‘Een inwoner bestaat niet uit domeinen’

Integrale toegang en zorg voor mensen met meervoudige psychosociale problemen

De inwoner zo goed mogelijk helpen, ook wanneer deze hulpvragen in verschillende levensdomeinen heeft. Movisie en MIND gingen in 2022 samen op zoek naar samenwerkingsvormen en initiatieven die zich op de scheidslijn van het sociaal domein en de GGZ bevinden. Want een inwoner met psychische problemen heeft dikwijls ook hulpvragen op andere levensdomeinen. Hoe wordt in verschillende regio’s tussen deze domeinen samengewerkt? Wat is de veranderkundige opgave?

Op 10 november kwamen de verschillende initiatieven samen voor een reflectiebijeenkomst. Wat houden deze initiatieven in? Wat kunnen ze van elkaar leren? En hoe kunnen deze lessen ook elders in Nederland worden geïmplementeerd? In dit artikel presenteren we de opgedane inzichten. Het blijkt dat verandering vanuit verschillende kanten aangezwengeld kan worden. Waar de initiatieven overeenkomen in haar doel – de inwoner zo goed en drempelloos mogelijk helpen – verschillen ze in startpunt. 

Toegang en GGZ

Voor een introductie van de verschillende initiatieven en samenwerkingsvormen verwijzen wij je graag door naar de artikelen die daarover verschenen. Deze artikelen zijn gebaseerd op groepsinterviews waarin het initiatief, de randvoorwaarden en leerpunten centraal staan. Naast het spreken van professionals en bestuurders gingen we ook in gesprek met cliënten uit Zeist en brachten we een bezoek aan de huiskamer in Zaandam. Kijk voor alle artikelen op de overzichtspagina: Toegang en GGZ.

Terugblik reflectiebijeenkomst 10 november 2022 

Sonja van Rooijen, senior projectmedewerker Movisie, trapt de reflectiebijeenkomst af met de vraag: ‘Wat is het bijzondere aan jullie manier van werken?’ De initiatieven zijn allemaal anders en zo ook de antwoorden. Maastricht heeft veel bekendheid gekregen met De Nieuwe GGZ (DNG) en de herstelgerichte aanpak in twee wijken. Bijzonder is de nauwe samenwerking met huisartsen, ervaringsdeskundigen, sociaal werkers en medewerkers van het FACT-team (psychiaters/psychologen/SPV). Met elkaar vormen zij het DNG team. Voorafgaand aan en tijdens een consult wordt samen met de hulpvrager gezocht naar welke zorg het beste aansluit bij de vraag en wie daarbij betrokken moet worden. Gedurende de hulpverlening blijven de hulpverleners onderling afstemmen en weten ze elkaar te vinden bij vragen.  

Doorzettingsvermogen is nodig om het roer radicaal om te gooien

Zaanstreek-Waterland onderscheidt zich door zowel gevraagde als ongevraagde hulpverlening te bieden. Voor de medewerkers in het Meldpunt & Advies Bijzondere Zorg geldt dat zij vaker bij een cliënt langs kunnen gaan, ook wanneer deze geneigd is om het contact met hulpverleners af te houden. Daarnaast brengen zij in de sociale wijkteams kennis in over psychische hulpvragen met als doel deze zoveel mogelijk via de wijkteamsop te pakken en te voorkomen dat er opnieuw bemoeizorg geboden moet worden.  

Indicatievrij  

In Nijmegen in de wijk Lindenholt werkt het buurtteam volwassenen indicatievrij én met ervaringsdeskundigen van Ixta Noa. Buurtteammedewerker Bregje Oprins vertelt: ‘Doordat wij de wijk goed kennen en indicatievrij werken, kunnen inwoners met een hulpvraag snel geholpen worden. Hierdoor is het ook makkelijker om af te sluiten wanneer er geen hulpvraag meer ligt en op te schalen wanneer intensievere hulp nodig is.’ 

