Ingrijpen bij online discriminatie: hoe doe je dat?
Hoe kun je ingrijpen bij discriminatie op sociale media? En welke strategieën zijn er om anderen aan te spreken op discriminerende of haatdragende posts? In dit artikel delen we waarom ingrijpen bij discriminatie zin heeft en geven we negen tips hoe je dit kunt doen. De kennis is gebaseerd op ervaringen opgedaan bij het project #DatMeenJeNiet evenals verschillende onderzoeken.
Leestijd: 8 minuten
De term ‘omstander’ of in het Engels bystander verwijst vaak naar een persoon die een onbekende ziet in een noodgeval, bijvoorbeeld een verkeersongeluk. Vanuit de psychologie is veel onderzoek gedaan naar hoe je kunt zorgen dat omstanders ingrijpen. Dat is niet alleen nuttig bij verkeersongelukken maar ook bij discriminatie, offline én online.
Ingrijpen bij online discriminatie is belangrijk
Waar iemand in real life hoort of ziet aan iemands reactie dat een opmerking niet oké is, is er op sociale media geen directe feedback. Je ziet niet wat een opmerking bij iemand teweegbrengt, terwijl dit enorme gevolgen voor iemand kan hebben. Het is daarom zeker belangrijk om online in te grijpen bij discriminatie zodat mensen begrijpen dat dit niet door de beugel kan. Als een omstander iemand aanspreekt op zijn of haar discriminerende opmerking, kan dit ertoe leiden dat de aangesproken persoon zich schuldig voelt. Deze gevoelens kunnen ertoe leiden, zoals bevestigd wordt in dit onderzoek, dat iemand in de toekomst actiever oplet of hij of zij niet discrimineert.
Niet iedereen zal zich echter schuldig voelen. Toch is het ook in dat soort situaties zinvol om in te grijpen. Zo communiceer je namelijk een duidelijke sociale norm die laat zien dat discriminatie onacceptabel is. Wanneer mensen het idee hebben dat anderen in hun omgeving discriminatie op sociale media niet accepteren, zullen ze zelf ook minder snel discrimineren. Ingrijpen leidt dus tot minder discriminatie. Helaas werkt het ook andersom: wanneer niemand ingrijpt bij discriminerende posts ontstaat het beeld dat het ‘normaal’ is. En dat vergroot de kans dat de discriminatie vaker voor gaat komen.
Een onderzoek van EMMA en de Radboud Universiteit laat bovendien zien dat mensen sneller een afkeurende reactie plaatsen onder een discriminerend bericht wanneer iemand anders dit al heeft gedaan. Door zelf een afkeurende reactie te plaatsen vergroot je dus ook de actiebereidheid van anderen. Ook blijkt uit dit onderzoek dat wanneer er al afkeurend is gereageerd op een bericht, dit bericht ook sneller als discriminerend wordt gezien door anderen. Staat er bij hetzelfde bericht geen ‘tegenreactie’, dan wordt het minder snel als discriminerend herkend, vooral wanneer er alleen bevestigend is gereageerd op het bericht.
Over #DatMeenJeNiet
#DatMeenJeNiet is een driejarig project van Movisie, Diversity Media en Hogeschool Inholland. Het doel van dit project is om discriminatie op sociale media tegen te gaan door bij jongeren en jongvolwassenen de sociale norm te vergroten dat online discriminatie onacceptabel is. In dit project worden jongvolwassenen begeleid en getraind én leren ze van elkaar over hoe ze kunnen ingrijpen bij online discriminatie en hoe ze anderen kunnen motiveren om hetzelfde te doen. Op deze manier probeert het project eraan bij te dragen dat jongvolwassenen geen bystander meer zijn, maar upstander worden en zich actief inzetten tegen online discriminatie. In het najaar van 2022 zal de kennis die voortkomt vanuit het project gebundeld worden in een toegankelijke e-learning die gebruikt kan worden binnen het onderwijs en jongerenwerk. Lees hier meer over het project.
