‘Als hulpverlener moet ik mijn cliënten soms een spiegel voorhouden’
In gesprek met Chris de Hoogh, ambulant werker bij Esdégé-Reigersdaal en bemoeizorger OGGZ
Chris de Hoogh (50) heeft een bijzondere dubbelrol in de zorg. Hij werkt als ambulant begeleider bij Esdégé-Reigersdaal – LOEK HAL, waar hij wekelijks bij cliënten thuis ondersteuning biedt. Daarnaast is hij actief als bemoeizorger in een pilotteam voor mensen die zorg mijden. Twee werelden, één doel: contact maken en vertrouwen opbouwen. ‘Soms moet ik iemand verleiden tot hulp, soms een spiegel voorhouden.’
‘Ik heb sinds kort een dubbelfunctie,’ vertelt De Hoogh. ‘Ik ben bij Esdégé-Reigersdaal ambulant werker en kom heel veel bij mensen thuis. Dat zijn mensen met een verstandelijke beperking, van licht verstandelijke beperkingen (lvb) tot ernstiger problemen. Daarnaast ben ik sinds dit jaar gedetacheerd en werk ik voor een beperkt aantal uur in het pas opgezette pilotteam bemoeizorg voor een gevarieerde groep van mensen met veel oggz-problemen: dakloos, middelengebruik, lvb, ggz-problematiek en vaak in aanraking met de politie.’
Wat maakt ambulant werken zo aantrekkelijk?
‘Bijzonder vind ik het contact met de mensen. Ik kom wekelijks anderhalf uur bij mensen thuis en kan dan alle aandacht geven aan die persoon. Dat is heel persoonlijk en heel gefocust. Je hoeft je aandacht niet te verdelen over meerdere mensen in een groep, je bent er op dat moment alleen voor die persoon. En je kan dan heel gericht aan de slag gaan met bepaalde hulpvragen. Dat is overigens wel anders dan bij bemoeizorg; daar moet je eerst goed zicht zien te krijgen op de situatie die zich voordoet en kijken of iemand je toelaat. Bij Esdegé-Reigersdaal heb ik vaste afspraken en kijken mensen uit naar mijn komst. Bij het bemoeizorgteam heb ik te maken met mensen die hulpverleners juist vaak mijden. Daar is het de kunst om mensen eerst te ‘verleiden’ tot zorg. En dan pas kan je kijken wat er nodig is.’
Help je mee? Vul deze enquête in over outreachend werken
Outreachend of ambulant werken is aan een opmars bezig. Met outreachend werken bedoelen wij dat je je eigen organisatiegebouw uitgaat, actief mensen opzoekt in hun leefomgeving en hen daar ondersteuning biedt. Dat kan op straat, in het buurthuis, de gevangenis of bij iemand thuis.
Er zijn veel verschillende vormen van outreachtend werken. Welke zijn dat? Wat doe je dan als sociaal professional, waar loop je tegenaan en waar liggen kansen voor verdere ontwikkeling? Movisie, perMens en Fontys Hogeschool onderzoeken dit om sociaal professionals beter te kunnen ondersteunen. Doe je ook mee aan deze enquête? Dat helpt ons om een goed beeld te krijgen. De resultaten verschijnen in het najaar. Het invullen van de enquête kost je 10 minuten en kan tot en met 15 juni 2025.
Is er veel verschil tussen jouw beide banen?
'Ja, het is beslist anders. Als ambulant begeleider bij Esdegé-Reigersdaal werk ik vrij solistisch. Ik ga zelfstandig op huisbezoek en de voorspelbaarheid is groter. Als bemoeizorger werk ik juist veel samen: met mijn collega’s van het pilotteam maar ook met allerlei samenwerkingspartners. Denk hierbij aan de woningbouw, politie, ouderenzorg en de gemeente. Het onvoorspelbare en het dynamische, dat geeft mij veel energie. Het is echt heel bijzonder werk en je moet voortdurend alert zijn en inspelen op onverwachte dingen die zich voordoen.’
Is het ambulante werk bij Esdegé-Reigersdaal gemakkelijker?
‘Dat zou ik zo niet zeggen. Je moet je er sterk bewust van zijn dat je bij mensen thuiskomt, in hun privéleven. Op een gegeven moment word je voor cliënten die je al een aantal jaar kent een zeer vertrouwd gezicht. Dan kan het zijn dat ze je steeds meer als een vriend gaan beschouwen. Dat is soms ingewikkeld, want je moet je rol als professional voor ogen houden. Als hulpverlener moet ik mijn cliënten soms ook confronteren met bepaalde dingen, een spiegel voor ogen houden. Dat vraagt timing.
Waar ik ook rekening mee moet houden als ik bij mensen thuiskom is het systeem eromheen. Een gesprek voeren is soms lastig wanneer partners of kinderen er voortdurend bij zitten. Het voordeel is dat ik dan goed zicht krijg op de dynamiek in het gezin en dat je goed kan observeren. Het nadeel kan zijn dat iemand zich niet vrij voelt om je te spreken. Wanneer ik dat merk, dan probeer ik af te spreken op kantoor. Maar die drempel is voor cliënten soms te hoog.’
Heb je tips om professioneel te werken als ambulant werker?
‘Ambulant werken vraagt veel flexibiliteit. Je moet in staat zijn om solistisch te werken en je realiseren dat je je collega’s maar een paar keer per week treft. Dat betekent dat je goed in staat moet zijn om je eigen agenda te bewaken. Het vraagt ook van je dat je aanvoelt wanneer je zelf coaching nodig hebt of wanneer het verstandig is om te sparren met je collega’s. Het is belangrijk om niet te lang door te modderen als het niet lekker loopt met een bepaalde cliënt en dit tijdig te bespreken. Dat is ook professioneel werken.’
‘Ambulant werken is heel volwassen werk. Je maakt veel mee, ook heftige situaties. In dat soort situaties moet ik soms echt even schakelen voordat ik weer bij de volgende client langs ga. Maar diegene verwacht mij wel dus ik kan niet direct even spuien bij een andere collega. In een werksetting op een vaste locatie werk je meestal in teamverband. Dat geeft veel nabijheid en juist dat is voor beginnende professionals erg belangrijk. Ook daar maak je allerlei situaties mee, maar de context is heel anders. Ik vind ambulant werken heel bijzonder werk en het is fijn als je daarin kan groeien.’
Foto: portretfoto van Chris