11 december 2023: landelijke bijeenkomst Toegang

Op 16 mei 2022 kwamen professionals uit het land bij elkaar om de balans op te maken tijdens de eerste editie van de landelijke bijeenkomst Een betere toegang voor inwoners in het sociaal domein. Op 11 december 2023 zal de tweede editie plaatsvinden. Op deze live bijeenkomst delen we ervaringen, successen en uitkomsten van nieuwe studies en lerende praktijken.

Lees meer

‘Ik wil, ik kan en ik heb nodig’ 

Het samenwerken met ervaringsdeskundigen, met hulpverleners vanuit verschillende domeinen om tafel, geen wachtlijsten en minder administratieve druk is de kracht van de gebiedsgerichte aanpak in Oss in de wijk Ruwaard. De betrokken partijen hebben mensen en middelen gebundeld zodat mensen die meervoudige hulp nodig hebben hier gemakkelijk toegang toe krijgen. In de wijk Ruwaard denken verschillende partners van wonen, zorg en welzijn en werk samen na over de organisatie van en verschuiving naar collectieve en preventieve ondersteuning voor inwoners. Consulent Inkomen Esli Voet: ‘De inwoner staat centraal. We maken samen met de inwoner een plan op verschillende leefgebieden door de vragen ‘Ik wil, ik kan en ik heb nodig’ te bespreken. We kijken van tevoren welke medewerkers met welke expertise aansluiten tijdens dit gesprek. Dit gesprek vindt altijd plaats bij de inwoner thuis.’  

Statement  

Wat maakt dat deze manier van werken succesvol is in de bovenstaande voorbeelden? Voor alle initiatieven geldt dat er vooraf een krachtig statement is gemaakt: we willen het echt anders organiseren en niet meer werken vanuit gescheiden domeinen met alle schotten en obstakels van dien. Want daardoor kunnen hulpverleners niet doorpakken en ondervinden cliënten hinder van wachtlijsten. Zij moeten na een doorverwijzing steeds opnieuw hun problemen op tafel leggen.  

Lef en doorzettingsvermogen is nodig om het roer radicaal om te gooien. De bereidbaarheid om samen te werken met partijen die voorheen niet de ‘natuurlijke’ samenwerkingspartners waren, moet voorop staan. Dat betekent dat professionals zich openstellen voor elkaars werkwijze. Het gaat om een andere mindset en de bereidheid om hier extra tijd in te investeren. Dat dit niet altijd eenvoudig is, blijkt uit de aanvulling van Psychiater Boris Klingenberg (Maastricht): ‘Niet alle hulpverleners sluiten zich aan bij onze werkwijze en financiële ondersteuning vanuit zorgverzekeraars blijft achter.’  

In alle lagen zijn we op zoek gegaan naar drijfveren om het anders te gaan doen

Samen blijven leren 

In de Ruwaard in Oss hebben de betrokkenen gezamenlijk zowel middelen als tijd geïnvesteerd om de succesvolle aanpak uit te breiden naar andere wijken. Dit is een hoopvol maar ook spannend proces omdat er altijd lokale verschillen zijn waar je op in moet spelen. Het is een continu proces waarbij met en van elkaar geleerd wordt. Dit vraagt tijd. Esli Voet: ‘We hebben hiervoor een leerhuis opgezet. Alle medewerkers worden getraind in de samenwerkwijze. Ook worden de medewerkers van de wijkteams in Oss en de andere netwerkpartners getraind in de vraagverheldering; in de wandelgang aangeduid als ‘ik wil, ik kan en ik heb nodig’. Daarnaast hebben we ook leersessies waar we met elkaar en van elkaar leren.’ 

Bottom-up én top-down 

Wat is nodig om dit soort initiatieven ook elders van de grond te krijgen en welke belangrijke factoren spelen hierin een rol? In Maastricht wordt ingespeeld op de kracht van mensen die verandering op gang willen brengen in de huidige werkwijze. Boris Klingenberg (Maastricht): ‘Werk bottom-up waarbij van tevoren helder gedefinieerd is wat je visie op zorg is. En dan bedoel ik niet een visiebeschrijving van 20 pagina’s, maar samen bepalen hoe je het anders wilt gaan doen en hiermee aansluiten bij het lokale sociaal domein en de huisarts.’  

