldoen aan de vereisten van het VN-verdrag Handicap en wat zij nog moeten ondernemen om een LIA te kunnen implementeren. Zij hebben een eerste inventarisatie gedaan of werken een concept Agenda uit. Andere gemeenten hebben geen specifieke beleidslijn voor inclusie, maar nemen de uitgangspunten van het verdrag wel mee in verschillende andere beleidslijnen.
Welke knelpunten ervaren gemeenten?
Niet |
In kleine mate |
In grote mate |
|
Benodigde uitvoeringscapaciteit | 5 | 9 | 18 |
Onduidelijkheid over wat volgens het verdrag wettelijk verplicht c.q. mogelijk is | 12 | 14 | 6 |
Het betrekken van andere stakeholders t.b.v. de implementatie van het verdrag buiten de gemeentelijke organisatie (bedrijven, scholen, verenigingen etc.) | 18 | 9 | 5 |
Politiek/bestuurlijk draagvlak ontbreekt of heeft geen prioriteit | 20 | 8 | 4 |
Praktische onuitvoerbaarheid van bepaalde maatregelen | 19 | 11 | 2 |
Het is lastig om ervaringsdeskundigen en belangenorganisaties te betrekken | 18 | 12 | 2 |
Conflicterende regelgeving | 26 | 5 | 1 |
Benodigde kennis en/of competenties | 12 | 19 | 1 |
Anders, namelijk... | 28 | 1 | 3 |
De 32 respondenten noemen het vaakst de beschikbaarheid van de benodigde uitvoeringscapaciteit als knelpunt. 27 gemeenten lopen hier tegenaan. Voor meer dan de helft is dit een groot knelpunt. Zij hebben beperkte capaciteit om het verdrag goed uit werken in een concrete uitvoeringsagenda, die geïmplementeerd en gemonitord moet worden. Of zij hebben onvoldoende fte ervoor vrijgemaakt of hebben te weinig financiële middelen. Belangrijk om op te merken: in de eerdere flitspeilingen onder alle gemeenten was de benodigde uitvoeringscapaciteit ook steeds het meest genoemde knelpunt.
Andere knelpunten zijn onduidelijkheid over wat volgens het verdrag wettelijk verplicht is, een gebrek aan de benodigde kennis en/of competenties en dat het lastig is om ervaringsdeskundigen en belangenorganisaties te betrekken. De meeste gemeenten die dit ervaren als knelpunt, doen dat in kleine mate. Conflicterende regelgeving wordt weinig als knelpunt genoemd. 20 gemeenten noemen ook het ontbreken van een breed draagvlak. Zij geven aan dat de implementatie van het VN-verdrag Handicap vaak geen prioriteit heeft.
Welke ondersteuning hebben gemeenten nodig?
- Inhoudelijk
Gemeenten vragen vooral om algemene voorbeelden, zoals een uitwerking van een Lokale Inclusie Agenda, kaders voor de invulling en specifieke voorbeelden van invulling op verschillende beleidsterreinen. Driekwart van de gemeenten wil deze ondersteuning. Minder gemeenten vragen om uitleg over het in kaart brengen van de huidige situatie en over wat het verdrag precies betekent voor een gemeente. Slechts drie gemeenten willen geen ondersteuning op inhoud. Gemeenten hebben vooral behoefte aan voorbeelden uit andere gemeenten met een Lokale Inclusie Agenda zodat zij die kunnen gebruiken voor hun eigen beleid. Kleine gemeenten vragen specifiek om voorbeelden uit andere kleine gemeenten. - Procesmatig
Gemeenten vragen vooral om methoden om lokale belangenbehartigers, vertegenwoordigende organisaties en ervaringsdeskundige inwoners te betrekken. Daarnaast vragen vijf gemeenten ook om methoden om de gemeenteraad te betrekken. Elf gemeenten hebben geen behoefte aan procesmatige ondersteuning. Een behoefte die ook speelt is het vergroten van draagvlak, zowel binnen de gemeente als onder inwoners. - Vorm
In welke vorm ontvangen gemeenten het liefst ondersteuning? Zij vragen vooral om kennisproducten in de vorm van factsheets, rapportages of handreikingen en om een website met nieuws, voorbeelden en instrumenten. Daarnaast willen zij regionale bijeenkomsten gericht op leren en uitwisselen met andere gemeenten en advies op maat voor de eigen gemeente. Aan de ene kant willen gemeenten dus meer kennis over de implementatie met voorbeelden vanuit andere gemeenten, en aan de andere kant uitwisseling van kennis tussen gemeenten onderling.