Internationale verplichtingen bij aanpak huiselijk geweld
Door de decentralisaties is veel nationaal beleid nu gemeentebeleid geworden. Zo ook de preventie en aanpak van huiselijk geweld. Dat betekent dat het Rijk daarmee afhankelijk is van gemeenten om te voldoen aan internationale verdragen.
In dit artikel aandacht voor het VN-Vrouwenverdrag, het Verdrag van Istanbul en het Mensenrechtenverdrag. Wat betekenen deze verdragen voor de preventie en aanpak van huiselijk geweld binnen gemeenten? Hieronder geven we een aantal checklists weer die helpen om de stand van zaken op te maken.
VN-Vrouwenverdrag en Verdrag van Istanbul
Zowel het VN-vrouwenverdrag als het Verdrag van Istanbul verplichten landen tot het aanpakken van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld, waarbij het Verdrag van Istanbul ook expliciet noemt dat deze aanpak gendersensitief moet zijn. Deze verdragen zien geweld tegen vrouwen (VN-definitie: geweld dat gepleegd wordt tegen vrouwen omdat zij vrouw zijn en geweld dat vrouwen bovenmatig treft) als een vorm van discriminatie van vrouwen en als mensenrechtenschending.
Internationale verdragen stellen eisen aan de nationale overheid. In Nederland werken die eisen door naar het lokale en regionale niveau, aangezien belangrijke verantwoordelijkheden voor de aanpak van huiselijk geweld dáár zijn neergelegd.
Het gaat dan onder andere om de volgende eisen:
- Er is nationaal beleid ter preventie en bestrijding van gendergerelateerd geweld.
- De aanpak van huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen wordt gemonitord.
- Er zijn preventiestrategieën aanwezig, gericht op het veranderen van attitudes en gedrag van burgers.
- Burgerinzet in preventie en aanpak van partnergeweld, waaronder die van mannen en jongens, wordt gestimuleerd.
- Alle professionals die te maken krijgen met gendergerelateerd geweld worden getraind om hier op een gendersensitieve manier mee om te gaan, en gebruiken richtlijnen voor een gendersensitieve aanpak.
- Er worden gegevens verzameld over de omvang van de verschillende vormen van partnergeweld, en deze worden uitgesplitst naar sekse, culturele achtergrond en andere relevante kenmerken.
- Er wordt onderzoek gedaan naar de oorzaken, achtergronden en gevolgen van de verschillende vormen van geweld tegen vrouwen/huiselijk geweld.
- Er wordt door de overheid samengewerkt met niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en de ‘civil society’ in de aanpak van het geweld; activiteiten van maatschappelijke organisaties worden door de overheid gesteund en gefinancierd.
- Op andere beleidsvelden/rechtsterreinen worden maatregelen genomen om de positie van slachtoffers van geweld tegen vrouwen/huiselijk geweld te beschermen of te verbeteren. Bijvoorbeeld op het gebied van echtscheiding, gezag en omgang, kindermishandeling, sociale zekerheid, vreemdelingen-recht, arbeidsrecht en woonrecht.
BAAT-model: mensenrechten en lokaal beleid
Het College van de Rechten van de Mens schrijft geregeld over de aanpak van huiselijk geweld. Wanneer deze aanpak tekort schiet, ziet het College dit als een bedreiging of schending van de mensenrechten. Om gemeenten te helpen met de vraag of hun beleid voldoet, hanteren zij het zogeheten BAAT-model.
BAAT staat voor:
- Beschikbaarheid: is hulp en ondersteuning beschikbaar voor alle doelgroepen?
- Aanvaardbaarheid: is hulp en ondersteuning zo ingericht dat het voldoet aan (medisch-) ethische standaarden? Wordt het op zo’n manier aangeboden dat het cultureel aanvaardbaar is, dus respectvol met verschillen omgaat?
- Aanpasbaarheid: kan het beleid rekening houden met verschillen die in ruimte of tijd ontstaan?
- Toegankelijkheid: kan iedereen fysiek en economisch gezien de hulp bereiken die men nodig heeft? Is informatie toegankelijk aangeboden? Is er geen bedoelde of onbedoelde discriminatie en uitsluiting van bepaalde groepen?
Alle professionals die te maken krijgen met gendergerelateerd geweld worden getraind om hier op een gendersensitieve manier mee om te gaan
Gendersensitief beleid voor gemeenten
In de handreiking Gendersensitief handelen bij huiselijk geweld: wat doet de gemeente worden drie manieren gesuggereerd waarop gemeenten kunnen sturen:
- Gemeentelijk beleid; opnemen van gendersensitiviteit in visie en doelstellingendergen.
- De rol van opdrachtgever in de vormgeving van de aanpak; zowel formele afspraken met uitvoerders als het meer informele gesprek met hen, het faciliteren van kennisverwerving op dit thema en het beschouwen van actuele ontwikkelingen door een genderbril.
- Monitoring en evaluatie; opnemen van gendersensitiviteit in de werkwijzen voor monitoring en evaluatie.
'Gendersensitief handelen bij huiselijk geweld: wat doet de gemeente' is onderdeel van de toolkit 'Voorbij vooroordelen en stereotypes' en is ontwikkeld door Regioplan, Atria en Movisie, met ondersteuning van de ministeries van OCW, VWS en V&J.
Onze ambitie
Nederland heeft op meerdere manieren een uitzonderingspositie als het gaat om de aanpak van huiselijk geweld. Wij hebben het over huiselijk geweld, terwijl veel andere landen spreken over geweld tegen vrouwen, en wij hebben een gedecentraliseerd stelsel. Toch hebben we te maken met internationale verplichtingen, die ons kunnen ondersteunen in onze ambities.