De impact van klimaatverandering op kwetsbare burgers

Op 9 augustus 2021 verscheen het zesde klimaatrapport van het VN-klimaatpanel IPCC. De boodschap is ondubbelzinnig: de aarde warmt op door menselijk toedoen en dat heeft grote gevolgen voor het leven op aarde. Sommige groepen zullen extra kwetsbaar zijn. Binnen het sociaal werk zien we de aandacht voor dit vraagstuk toenemen, en dan met name voor de energietransitie. Wat kan en moet het sociaal werk precies bijdragen aan de energietransitie?

Weersextremen komen steeds vaker voor. Denk aan de heftige overstromingen deze zomer in Limburg of de extreme hitte van voorgaande zomers. Bepaalde groepen, zoals ouderen of hele jonge kinderen zijn extra kwetsbaar: ze kunnen bijvoorbeeld minder goed vluchten voor water en bij hitte hebben zij sneller last van gezondheidsproblemen. Daarnaast legt de klimaatcrisis een vergrootglas op sociale verschillen: bij een hittegolf maakt het nogal uit of je in geïsoleerde nieuwbouw met airco woont of in een oude bovenwoning zonder verkoelingsmogelijkheden.

De energietransitie in een notendop

Klimaatverandering vindt plaats als gevolg van de uitstoot veroorzaakt door fossiele brandstoffen. Wereldwijd poogt men deze uitstoot terug te dringen. De wereld staat daarmee voor een immense uitdaging. In 2016 heeft Nederland het VN-Klimaatakkoord van Parijs ondertekend. Afspraak is dat de EU in 2030 minimaal 40% minder aan broeikasgassen uitstoot. In de Klimaatwet en het Klimaatakkoord is vastgelegd dat Nederland de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49% moet verminderen ten opzichte van 1990. Voor 2050 ligt dit percentage zelfs op 95 tot 100%. Om dit te halen moet Nederland overstappen van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen zoals zon en wind. Dat betekent onder meer dat zeven miljoen huizen en een miljoen gebouwen gebruik moeten gaan maken van duurzame warmte en duurzaam opgewerkte elektriciteit (in 2050). Gemeenten zijn bij deze transitie in charge: zij moeten in 2021 warmteverkenningen en lokale transitievisies maken met voorstellen voor alternatieve energiebronnen om aardgasvrij te verwarmen en koken en wijk-voor-wijkstappenplannen waarin staat welke wijken wanneer aardgasvrij moeten zijn. Dit noemen we de energietransitie.

De sociale kant van de energietransitie

De energietransitie vereist grote technische omwentelingen. Dit heeft grote impact op het leven van burgers; draagvlak en acceptatie van bewoners is dan ook cruciaal. Daarom moeten bewoners én hun wensen en zorgen goed meegenomen worden in het maken van beslissingen evenals een eerlijke verdeling van voordelen en kosten. Dat maakt de energietransitie óók een sociale transitie. Zonder specifieke maatregelen is de verwachting dat de kosten en baten van de energietransitie ongelijk verdeeld worden over verschillende groepen in de samenleving, met name ten nadele van huishoudens met een laag inkomen. Tegelijkertijd biedt de energietransitie kansen om de kwaliteit van leven in kwetsbare wijken te verbeteren. Daarom is het betrekken van bewoners, luisteren naar hun wensen en zorgen en het zorg dragen voor een eerlijke verdeling van voordelen en kosten, essentieel. Voorgenoemde is bij uitstek een taak die past bij het sociaal werk. Gemeenten zouden bij het vormgeven van de energietransitie en de wijk-voor-wijkstappenplannen dan ook een actieve rol aan het sociaal werk kunnen toebedelen. Toch is dit geen vanzelfsprekendheid. Daarnaast lijkt het sociaal werk op hun beurt ook nog niet overal de opdracht te zien die in deze voor hen is weggelegd (zie ook de artikelen van Vlaar en Rocak).

Een rechtvaardige en inclusieve energietransitie houdt in dat iedereen toegang heeft tot betaalbare, betrouwbare en schone energiediensten. Ook heeft iedereen inspraak in de beslissingen over veranderingen in het energiesysteem (TNO, 2020).

