Impactgericht subsidiëren: ‘De verandertheorie hangt aan de muur’

De gemeente Tilburg doet sinds 2020 aan impactgericht subsidiëren. Movisie ging hierover in gesprek met de gemeente en een uitvoerende partner. Wat is het? Hoe draagt het bij aan de beoogde impact voor de inwoners? Hoe beïnvloedt het de samenwerking? En wat is nog zoeken?

‘Minder nadruk leggen op wát je doet als stad, maar als gemeente en partners samen zoeken naar het verschil ofwel de impact die je kunt maken.’ Met deze ene zin vat impactmanager Thomas Munnichs van de gemeente samen wat impactgericht subsidiëren is. Hij licht de elementen ‘impact’, ‘samen’ en ‘zoeken’ graag verder toe. Met impact doelt hij op de duurzame maatschappelijke veranderingen die de gesubsidieerde activiteiten teweegbrengen. ‘Voorheen spraken we met een partner bijvoorbeeld af dat die per periode 100 mensen zou bellen en 50 zou mailen. In het verantwoordingsgesprek bespraken we dan of deze aantallen gehaald waren.’

Aan de muur

Dat is nu echt anders, merkt Twan Mensen. Samen met Stefaan Swaak vormt hij Stichting De Zorgheeren (zie kader). ‘Deze manier van subsidie aanvragen dwingt ons echt om anders na te denken over wat we doen. Onze verandertheorie hangt bij ons aan de muur, met bovenaan onze impactclaim: wij zorgen ervoor dat alle inwoners van de gemeente Tilburg in een langdurige intensieve zorgsituatie samenredzaam zijn. (Een verandertheorie beschrijft de verandering die je wil bereiken via je activiteiten en laat op een schematische manier zien hoe deze verandering tot stand komt​.) Daardoor kijken we nu kritischer naar elke aanvraag die bij ons binnenkomt. Zijn wij echt de partij die het beste past bij deze vraag? Of is het verstandiger dat we deze familie met deze hulpvraag onderbrengen bij de praktijkondersteuner van de huisarts of het wijkteam? Die professionals kunnen wij trainen. Misschien maken we op die manier meer impact.’

Stichting de Zorgheeren

De Tilburgse Zorgheeren Stefaan Swaak en Twan Mensen ondersteunen families in langdurige intensieve zorgsituaties. Dat doen ze vanuit de gedachte dat mantelzorgers niet bestaan zonder de zorgvragers: de Zorgheeren richten zich op het systeem. Het familiegesprek is de kern van hun begeleidingstrajecten. Deze interventie is gestoeld op wetenschappelijke kennis, onder andere van het lectoraat Familiezorg van de Hanze Hogeschool Groningen. Het familiegesprek gaat over emotionele en praktische onderwerpen. Het kan gaan over de veranderende relaties en rollen binnen het gezin of over rouwverwerking. Het gesprek brengt ook in kaart wat de juiste zorg en ondersteuning is voor de familie. De Zorgheeren organiseren eventueel de benodigde indicaties en zoeken zorgpartijen. Behalve de begeleidingstrajecten aan families verzorgen de Zorgheeren ook training en coaching aan professionals in zorg en welzijn. Alles is erop gericht dat de families de situatie langer volhouden.

Stok achter de deur

Impactgericht subsidie aanvragen gaat via een gestructureerd aanvraagformulier. De typerende impactgerichte ingrediënten daarin zijn met name de verandertheorie met impactclaim en het onderzoeks- ofwel meetplan. Het element ‘samen’ vindt Munnichs ook essentieel, in de zin van samenwerking en samenhang. ‘Daarom moeten aanvragers in de subsidieaanvraag ook de context waarin ze hun activiteiten uitvoeren beschrijven. Ze dienen aansluiting te zoeken en samen te werken met andere partijen die aan dezelfde maatschappelijke opgave werken.’ In het geval van de Zorgheeren is dat de opgave Sociaal en veerkrachtig. Voor Swaak was dat een krachtige stok achter de deur: ‘We worden hierdoor gedwongen om te kijken: wie vragen er nog meer aan, wie zit bij ons in de buurt? Hierdoor is er een samenwerking met een vergelijkbare stichting tot stand gekomen. We hebben de aanvraag uiteindelijk samen gedaan en doen onze kwaliteitsontwikkeling en intervisie ook samen.’

Taak voor de gemeente

De gemeente ziet ook een taak voor zichzelf om die samenhang te versterken. Munnichs: ‘Als wij in de aanvragen zien dat partner A en B ongeveer dezelfde impactclaim hebben, dan vragen we hen of ze elkaars aanbod kennen. Mede daardoor trekken welzijnsorganisatie ContourdeTwern en de GGD tegenwoordig samen op in de ondersteuning van ouders en jonge kinderen. De een vanuit welzijn met onder andere ouderschapsvaardigheden. De ander vanuit gezondheid, over gezond eten en bewegen.’