Hoe kun je ingrijpen?
Het is duidelijk: ingrijpen bij online discriminatie heeft zin. Maar hoe pak je dit het beste aan? Hieronder noemen we een aantal tips en strategieën die je kunt toepassen om als omstander in te grijpen bij online discriminatie. Deze tips zijn gebaseerd op de ervaringen van de upstanders uit het project #DatMeenJeNiet en een aantal wetenschappelijke onderzoeken.
Discriminerende berichten tegenspreken werkt
1. Grijp samen in
Spreek je als groep (collega’s, scholieren of studenten, vrienden) uit tegen haatdragende berichten. Uit onderzoek komt naar voren dat online counterspeech, oftewel zorgen dat wie zich discriminerend uit op internet tegengesproken wordt, ervoor kan zorgen dat haatdragende gesprekken veranderen in meer neutrale of zelfs positieve gesprekken wanneer deze counterspeech vanuit een groep komt. De onderzoekers geven aan dat dit vooral gebeurde doordat er in dit geval meer berichten waren die counterspeech bevatten. Deze resultaten tonen aan dat de aanwezigheid van anderen die zich uitspreken tegen haatdragende berichten mensen motiveert om zich ook hiertegen uit te spreken en slachtoffers van haatdragende berichten te verdedigen.
Ook de jongvolwassenen die meedoen aan #DatMeenJeNiet vormen samen een groep. Behalve dat ze gezamenlijk deelnemen aan workshops, vragen ze aan elkaar steun en feedback in een WhatsApp-groep. Zo proberen ze bijvoorbeeld de techniek van ‘swarming’ toe te passen, door af en toe met meerderen tegelijk een reactie te plaatsen met #DatMeenJeNiet onder een bericht. Op deze manier kunnen de upstanders elkaar rugdekking geven wanneer ze een discussie aangaan online. Upstander Marco Draaijer geeft dan ook de tip om samen in te grijpen: ‘Als je online in een discussie terechtkomt, haal je vrienden erbij. App je vrienden en vraag of ze je willen bijvallen. Want het is superzwaar om in discussie te gaan, ook als je het vaker doet. Met z’n tweeën sta je sterker dan alleen.’
2. Focus je op je doel
‘Denk na over wat je wilt bereiken met jouw reactie of post’, adviseert upstander Dinja Pannebakker. Dit advies kregen de upstanders eerder tijdens een gastles van mensenrechtenactivist Jerry Afriyie. ‘Wanneer je weet voor wat en wie je het doet en wat je wil bereiken, dan kunnen anderen je ook minder snel van je pad afbrengen’, aldus Afriyie. Als je je bijvoorbeeld voornamelijk focust op de jongere generatie, dan kan je ook makkelijker de negatieve reacties van oudere mensen van je afzetten. Het is dus belangrijk om na te denken over wat je op de lange termijn wilt bereiken en wat je volgende stappen zijn. Daarnaast benoemt hij ook dat het belangrijk is om te kijken naar wat je wél bereikt ondanks de negatieve reacties die je misschien krijgt. Oftewel: vier je micro-vooruitgangen.
De tekst loopt door onder de afbeelding.