Domeinoverstijgende samenwerking kun je niet alleen opzetten

Annemieke Ackermans (Oss): ‘Ik geloof dat het niet alleen bottom-up kan. In Ruwaard is de samenwerkwijze ontstaan omdat bestuurders elkaar gevonden hebben en zich sterk hebben gemaakt voor een radicaal andere aanpak. In alle lagen zijn we op zoek gegaan naar drijfveren om het anders te gaan doen. De inhoud bouwden we wel bottom-up. Uiteindelijk is de werkwijze door de professionals uit de verschillende domeinen bedacht, in een gezamenlijk proces.’ Esli Voet vult aan: ‘Als je het bottom-up gaat doen, heb je steun nodig vanuit je manager.’ Dat blijkt ook een belangrijke voorwaarde om een pilotproject te verbreden. Leon van der Cruijsen, teamcoach bij De Nieuwe GGZ in Maastricht: ‘Ons team is gewend om buiten de lijntjes te kleuren, wij professionals kennen de knelpunten. Maar ons management staat toch meer op afstand van de praktijk.’ Boris Klingenberg: ‘Daarnaast zijn er veel verschillen. Als ik kijk naar mijn eigen beroepsgroep, de psychiaters, hebben zij allemaal andere ideeën over wat goede zorg is.’ 

Een domeinoverstijgende samenwerking kun je niet alleen opzetten. Je hebt elkaar nodig. In de Ruwaard in Oss is op alle niveaus het belang van deze manier van werken doorgedrongen: inwoner, professional, manager, bestuurder en toezichthouder. Gezamenlijk hebben zij een statement gemaakt om het radicaal anders te gaan doen. Annemieke Ackermans: ‘Verandering kost tijd en vraagt lef.’ 

Durf  

In Nijmegen toonde de gemeente eveneens de durf die nodig is om te veranderen. Buurtteammedewerker Bregje Oprins: ‘Uiteindelijk heb je ook een financierder nodig die achter je staat; in ons geval de gemeente. De gemeente is in het diepe gesprongen en heeft gezegd: wij willen dat het beter wordt voor de inwoner en daarom gaan we anders werken. Vervolgens is het belangrijk dat de mensen op de werkvloer daarin meegaan.’ Haar collega en ervaringsdeskundige Brechje Geutjes vult aan: ‘Hier spreekt ook vertrouwen uit. Zo is dagbesteding indicatievrij; een inwoner vraagt hier niet voor niks om.’  

We zullen anders moeten gaan nadenken over de gezondheidszorg

Verandercultuur  

Sonja van Rooijen: ‘Er zijn ook elders in het land mooie kansrijke initiatieven gaande en de voorbeelden voor integrale zorg zijn voorhanden. Hoe kunnen we deze beweging breder trekken en het proces versnellen?’ Thomas Pruijsen, projectmedewerker bij MIND, stelt dat we in bepaald opzicht de wind in de zeilen hebben omdat er meer aandacht is voor preventie en meer accent op herstel en integrale zorg en mentale gezondheid. ‘Juist doordat we vaak zien dat het mis gaat bij inwoners en dat zij vastlopen komen de knelpunten op tafel bij uitvoerenden en management. Het wordt uiteindelijk noodzaak om een omslag te maken.’ De ervaringen in Oss leren dat hulpverleners hier graag aan willen bijdragen. Esli Voet: ‘Wij als professionals willen ook heel graag samenwerken in Ruwaard. Dit begint bij elkaar leren kennen. We hebben geïnvesteerd in onze onderlinge band, het vertrouwen en een teamgevoel. Het is belangrijk dat hier aandacht voor is. Vier daarnaast successen met elkaar, hoe klein ook.’  

