Initiatief Cybersoek: Wat werkt aan een aanpak voor digitale hulp in de wijk?

Digitale zelfredzaamheid verbeteren

Meer dan ooit is een computer, laptop, tablet of smartphone nodig om mee te kunnen doen in de samenleving. Maar dat is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Daarom helpt het initiatief Cybersoek Amsterdammers al meer dan twintig jaar met al hun vragen over het gebruik van een computer, laptop, tablet of smartphone.

Op drie locaties in Amsterdam Oost, Zuid en Zuidoost ben je bij Cybersoek welkom voor een praatje, hulp of om mee te doen met één van de cursussen of activiteiten op het gebied van digitale vaardigheden. Movisie sprak met directeur Karien Sondervan en projectcoördinator Btissam Aoulad Saïd over hoe het kleine initiatief in Amsterdam Oost is uitgegroeid tot een gevestigde aanpak met een groot bereik op verschillende locaties in vijf stadsdelen van Amsterdam.

Digitale kloof

De afgelopen jaren zijn we steeds afhankelijker geworden van allerlei digitale middelen. Om te betalen, informatie in te winnen, tijdens het werk of om met elkaar of de overheid te communiceren. De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat digitale vaardigheden nóg belangrijker zijn geworden in korte tijd. Toch blijkt dat ongeveer elf procent van de Nederlanders tussen de 16 en 65 jaar geen of weinig ervaring heeft met een computer. Dat geldt ook voor meer dan dertig procent van de 55-plussers in Nederland. Daarnaast heeft niet iedereen de middelen voor de aanschaf van een computer of smartphone. We spreken dan ook wel van een ‘digitale kloof’ tussen mensen die wel en niet mee kunnen komen in de digitale transitie.

Laagdrempelige hulp

Cybersoek is een initiatief in Amsterdam waar iedereen op een laagdrempelige manier vragen kan stellen over alles wat met de digitale wereld te maken heeft. Het platform (‘soek’ betekent markt in het Arabisch) brengt mensen met dezelfde hulpvragen bij elkaar en biedt allerlei activiteiten: van een basiscursus omgaan met de computer tot losse themalessen, programmeren voor kinderen en digitale vaardigheden voor ouders. Er worden taallessen gegeven en je kunt er ook binnen komen lopen voor een praatje en een kop koffie, want een grote afstand tot de digitale wereld overbruggen vraagt om passend hulpaanbod. En de vaardigheden die nodig zijn om online zelfredzaam te zijn los je helaas niet in één mooi vormgegeven cursusje op. Digitale ongelijkheid is een complexe uitdaging en hangt vaak samen met bijvoorbeeld werkeloosheid, een laag inkomen en een klein sociaal netwerk.

Vrouwen knuffelen elkaar in les digitale vaardigheid

Digitale trapveldjes

Het initiatief bestaat inmiddels al meer dan twintig jaar. Cybersoek is opgericht in 2001 als onderdeel van het project Het Digitale Trapveld, gefinancierd door het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het project probeerde de toegang tot ICT-voorzieningen in achterstandswijken mogelijk te maken en buurtbewoners op een laagdrempelige manier in aanraking te laten komen met de digitale wereld. Tussen het jaar 2000 en 2004 bestonden er meer dan vierhonderd digitale trapveldjes in dertig steden. De meesten daarvan bestaan niet meer. ‘We zijn begonnen in Zeeburg als één van de digitale trapveldjes. Maar we zijn blijven bestaan vanuit het groeiende besef dat alleen toegang tot de digitale wereld niet genoeg is om ervoor te zorgen dat iedereen mee kan doen. Dan zou een bibliotheek met openbare computers misschien genoeg zijn’, legt Sondervan uit. Want naast toegang (of bezit), zijn ook factoren als iemands motivatie, vaardigheden en gebruik belangrijke voorwaarden om mee te kunnen komen (Van Dijk, 2005).

Een lage drempel

Inmiddels richt Cybersoek zich ook op het motiveren van buurtbewoners om aan de slag te gaan in de digitale wereld, het ondersteunen van mensen met het leren van digitale vaardigheden en het dagelijks gebruik van de mogelijkheden van de digitale wereld – helemaal aangepast aan de wensen van wijkbewoners. Dat maakt Cybersoek anders dan allerlei formele initiatieven waar mensen ook gebruik kunnen maken van computers en aan cursussen kunnen deelnemen.‘Hier hebben we een groot aanbod met verschillende activiteiten die aansluiten op de interesses van deelnemers, omdat ze samen zijn bedacht en georganiseerd. Dit maakt onze plek relevant en toegankelijk’, vertelt Sondervan.