Cartoons van upstanders Dinja Pannebakker (links) en Marco Dreijer (rechts)
3. Zachte of harde confrontatie
Denk na over de manier waarop je het gesprek aan wilt gaan. Bij een zachte confrontatie ga je op een positievere en respectvolle manier het gesprek aan. Bij een harde confrontatie confronteer je iemand ermee dat hij of zij discriminerend bezig is op een meer negatieve en directe manier. Onderzoek laat zien dat een agressieve toon vaak minder effectief is in het beïnvloeden van degene die je aanspreekt. Daarnaast leidt dit vaak tot nog meer haatvolle reacties en zorgt het ervoor dat andere omstanders minder snel ingrijpen. Een andere studie laat echter zien dat een harde confrontatie even effectief is als een zachte confrontatie in het beïnvloeden van het gedrag van de dader, maar dat een harde confrontatie er wel voor zorgt dat de omstander negatiever wordt beoordeeld door degene die hij of zij aanspreekt. Het is daarom mogelijk effectiever om te kiezen voor een matig confronterende aanpak wanneer je een bekende aanspreekt, zodat de kans kleiner is dat je de relatie tussen jou en degene die je aanspreekt schaadt. Maar ook als mensen negatief op je reactie reageren, betekent dat niet dat het geen effect kan hebben.
Als ze hun "grap" tot in detail uitleggen, realiseren ze dat het helemaal niet grappig is
Uit een ander onderzoek blijkt ook dat het beter werkt om vragen te stellen aan iemand in plaats van dat je statements maakt. Vragen nodigen meer uit tot zelfreflectie terwijl men bij statements sneller geneigd is om te reageren met tegenargumenten. Verschillende jongvolwassenen die deelnemen aan #DatMeenJeNiet geven aan dat ze proberen om op een rustige en positieve manier het gesprek aan te gaan met mensen. Upstander Tessa Schiethart legt in een interview uit waarom dit voor haar belangrijk is: ‘Wanneer ik zelf benaderd word op een stigmatiserende manier, dan probeer ik de ander altijd te vragen waarom ze zeggen wat ze zeggen en ik probeer inzicht te creëren waarom dat me raakt. Ik probeer echt te educaten en uitleg te geven om samen ervan te leren en zo tot iets mooiers te komen.’ Doorvragen werkt ook goed, aldus upstander Rocher: ‘Wat ook wel een effectieve en ook een beetje grappige methode is, is doorvragen wat mensen precies bedoelen. Vaak zorgt dat ervoor dat mensen hun zogenaamde “grap” tot in detail moeten uitleggen en komen ze tot de realisatie dat het helemaal niet zo grappig is.’ Upstander Jaap noemt ook: ‘Laat iemand nadenken en probeer die ander een stap verder te helpen in zijn of haar mening. En reageer zoals bij je past: in mijn geval wat gematigder omdat ik een bruggenbouwer wil zijn.’
De tekst loopt door onder de afbeelding.
Cartoons van upstanders Jaap van de Kamp (links) en Rocher Koendjbiharie (rechts)
4. Deel gevoelens en ervaringen
Leg de focus op de gevoelens die slachtoffers van discriminatie ervaren. Uit het wat werkt- dossier discriminatie verminderen van Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) komt naar voren dat het inleven in de ander vooroordelen en discriminatie kan verminderen. Wanneer iemand dus een discriminerende opmerking maakt die gericht is aan een specifiek persoon, kan het goed zijn om deze persoon de ruimte te geven om zijn of haar emoties te uiten zodat de dader de gevolgen van zijn of haar acties kan inzien.
Ook is bekend dat het emoties delen in het algemeen, met iemand die jou ziet als ‘anders’, zinvol kan zijn. Bepaalde emoties lijken wel meer effect te hebben dan andere. Secundaire emoties zoals schaamte, teleurstelling of spijt worden minder snel herkend en roepen vaker negatieve reacties op. Primaire emoties zoals blijdschap, verdriet en woede worden eerder herkend. Het helpt dus om duidelijk te zijn over wat je precies voelt en waarom, zodat de dader deze emoties – zeker online – makkelijker kan begrijpen.
De tekst loopt door onder de video.
Campagnevideo van #DatMeenJeNiet
5. Benadruk overeenkomsten
Het kan ook effectief zijn om overeenkomsten tussen degene die een discriminerende opmerking maakt en jezelf te benadrukken. Een overeenkomst kan bijvoorbeeld zijn dat je in dezelfde wijk of stad woont, dezelfde hobby of interesse hebt of dezelfde normen of waarden belangrijk vindt. Uit een KIS-rapport blijkt dat mensen beter luisteren naar anderen waar ze zich mee kunnen identificeren.