Druk ombuigen naar verandering 

Gerard de Roos, directeur-bestuurder Ixta Noa: ‘Partijen moeten elkaar leren kennen en nieuwsgierig zijn naar elkaar. Vervolgens kunnen zij gedeelde waarden creëren zodat ze vanuit een gedeeld standpunt vertrekken. Hierbij is het belangrijk dat ze elkaar blijven vragen waar behoefte aan is. Soms helpt het dan als er ergens druk ligt, zoals de wachtlijsten in de GGZ nu. Deze druk kan je ombuigen naar verandering: omarm het. ‘Never waste a good crisis’. Dit draagt bij aan visieontwikkeling: ‘hoe kunnen we het beter doen?’’ 

Een nieuwe kijk op zorg en gezondheid 

Momenteel bevinden we ons in een beweging en is er (veel) meer toenadering tussen de GGZ en het sociaal domein. Dit hangt samen met het personeelstekort en minder financiën maar juist ook met de veranderde visie op gezondheid. Herstelondersteunende zorg en positieve gezondheid krijgt veel meer nadruk. Leon van der Cruijsen: ‘We zullen anders moeten gaan nadenken over de gezondheidszorg. Nu zijn het vaak enthousiaste initiatieven die op lokaal niveau proberen om beweging tot stand te krijgen. Zij hebben de tijd mee. De komende jaren is de DSM 5, het classificatiesysteem van psychiatrische aandoeningen, niet meer leidend als we het hebben over welke zorg iemand nodig heeft. Ik ben ervan overtuigd dat die verandering eraan zit te komen. Ook bij collega’s die nu nog niet meegaan in deze manier van denken.’ Tegelijkertijd geeft hij aan dat politieke druk op zorgverzekeraars en gemeenten belangrijk is om daadwerkelijk met een financiële en organisatorische oplossing te komen. ‘We hebben behulpzame kaders nodig, want alleen krijgen we het niet opgelost.’  

Zet de inwoner weer centraal 

Tot slot noemt Annemieke Ackermans: ‘Ga bij alles wat we bedenken aan plannen terug naar de inwoner en de wijk. Dit raken we soms kwijt.’ Ervaringsdeskundige Brechje Geutjes beaamt dit: ‘Als cliënt ben ik er tegen aangelopen dat verschillende problemen niet tegelijkertijd werden opgepakt, ook wanneer ik dit aangaf. Er was weinig aandacht voor omdat hulpverleners ‘daar niet voor waren.’ Laat cliënten daarom meepraten; zij zullen ideeën aandragen over samenwerken. Ervaringsdeskundigen kunnen juist ook bij het maken van plannen op bestuursniveau goede ideeën inbrengen.’ Een inwoner bestaat tenslotte niet uit domeinen. Daarom is het belangrijk dat meervoudige hulpvragen integraal worden opgepakt.  

Bevindingen en belangrijke aandachtspunten uit de groepsinterviews: 

  • Werken vanuit een bepaalde structuur verander je niet zomaar: een verandercultuur is gewenst 
  • De behoefte aan labels in onze maatschappij is een uitdaging (we denken en werken snel in hokjes) 
  • Organisaties moeten bereid zijn gezamenlijk tijd en geld te investeren in een samenwerking 
  • Het draait vaak om personen: wanneer sleutelpersonen verdwijnen kan het moeilijk zijn om het draaiende te houden 
  • Tijd maken voor overleggen op casusniveau, echter, deze worden als eerste afgezegd, en krapte op de arbeidsmarkt 
  • De AVG wordt als beperking gezien om integraal te mogen werken 

Verbetertraject Toegang

In Verbetertraject Toegang werken gemeenten, maatschappelijke organisaties en inwoners samen aan een merkbaar verbeterde toegang tot ondersteuning in het sociaal domein. Als onderdeel van dit verbetertraject gaan MIND en Movisie samen op zoek naar goede initiatieven, die zich bewegen op de scheidslijn tussen het sociaal domein en de GGZ. 

Lees hier meer artikelen over Toegang en GGZ