De rol van sociaal werk

De meeste initiatieven om wijken van het aardgas af te koppelen laten zien dat burgerparticipatie de grootste uitdaging is. De energietransitie is daarmee óók een sociaal vraagstuk. Sociaal werk, en dan met name de specialisatie opbouwwerk, kan door proactief te reageren een belangrijke bijdrage leveren. Enerzijds door de stem van de bewoners bij beleid te versterken. Denk aan het betrekken van alle bewoners zodat niet alleen hoogopgeleide bewoners met financiële mogelijkheden meebeslissen en de beschikbare subsidies benutten. Het gaat om taken als informeren en voorlichten, versterken van draagvlak en eigenaarschap, verbinden van bewoners met elkaar, versterken van bewonersparticipatie en in co-creatie zoeken naar collectieve oplossingen. Anderzijds door continue de leefbaarheid en sociale rechtvaardigheid in ogenschouw te nemen.

Kerntaken opbouwwerk en energietransitie

De Hogeschool Zuyd heeft een onderzoek verricht onder opbouwerkers over de rol die zij voor zichzelf zien weggelegd ten behoeve van de energietransitie. De kerntaken van het opbouwwerk zijn beschermen & versterken, stimuleren & ondersteunen en verbinden & beïnvloeden (Boutellier & Boonstra, 2009). Opbouwwerkers zien het beschermen van bewonersbelangen primair als hun taak; bewoners ondersteunen en een stem te geven tijdens dit soort processen vanuit de principes van democratische besluitvorming en sociale rechtvaardigheid. Ze voelen dus vooral een verantwoordelijkheid voor zichzelf vanuit het rechtvaardigheidsprincipe: opkomen voor belangen van inwoners als deze in het gedrang dreigen te komen.

Belangrijk is in ieder geval om het sociaal werk vanaf het eerste uur bij de sociale energietransitie te betrekken. Zij hebben immers een goede ingang bij inwoners en weten hoe ze mensen laagdrempelig kunnen benaderen. Zo kunnen zij een rol spelen bij het voorbereiden op inspraak rondom de energietransitie, ook bij die bewoners die in mindere mate beschikken over de kennis, financiële mogelijkheden en sociale netwerken.

Het sociaal werk kan de impact van klimaatverandering op kwetsbare groepen steviger agenderen

Sociaal werk en klimaatverandering

Kijken we naar het bredere vraagstuk van klimaatverandering, dan zijn de taken voor het sociaal werk minder direct tastbaar. Gezien het feit dat klimaatverandering kwetsbare doelgroepen en daarmee de doelgroep van het sociaal werk als eerste treft, is het echter wel belangrijk dat dit vraagstuk steviger op de agenda komt. Sociaal werkers kunnen mensen informeren en voorlichten over klimaatverandering en hoe zij zich daaraan kunnen aanpassen. Denk bijvoorbeeld aan het omgaan met hitte in wijken waar de temperatuur in huizen flink op kan lopen. Het sociaal werk kan daarnaast de impact van klimaatverandering op kwetsbare groepen steviger agenderen én gaan bijdragen aan klimaatrechtvaardigheid.

Tot slot

Al met al is klimaatverandering en de daarmee gepaard gaande energietransitie juist een sociale transitie. Optimale participatie is naast een sociaal rechtvaardige transitie, waarbij de zwakste schouders niet de zwaarste lasten dragen, essentieel voor het slagen ervan. Het is tijd dat het sociaal werk haar positie in deze bepaalt en de toegevoegde die zij kan hebben in dit vraagstuk zichtbaar maakt.

Meer weten?

Er is een groeiende aandacht in het sociaal werk om bij te dragen aan de door klimaatverandering ingegeven energietransitie. Maar wat kan en moet het sociaal werk precies bijdragen? Dit artikel maakt onderdeel uit van een reeks van drie artikelen en online sessies waarin we samen met anderen zoeken naar antwoorden op deze vraag. De eerste sessie vindt plaats op 27 september van 13.00 tot 14.30.

Meld je aan voor de online sessie

Behoefte aan het versterken van je rol als sociaal werker in de energietransitie? Zie ook de Introductie in de energietransitie voor opbouwwerkers op energieplus.nl, georganiseerd door de BPSW.