Gepiel met pijltjes

Het derde element uit Munnichs omschrijving van impactgericht subsidiëren, het zoeken, is nog volop in ontwikkeling. Opvallend open vertellen de drie verder over de zoektocht naar verdere verbetering, en dat blijken ze echt samen te doen. Dat zit hem om te beginnen in de praktische en technische kant van deze manier van werken. Zo is het format waarin de verandertheorie visueel gemaakt moet worden, een Excel-sheet. Dat is niet gebruiksvriendelijk, vindt Mensen: ‘Dat gepiel met pijltjes, dat is zonde van de tijd. Het leidt af van waar je eigenlijk over na wilt denken.’ Dit is een bekend gegeven voor de gemeente, en Munnichs verzekert dat de volgende versie gebruiksvriendelijker wordt.

Het Kwaliteitskompas

Impactvol subsidiëren vraagt om meer outcomegericht werken en monitoren. Het Kwaliteitskompas is daarbij een handig hulpmiddel om gezamenlijk ambities, maatschappelijke resultaten en indicatoren te formuleren. Wat is de bijdrage als welzijnsorganisatie aan de maatschappelijke resultaten, hoe zijn activiteiten daarmee in lijn gebracht, welke indicatoren zijn geformuleerd en hoe ga je dat meten?

Lastig te meten

Het zoeken is eveneens aan de hand bij het meten, ook door het jaar heen, in hoeverre de activiteiten bijdragen aan de impactclaim. De Zorgheeren zouden daarvoor graag een universele meetmethode hebben, zegt Swaak: ‘We zouden geholpen zijn als de gemeente zou voorschrijven hoe we moeten meten. Nu is er willekeur wat dat betreft.’ Munnichs erkent dat, maar voegt eraan toe dat de gedachte bij impactgericht werken juist is dat de partner de eigen activiteiten en mensen voor wie ze die activiteiten uitvoeren het beste kennen en dat partners daarom ook het beste zouden moeten weten hoe de impact te meten valt. In het verlengde hiervan vraagt Mensen zich hardop af hoe de gemeente zelf eigenlijk meet. Munnichs maakt er geen geheim van dat ook het meten op het niveau van de hele stad nog lastig is. ‘We monitoren bijvoorbeeld wel hoe Tilburgers hun gezondheid ervaren. Maar dat is een te algemene vraag om te kunnen koppelen aan de impactclaims van de partners. Het is lastig om daar goede indicatoren voor te bepalen.’

Compliment

Mensen concludeert: ‘Wat dat betreft ontbreekt er echt nog iets, dat is zonde. De cirkel is nog niet rond.’ Maar hij voegt er direct een compliment voor de gemeente aan toe: ‘We zijn echt open in gesprek met elkaar. Onze accounthouder is ook altijd goed bereikbaar. En nog iets: de gemeente pakt de voorbereiding voor de subsidieaanvragen heel goed aan.’ Hij doelt daarmee op de kick-off bijeenkomst die de gemeente elk jaar organiseert voor nieuwe en bestaande partners. Daarnaast biedt de gemeente verdiepende bijeenkomsten. Munnichs: ‘Dan nodigen we bijvoorbeeld een gastspreker uit, zodat de partners kennis en inspiratie op kunnen doen. Op zo’n bijeenkomst ontmoeten we elkaar bovendien los van de vraag over wel of geen subsidie.’

Arbeidsintensief

Tot slot is het ook nog zoeken qua tijdsinvestering: het is arbeidsintensief, zowel voor de partners als de gemeente. Om kleine initiatieven en projecten niet uit te sluiten van subsidie, heeft de gemeente de ondergrens gesteld op 30.000 euro. Daaronder mogen de aanvragers de verandertheorie en het meetplan achterwege laten. Dat wringt af en toe wel, vertelt Munnichs: ‘Er zijn nu zeker organisaties die met hun aanvraag nét onder dat bedrag gaan zitten. Maar van andere organisaties en initiatieven, die soms vrijwel geheel op vrijwilligers draaien, verwachten we vanwege de grote bedragen – soms wel een half miljoen euro –  wél dat ze meedraaien in het impactgerichte subsidiëren. Ook al weten we dat zij eigenlijk geen capaciteit hebben om te investeren in de werkwijze. Daar zit een spanningsveld, want we nemen onze verantwoordelijkheid om zorgvuldig te beoordelen natuurlijk wel serieus.’

Meerjarige subsidies

Meerjarige subsidies zouden volgens de Zorgheeren een groot deel van de oplossing vormen. Munnichs kent en begrijpt die wens en zegt dan ook toe: ‘We onderzoeken of organisaties die al een aantal jaar subsidie ontvangen, een aanvraag in kunnen dienen voor twee of drie jaar. Dat we dit voor De Zorgheeren nu nog niet doen, zoals bij de opgave Bestaanszekerheid al wel gebeurt, is omdat het speelveld van Sociaal en veerkrachtig zo dynamisch is, met elk jaar nieuwe initiatieven en dus nieuwe energie die we goed willen aanboren, en wisselende budgetten.’ Voor Mensen staat als een paal boven water: ‘Het zou enorm schelen als we de hele aanvraagriedel niet elk jaar hoeven te doen.’

Meer informatie is te vinden in de handleiding impactgericht subsidiëren van de gemeente Tilburg. Verder lezen over het veranderverhaal? Ga naar Effecten bewonersinitiatief zichtbaar maken met Veranderverhaaltool.

Tekst: Tea Keijl