Ingrijpen bij grensoverschrijdend gedrag, hoe rust je omstanders toe?

Wat werkt bij de aanpak?

Hoe rust je omstanders toe om te kunnen ingrijpen bij situaties van discriminatie en seksueel geweld? Die vraag staat centraal in ‘Grensoverschrijdend gedrag aanpakken’, een nieuwe publicatie van Movisie. Inzetten op de houding van deelnemers ten opzichte van de situatie en hun houding ten opzichte van de slachtoffergroep, zijn belangrijke elementen bij ingrijpen. De onderzoekers ontwikkelden een handig stappenplan voor omstanders en professionals.

We kennen allemaal de voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag, recent en minder recent. Denk aan racistische uitlatingen in voetbalstadions of seksueel grensoverschrijdend gedrag op straat, in het uitgaansleven of op de sportclub. Zowel bij burgers als bij de overheid is de urgentie groot om actief verantwoordelijkheid te nemen voor de veiligheid in de publieke ruimte.

Bekijk direct het stappenplan en het rapport

We kennen dus de incidenten maar hoe zit het met het gedrag van omstanders in die situaties? Er bestaan in Nederland weinig interventies die daarop gericht zijn. Uit internationaal onderzoek blijkt dat grensoverschrijdend gedrag vaak kan worden beëindigd door het tijdig te signaleren, bespreekbaar te maken en een sociale norm te stellen. Maar omstanders weten vaak niet hoe ze moeten ingrijpen, of zijn bang om dat te doen.  

Wat is grensoverschrijdend gedrag?

In dit project wordt met grensoverschrijdend gedrag bedoeld: omgangsvormen die door de persoon die het ondergaat als gedwongen en/of ongewenst wordt ervaren. In het bijzonder wanneer er sprake is van een bedreigende, vijandige, beledigende, sociaal onveilige of kwetsende situatie.

Omstanders

Met omstanders bedoelen de onderzoekers individuen die getuige zijn van grensoverschrijdend gedrag, maar daar niet direct als pleger of slachtoffer bij betrokken zijn (‘passieve getuigen’).
Actieve omstanders zijn mensen die actief ingrijpen in de situatie door (1) zich uit te spreken tegen het grensoverschrijdende gedrag of (2) anderen te overtuigen om te reageren op het grensoverschrijdende gedrag.

Houding ten opzichte van grensoverschrijdende situatie

De belangrijkste vraag die de Movisie-onderzoekers te beantwoorden hadden, was: hoe rust je omstanders toe om te kunnen ingrijpen? Hun conclusie: zet in op de houding van de deelnemers ten opzichte van de specifieke grensoverschrijdende situatie. Hun advies daarbij: bied informatie aan over de specifieke vorm van grensoverschrijdend gedrag waar de interventie op gericht is. Kennis over dit onderwerp helpt de deelnemers bij het herkennen van grensoverschrijdend gedrag en het nemen van verantwoordelijkheid. De volgende vragen kunnen daarbij als richtlijn fungeren: wat houdt specifiek grensoverschrijdend gedrag in, bijvoorbeeld discriminatie of verkrachting? Wat zijn de misvattingen en ‘mythes’ over (de ernst van) dat grensoverschrijdende gedrag?

Houding van deelnemers ten opzichte van de slachtoffergroep

Een tweede advies van de onderzoekers: zet in op het empathisch vermogen en een positieve houding van de deelnemers ten opzichte van de groep slachtoffers. Houd rekening met de kenmerken van de doelgroep. Maak mensen met een geprivilegieerde positie (zoals mannen, witte mensen, heteroseksuele mensen, niet-moslims of mensen zonder een beperking) zich bewust van hun geprivilegieerde positie en reflecteer hierop tijdens de interventie. Laat hen praten over hun houding ten opzichte van de slachtoffergroep. Als er deelnemers uit de potentiële slachtoffergroep aanwezig zijn, laat hen dan vertellen over hun ervaringen, en modereer een discussie over privilege.

  • Zet in op het beïnvloeden van sociale normen en (gezamenlijke) verantwoordelijkheidsgevoel van de doelgroep. Het inzet van rolmodellen en een collectieve norm kunnen dit faciliteren. Kaart de angsten van omstanders bij het niet ingrijpen aan, zoals de angst voor statusverlies of angst om het verkeerd te doen.
  • Als je interventieprogramma’s maakt voor zowel potentiële daders als potentiële slachtoffers, zorg er dan voor dat ingrijpen gezien wordt als een universele verantwoordelijkheid van alle deelnemers.

Waar moet de interventie aan voldoen?

De Movisie-onderzoekers zetten op een rij waaraan een interventie rond omstanders aan moet voldoen (zie ook stappenplan onderaan). Dit zijn onder meer:

  • De interventie heeft de grootste slagingskans als alle elementen van het Bystander Intervention Model in het interventieprogramma zijn opgenomen.
  • Spits het programma inhoudelijk toe op het specifieke grensoverschrijdende gedrag.
  • Combineer theoretische kennis met praktische vaardigheden, toegespitst op de kenmerken van het specifieke grensoverschrijdende gedrag. Zorg ervoor dat de vaardigheden die geleerd worden ook toepasbaar zijn: werk met oefeningen of rollenspellen.
  • Reik vaardigheden aan die toegespitst zijn op de kenmerken van de specifieke grensoverschrijdende situatie.
  • Hoe langer het interventieprogramma duurt, hoe effectiever het zal zijn.
  • Zorg ervoor dat de resultaten van de interventie geborgd zijn.
  • Zorg ervoor dat de interventie geëvalueerd en de effectiviteit gemonitord wordt.

Werkwijze onderzoek

De onderzoekers verzamelden kennis uit wetenschappelijke literatuur. Vervolgens hebben ze een inventarisatie gemaakt van de Nederlandse interventies. Daarbij stond de rol van omstanders bij seksueel grensoverschrijdend gedrag en bij discriminatie centraal.

Stappenplan

Naast de publicatie is er een handig stappenplan dat helpt bij het ontwikkelen van een praktische interventie voor omstanders.

Download de publicatie Grensoverschrijdend gedrag aanpakken

Download het stappenplan Omstanders activeren