‘Er bestaat nog een drempel om de bibliotheek binnen te lopen. Vaak schamen mensen zich om hulp te vragen. Terwijl veel vrouwen wel behoefte hebben aan een plek waar zij terechtkunnen'

Op het moment van dit gesprek zit een groepje vrouwen in de ontmoetingsruimte van Cybersoek in Amsterdam Oost. Sommigen van hen hebben jonge kinderen bij zich. Ook projectcoördinator Aoulad Saïd heeft haar zoontje op de arm. Aoulad Saïd licht toe: ‘Er bestaat nog een drempel om aan formele cursussen mee te doen, of zelfs de bibliotheek binnen te lopen. Vaak schamen mensen zich om hulp te vragen. Het is er vaak stil, je neemt bijvoorbeeld niet zo snel je kind mee. Terwijl veel vrouwen wel behoefte hebben aan een plek waar zij terechtkunnen met hun kinderen, om aan de slag te gaan met de computer, de taal te leren, maar vooral ook om anderen te ontmoeten. Dat kan hier.’

Positieve naam voor activiteiten

Wat werkt er dan zo goed aan de laagdrempelige aanpak van Cybersoek? Daar is onderzoek naar gedaan door onderzoekers van het Amsterdam UMC. Zij hebben onderzocht wat nu goed voor wie werkt en waarom bij verschillende initiatieven en formele en informele organisaties in de wijk, waaronder ook Cybersoek. Uit die studie bleek onder andere dat een positieve naam voor activiteiten al verschil maakt: Koffie & Facebook of Verkopen via Marktplaats werkt al veel beter dan Cursus digitale vaardigheden, omdat het aansluit bij wat wijkbewoners willen kunnen. (Dedding en Goedhart, 2021).

Ook bleek uit de studie dat een informele leeromgeving ontzettend belangrijk is, omdat veel mensen die moeite hebben met digitale vaardigheden liever niet leren in een ‘schoolse’ omgeving (Dedding en Goedhart, 2021). Soms omdat ze blij zijn om van school af te zijn, leren op school niet leuk vonden of er gewoon niet goed in waren. Het onderzoek beschrijft daarom voorwaarden voor zo’n informele leeromgeving, zoals een vrij toegankelijke locatie in de buurt, geen of heel lage kosten en flexibiliteit in de aanwezigheid van deelnemers.

Sondervan: ‘Zo’n informele omgeving is precies waar we ons bij Cybersoek zo voor inzetten. We bieden niet alleen een basiscursus computer, want die blijft nodig, maar ook een moment waarop anderstalige vrouwen elkaar kunnen ontmoeten tijdens het handwerken en samen online breipatronen kunnen opzoeken. Een ander voorbeeld: laatst kregen we een vraag van iemand wiens computer was vastgelopen bij het kijken van porno. Dat is een vervelende situatie waarbij je liever niet je buurman om hulp vraagt. Ook daarvoor kun je bij ons team van professionals terecht.’

Een divers team

Ook belangrijk is een gezellige sfeer en veel persoonlijk contact, zeggen de onderzoekers. Daarin is het belangrijk een docent-leerling verhouding te vermijden (Dedding en Goedhart, 2021). Sondervan licht toe: ‘Wat daarin bij ons heel goed werkt is dat we een groot en heel divers team van professionals en vrijwilligers hebben, de meesten hier uit de buurt. Dat maakt dat mensen zich snel op hun gemak voelen en vaak ook geholpen kunnen worden in hun eigen taal. Professionals, vrijwilligers en bezoekers kennen elkaar dan al snel. Als er iemand afwezig is, of lange tijd niet komt, proberen we na te gaan waarom niet en of we kunnen helpen. Zo vallen mensen veel minder snel uit.’

En die aanpak werkt inderdaad, zeggen Sondervan en Aloud Saïd. Sondervan: ‘We weten inmiddels goed wat werkt en wat niet, zowel uit onderzoek als ervaring’. Die lessen worden steeds vaker gedeeld met andere initiatieven. Naast aanbod voor wijkbewoners biedt Cybersoek sinds kort ook een Train-de-Trainer cursus voor professionals. In die cursus delen vrijwilligers en professionals van Cybersoek opgedane kennis en ervaring bij het uitvoeren van een digitaal programma aan andere professionals en vrijwilligers in het veld. ‘Die training zijn we nu verder aan het ontwikkelen en verspreiden om onze aanpak zichtbaar te maken en te delen. We ontwikkelen een digitaal platform waar we onze expertise en bestaand materiaal delen. Hierbij leggen we uit hoe wij dit inzetten en vooral ook voor welk type bezoeker dit passend is. Maatschappelijke organisaties - ook buiten Amsterdam - tonen interesse in onze werkwijze en methodiek. We zien, twintig jaar na de opening van Cybersoek als digitaal trapveld, dat ondersteuning van mensen met beperkte basisvaardigheden nog heel hard nodig is.’

Wat werkt bij een aanpak voor verbeterde digitale vaardigheden in de wijk?

  • Een lage drempel om binnen te lopen
  • Een positieve naam voor activiteiten
  • Een informele, gezellige en niet-schoolse leeromgeving
  • Gratis (of bijna gratis) en flexibele deelname aan activiteiten
  • Veel persoonlijk contact (geen docent-leerling verhouding)
  • Een divers team van professionals en vrijwilligers uit de buurt, waaraan je je kan relateren