De inzet van ervaringsdeskundigen bij de gemeente Utrecht

Interview met Marijke Braams, senior programmamanager, gemeente Utrecht

De gemeente Utrecht begon in 2019 met de inzet van ervaringswerkers bij de Actie Agenda Utrechters Schuldenvrij. Programmamanager Marijke Braams vertelt over hoe de inzet van ervaringswerkers gestalte kreeg. En er breed draagvlak was voor de meerwaarde van hun inzet. ‘Het lukt hen om Utrechters in beweging te krijgen in situaties waarin dit onze gemiddelde ambtenaren vaak niet lukt.’ 

‘Het begon zo’n drie jaar geleden’, opent Marijke Braams het gesprek. Braams werkte net als programmamanager en was verantwoordelijk voor de inzet van ervaringsdeskundigheid bij schulden in de gemeente. In chronologische volgorde schetst ze welke gebeurtenissen en aspecten een belangrijke rol hebben gespeeld in wat in Utrecht gestalte heeft gekregen: de inzet van zes ervaringswerkers op het onderwerp schuldhulpverlening. Een groot draagvlak binnen de organisatie en bij de samenwerkingspartners. Het vertrouwen dat er structureel budget is voor de inzet van ervaringsdeskundigheid. En bovendien de overweging dat binnen andere domeinen van de gemeente ook ervaringswerkers van waarde kunnen zijn.

‘Het ís ook een heel positief verhaal!’, aldus Braams als reactie op de opmerking van de interviewer dat dit klinkt als een ‘hallelujaverhaal’.

Stadsgesprek

Terug naar drie jaar geleden, toen Braams startte in haar huidige functie. ‘Allereerst was de gedrevenheid van de, toen net begonnen, wethouder Linda Voortman om de schuldenproblematiek ‘versneld, vernieuwend en steviger’ aan te pakken een belangrijke katalysator. Onderdeel van dit nieuwe beleid was de Actie Agenda Utrechters Schuldenvrij. Een van de onderdelen van die agenda was dat er in december 2018 een stadsgesprek werd georganiseerd. Daarbij werden Utrechters opgeroepen om met goede ideeën te komen om de schuldenaanpak te verbeteren.

Tussen de zeshonderd reacties zaten honderd leuke ideeën. Er zijn dertig ideeën geselecteerd waarvan de indieners mochten pitchen. Een van die pitches was van Cynthia en Rob*. Zij pleitten er voor om de inzet van ervaringswerkers op te nemen in de Actie Agenda. Hun idee werd ter plekke omarmd; iedereen was enthousiast. Niet alleen de gemeente, ook vertegenwoordigers van aanwezige maatschappelijke partners.’ 

Wat was de kiem van dat gedeelde enthousiasme?

Braams: ‘Het besef, bij zowel gemeenteambtenaren als partners in de stad, dat ervaringswerkers met alles wat ze inbrengen iets toevoegen aan de kennis van de ambtelijke organisatie. Dat ze met datgene dat ze meenemen, écht van toegevoegde waarde zijn voor het succes van de Actie Agenda. Ook voor het slechten van de kloof tussen lokale overheid en burger is die toegevoegde waarde er. Absoluut.’ (Lees ook: Toegevoegde waarde van de ervaringswerker in de praktijk).

Taboe doorbreken

De pitch leidde tot de aanstelling van twee ervaringswerkers bij de gemeente per juni 2019 voor een functie van 24 uur per week. Opmerkelijk genoeg waren het Cynthia en Rob die werden aangenomen. ‘We hebben netjes de sollicitatieprocedure gevolgd. Zij staken allebei eenvoudigweg met kop en schouders boven de rest van de kandidaten uit,’ aldus Braams. Ze heeft de vacaturetekst erbij gepakt en somt op wat daar destijds in stond. Belangrijke taak in het werk is het meehelpen aan het doorbreken van het taboe rond schuldproblemen, mensen stimuleren hun geldzorgen bespreekbaar te maken, jouw ervaringen delen op trainingen, bijeenkomsten en gesprekken, en de praktijkkennis in te zetten voor begrijpelijke gemeentelijke informatie en communicatie.

