'Ik was aan het verwilderen als een zwerfkat'

Roxanne (22) was een tijdlang dakloos. Ze leidde een zwervend bestaan in het buitenland en was verslaafd aan alcohol. Een verhaal over hoe onmachtig je je kunt voelen en wat je dan doet om te overleven.

De vraag ‘hoe ben je dakloos geraakt?’, laat zich niet in een paar zinnen beantwoorden, zegt Roxanne. Ze is inmiddels 22 en aan haar dakloosheid ging een opeenstapeling van problemen vooraf. Ze beschrijft in een nauwgezet relaas hoe ze steeds dieper in de ellende wegzakte. Roxanne heeft autisme, adhd en een steeds terugkerende depressie.

Thuis

De omstandigheden waarin ze opgroeide waren, zacht uitgedrukt, verre van ideaal. Haar moeder, die lijdt aan een bipolaire stoornis, scheidde van haar vader en verhuisde samen met Roxanne en haar zus vele keren, waaronder naar het buitenland. Roxanne: ‘Het maakte dat ik het gevoel kreeg nergens op te kunnen rekenen, me nergens aan kon binden.’

Al die verhuizingen waren voor mij funest

Haar eigen gevoelens en problemen stopte ze aanvankelijk weg. ‘Ik dacht, mijn moeder kan het niet aan als ík hulp vraag. Ik wilde haar niet extra belasten. Mijn zusje had ook al veel problemen, dat kostte mijn moeder al veel energie.’ Toch manifesteerden haar emotionele problemen zich op den duur. Op de middelbare school vereenzaamde ze, kreeg ze depressies en angsten en de hulp bleek niet toereikend.

Friesland

‘Mijn moeder verhuisde weer, naar Friesland, waar ik niemand kende. Ik ben toen bij mijn oma gaan wonen. Op de middelbare school lukte het niet om vrienden te maken. Ik was zwaar depressief, had mentale klachten die zó heftig waren dat ik op mijn vijftiende helemaal van school moest. Ik voelde me zo machteloos, ik had het idee dat iedereen tegen me was. Dat niemand me geloofde. Ook de psychiater niet.’
 
Roxanne ging op een gegeven moment beschermd wonen in een stad die ze niet kende. ‘Ik lag alleen maar in m’n bed. Niets lukte. Toen dacht ik: ik moet iets veranderen anders lig ik hier over 10 jaar nog. Als ik er dan nog zou zijn, want ik was best suïcidaal.’

Op straat

Ze raakte haar vriendinnen kwijt. ‘Ik had het alleen maar over mijn problemen, dat konden zij niet aan.’ Roxanne besloot naar het buitenland te gaan om te proberen een nieuwe start te maken. Maar haar vlucht loste niets op, de depressies en angsten bleven. Ze raakte dakloos en zwierf een tijdlang rond, raakte aan de alcohol. Ze kwam in tal van onveilige situaties terecht, maakte geweld mee, zakte dieper en dieper weg. ‘Ik wilde geen hulp accepteren. Ik dacht: als ik naar de opvang ga, dan lig ik wéér de hele dag in mijn bed. Op straat was alles onvoorspelbaar. En juist dát was het voorspelbare, juist dát gaf me controle: honger, dorst, veilige slaapplek moeten zoeken, mogelijkheid op geweld, constante alertheid. Alleen hoeven overleven, meer niet.’

Kantelpunt

Er deed zich toch een kantelpunt voor. ‘Ik zwierf door heel Oostenrijk en was met een jongen die al 7 jaar dakloos was. Ik realiseerde me op een helder moment: als ik nu niets doe dan kom ik hier nooit meer uit, dan blijf ik voor altijd dakloos. Ik was aan het verwilderen, als een zwerfkat.’

Ik had 5 jaar eerder hulp moeten krijgen

Ze kwam terug naar Nederland, besloot om af te kicken van de alcohol en hulpverlening te accepteren. Dat was verre van eenvoudig, het duurde een tijd voor ze echt zo ver was. ‘Ik haatte mezelf, keek op mezelf neer. En ik had inmiddels zoveel trauma’s opgelopen, die moest ik onder ogen leren zien.’

Positief

Begeleid op kamers wonen ging aanvankelijk weer niet goed. ‘Ik lag depressief op bed en deed de hele dag niets. Ik voelde me daar weer machteloos in. Ik had het gevoel dat ik de controle over mijn leven uit handen moest geven. Het klinkt voor andere mensen misschien heel absurd maar er zat voor mij aan het dakloos zijn ook iets positief. Als dakloze hoef je niet te voldoen aan verwachtingen van anderen, je bent alleen maar bezig met overleven en vergeet daardoor de problemen die je hebt.’

Therapie

‘Een van de dingen waarin ik me het meest machteloos voelde, was het zoeken van hulp en die niet kunnen vinden. Ik had intensieve hulp nodig, voor, tijdens en na de dakloosheid, maar er zijn alleen maar wachtlijsten van jaren.’

Na anderhalf jaar wachten heeft Roxanne nu eindelijk therapie. Ze woont in een kleine, goedkope kamer en probeert het ‘gewone’ leven weer op te pakken. Ze begeleidt als vrijwilliger en ervaringsdeskundige andere jongeren die dakloos zijn geweest. Daarnaast heeft ze, zoals ze zelf zegt, haar passies ontdekt. ‘Kamperen, lange afstandswandelingen maken.’

Tips

Als ze nu terugkijkt op haar jeugd en tijd als jongere, wat had er anders gemoeten? En wat had hulpverlening kunnen bieden om te kunnen voorkomen dat mensen zoals Roxanne in zo’n situatie belanden, zich zo machteloos voelen? Roxanne: ‘Het vele verhuizen was voor mij in elk geval funest. Verder denk ik: grijp vooral vroeg in! Alle hulp die ik kreeg nadat ik dakloos raakte, was te laat. Het had 5 jaar eerder moeten gebeuren, toen ik nog op school zat en daar begon uit te vallen.’

Wat ze verder aan hulpverleners meegeeft: heb geduld met jongeren die dakloos zijn geweest. ‘Bied maatwerk. Hou er rekening mee dat zo’n jongere niet dezelfde stappen kan zetten als andere jongeren. Zo’n jongere kan niet zomaar zijn vrijheid opgeven. Als iemand zegt: ‘ik moet even weg want ik heb een crisis’, accepteer dat. Ik merk dat ook bij mezelf. Soms is mijn enige houvast het gevoel dat ik weer op reis kan als het echt moet.’

*Roxanne is, vanwege privacybescherming, een verzonnen naam.