‘Ik gun professionals de tijd en ruimte om met een afstand naar hun werk te kijken’

Het jubileumdebat van de Werkplaatsen Sociaal Domein op 22 november 2018 gaat over de sociale idealen van gemeenten en hoe deze wel of niet worden waargemaakt. Hoe werken gemeenten hierin samen met professionals, onderzoekers en inwoners? En wie heeft welke rol? Bert Wienen, één van de sprekers, geeft alvast zijn visie op dit thema.

Thumbnail

Bert Wienen is onderzoeker bij Hogeschool Windesheim, raadslid in de gemeente Assen én lid van de VNG bestuurscommissie Zorg, Jeugd en Onderwijs. Op 22 november vertelt hij hoe hij deze rollen invult bij het werken en leren in de lokale praktijk, hoe ze elkaar versterken, maar soms ook tegenwerken.

Kun je een voorbeeld geven van een ideaal dat binnen ‘jouw’ gemeente wordt waargemaakt?

‘In de gemeente Assen willen we voorkomen dat jongeren te snel worden verwezen naar de jeugdhulp. Om deze reden zijn nu in de huisartsenpraktijken praktijkondersteuners werkzaam die een achtergrond hebben in een jeugdhulpinstelling (POH-Jeugd). De hulp blijft zo dicht bij de eigen context. De praktijkondersteuners kijken wat de rol kan zijn van het eigen netwerk, er is contact met de ouders en ook de school wordt betrokken. Een goed initiatief, maar wat ik er vooral mooi aan vind, is dat deze praktijkontwikkeling direct wordt getoetst. Zo zijn praktijk en onderzoek vanaf het begin aan elkaar verbonden.’

Lees het verslag van het jubileumdebat

Het debat De sociale idealen van gemeenten vond plaats op 22 november van 14.00 tot 17.00 uur in de Geertekerk in Utrecht. Het werd georganiseerd door de Werkplaatsen Sociaal Domein: regionale samenwerkingsverbanden van hogescholen en lectoraten, zorg- en welzijnsorganisaties en gemeenten. Lees het verslag

Zijn jouw ervaringen met het samenwerken tussen verschillende partijen altijd zo positief?

‘Vanuit mijn rol als onderzoeker merk ik dat het niet altijd gemakkelijk is om een goede samenwerking tot stand te brengen bij het werken en leren in de praktijk. Docenten en professionals voelen niet altijd de tijd en ruimte om aan een onderzoek mee te werken. Ze worden geleid door de waan van de dag. En ze zien soms ook het belang er niet van in. Dit heeft met beeldvorming te maken, professionals ervaren onderzoekers soms als ‘lastig’. Binnen de Werkplaats Sociaal Domein gaat de samenwerking meer vanzelf, omdat er al werkende onderzoek wordt gedaan. De onderzoeker participeert in het werkproces en de professional in het onderzoeksproces. Hierdoor hebben professionals meteen baat bij de resultaten en is het onderzoek zelf eigenlijk ook een interventie.’

'Binnen de Werkplaats Sociaal Domein participeert de onderzoeker in het werkproces en de professional in het onderzoeksproces'

Waar blijkt de meerwaarde van de Werkplaatsen Sociaal Domein nog meer uit?

‘Dit kan ik nog illustreren aan de hand van een voorbeeld van een onderzoek binnen de Werkplaats Sociaal Domein Zwolle naar netwerkondersteuning in de wijken. Professionals en onderzoekers van Hogeschool Viaa werkten samen in casuïstiek onderzoek en ook de gemeente keek mee. Tijdens het onderzoek werden professionals voortdurend bevraagd op wat ze deden en waarom ze voor bepaalde stappen kozen. Mooi om te zien dat de professionals elkaar deze vragen nog steeds stellen en dat het onderdeel is geworden van de manier van werken. Dat vind ik sterk.’

Jij werkt vanuit verschillende rollen, hoe ga je hier in de praktijk mee om?

‘Ik ervaar vooral voordelen, mede doordat ik mij zowel in mijn werk als onderzoeker als in mijn rol als bestuurslid van de VNG bezighoud met thema’s rondom de jeugdhulp en het onderwijs. Ik krijg met dezelfde vraagstukken te maken, maar kan het steeds vanuit een ander perspectief benaderen en steeds het belang van onderzoek benadrukken. Ik merk wel dat professionals of aanbieders soms denken dat ik een bepaald belang heb bij de uitkomst van een onderzoek waar ik aan mee werk. Omdat ik ook andere petten op heb en onderzoek soms gebruikt wordt om politieke standpunten te onderbouwen. Maar zolang ik eerlijk en duidelijk ben en dit onderwerp onderdeel van gesprek maak, ervaar ik dit niet als een groot probleem.’

'Onderzoek verklaart niet alleen, maar bepaalt voor een deel ook de werkelijkheid'

Wat levert het jubileumdebat op 22 november volgens jou op?

‘Ik hoop dat wethouders en ambtenaren meer aandacht hebben voor onderzoek binnen het sociaal domein. Daarnaast zie ik graag dat onderzoekers meer inzicht krijgen in de belangen die gemeenten hebben bij de resultaten van onderzoek om op die manier alle veranderingen in het sociaal domein zo goed mogelijk te laten verlopen. Uiteindelijk is dat waar de inwoners van de gemeenten, jongeren en kinderen ook recht op hebben. Ook hoop ik dat er meer bewustwording ontstaat van het feit dat onderzoek niet alleen verklaart, maar voor een deel ook de werkelijkheid bepaalt. Onderzoek bepaalt wat we met elkaar belangrijk vinden, waar het geld naartoe gaat en in zekere zin ook of de verandering tot stand komt. Het blijft in onderzoek altijd belangrijk om je eerst af te vragen: ‘wat tellen we nu eigenlijk?’. Want achter een definitie zitten altijd ook aannames en redeneringen. Ik hoop dat het gesprek tussen beleidsmakers en onderzoekers hierover steeds meer tot stand komt. Feiten weerspiegelen geen werkelijkheid, maar worden bepaald door de voorafgaande redeneringen. Tot slot hoop ik dat dit debat het belang van de betrokkenheid van professionals bij onderzoek laat inzien. Ik gun hen de tijd en ruimte om met een afstand naar hun werk te kunnen kijken. Om zo bij te dragen aan de verbetering van hun vak.’