6. Neem jezelf in bescherming
Dat ingrijpen effectief kan zijn, betekent niet dat het in elke situatie slim is om met mensen in discussie te gaan. Soms kun je namelijk aan een bepaalde reactie al zien dat iemand eigenlijk een ‘trol’ is en probeert mensen uit de tent te lokken. Wanneer dit het geval is of wanneer iemand een extreem andere mening heeft dan jij, heeft het volgens verschillende upstanders weinig zin om eindeloos in discussie te gaan. Upstander Ambrien noemt in een interview dat het belangrijk is om te filteren waar je wel en niet op reageert: ‘Kijk in hoeverre je een gesprek aan kunt gaan of dat het iemand is die totaal niet openstaat voor een andere mening en denkwijze. In het eerste geval ga ik het gesprek voeren, anders laat ik het gaan.’ Neem jezelf dus in bescherming. Kies bepaalde momenten uit dat je gaat reageren en doe het niet als je even minder lekker in je vel zit.
De tekst loopt door onder de afbeelding.
Cartoons van upstanders Ambrien Moeniralam (links) en Tessa Schiethart (rechts)
7. Bepaal wie het beste kan reageren
Denk na over wie het beste kan reageren op een discriminerend bericht. Wanneer je online een discriminerende uiting tegenkomt die je als kwetsend ervaart, kan het soms lastig zijn om hier zelf op een effectieve manier op te reageren. Zeker als je vanuit een persoonlijk account reageert, moet je eigen veiligheid altijd voorop staan. Wanneer je in een dergelijke situatie niet zelf wilt ingrijpen, ook als je er bijvoorbeeld even geen energie voor hebt, kan het goed zijn om anderen, zoals je vrienden of je volgers, te vragen om namens jou hierop te reageren.
Zoek gericht op een onderwerp waar je veel verstand van hebt
8. Bepaal je onderwerp en medium
Een manier waarop je je kunt inzetten tegen online discriminatie, is door gericht te zoeken op een bepaald onderwerp waar je veel verstand van hebt of veel interesse in hebt. Upstander Jaap doet dit zelf regelmatig zoals hij aangeeft tijdens een interview: ‘Op Twitter zoek ik bijvoorbeeld een onderwerp op waarvan ik weet dat mensen racistisch of met haat over vluchtelingen gaan reageren. Soms omdat er iets in het nieuws gebeurd is of omdat er een tv-uitzending is waarin een vluchteling voorkomt. Ik ben bewust van het feit dat veel mensen meelezen, daarom wil ik dan ook een realistisch geluid laten horen.’ Hierbij let hij dus ook op de grootte van de discussies omdat hij zich wil richten op degenen die alleen meelezen. Het kan dus handig zijn om van tevoren te bepalen op welk onderwerp jij je wilt focussen en gericht hiernaar te zoeken om effectief in te kunnen grijpen bij discriminerende berichten over dit thema.
9. Meld online discriminatie
Zie je een discriminerende uiting op sociale media? Maak hier dan een melding van zodat deze discriminerende uiting kan worden verwijderd. Je kunt dit melden bij de website of platform zelf of bij het Meldpunt Internet Discriminatie (MiND).
Dit artikel is deels gebaseerd op de ervaringen die zijn opgedaan bij #DatMeenJeNiet, een Movisie-rapport over online discriminatie en de rol van omstanders en op het KIS-dossier over wat werkt bij het verminderen van discriminatie.
Dit artikel is in samenwerking met Roelien Donker geschreven.
Meer weten over het project #DatMeenJeNiet?
- #DatMeenJeNiet: online weerbaar tegen discriminatie
- #DatMeenJeNiet
- #DatMeenJeNiet wil online norm veranderen