Aanbellen en daarna samen die schoenendoos doorspitten

Na ongeveer een half jaar werd volgens Braams duidelijk dat Rob één ding wilde en daar vooral goed in was. Het praktische ondersteuning bieden aan inwoners op weg naar een schuldentraject. ‘Rob wilde ze opzoeken, aanbellen, zijn hulp aanbieden. We hebben gezegd: “Ga dat maar doen”. We hebben de functie ingebed in de ambtelijke organisatie.’

Je kunt puur op ervaringsdeskundigheid niet een volwaardige arbeidsplaats aanbieden.

Cynthia had een meer diffuse rol. Zij vertelde haar ervaringsverhaal bij trainingen en bijeenkomsten, maar haar activiteiten omvatten niet de uren waarvoor ze was aangesteld. Hieruit trokken de gemeente en Braams hun conclusie: ‘Je kunt puur op ervaringsdeskundigheid geen volwaardige arbeidsplaats aanbieden. Daarna hebben we geprobeerd samen met Cynthia te kijken of ze haar ervaringsdeskundigheid ten dienste kan stellen van een andere rol. Dat is niet gelukt. We hebben een half jaar geleden afscheid van elkaar genomen. In goed overleg want Cynthia zag ook in dat ze niet goed tot haar recht kwam. We hadden niet genoeg werk voor haar. Ze verveelde zich geregeld.’

Rob daarentegen heeft een vast contract. Braams: ‘Hij kreeg vanaf het begin, van de gemeente, de ruimte om te doen wat hij wilde doen. Dat was bij de mensen langs gaan. Die facilitering en dat mandaat vanuit de gemeente is erg belangrijk. We kregen in de Actie Agenda volledige vrijheid. Belangrijk is natuurlijk dat we extra middelen hebben gekregen.’

Ze spreken de taal

Rob en het succes van zijn werk als praktijkondersteuner hebben de weg geplaveid voor meer ervaringswerkers bij de gemeente Utrecht. Er zijn inmiddels vijf andere ervaringswerkers aangesteld. Braams: ‘Zij snappen heel goed waar inwoners tegenaan lopen. Ze spreken de taal, sommigen zelfs plat Utrechts. Het lukt hen om Utrechters te bereiken in situaties waarin het de gemiddelde ambtenaar niet lukt. Ze bieden heel praktische hulp. Ze gaan naast de mensen zitten, openen schoenendozen met allerlei formele brieven, ze brengen overzicht in het aantal schuldeisers, ze vragen informatie op…’

Volgens Braams is de aanstelling van deze ervaringswerkers een gouden greep. ‘Hiervoor lag dat werk op het bordje van de medewerkers van de buurtteams. Echter het lukte hen onvoldoende om deze noodzakelijke ondersteuning te bieden. Het ontbreekt hen vaak aan de benodigde tijd en soms ook aan kennis over financiële problemen. Onze ervaringswerkers hebben een leemte gevuld. Ze bereiken veel mensen en overtuigen hen bijvoorbeeld om een schuldentraject in te gaan.’

Vervolgplan

Braams is momenteel bezig met het schrijven van een vervolgplan op de Actie Agenda en het opstellen van een nieuwe begroting. Ze vindt het een goed teken dat bij samenwerkingspartners van de gemeente een unaniem antwoord klonk op de vraag: “Wat moet er in elk geval doorgang vinden in een nieuwe Actie Agenda?”, namelijk: de inzet van ervaringswerkers. Ze heeft er zelf ook vertrouwen in dat er structureel geld voor ervaringswerkers wordt vrijgemaakt: ‘Deze zes zijn deze investering dubbel en dwars waard.’

Braam erkent dat Rob als pionier met het succes van zijn werk, een belangrijke rol speelde bij het vergroten van het draagvlak voor de inzet van ervaringswerkers bij de gemeente en partners: ‘Dat was er niet in die mate geweest als Rob niet zo’n kei van een praktisch ondersteuner zou zijn geworden. Denk goed na over de rol die iemand past. Dit moet een rol zijn waarin iemand zijn ervaringsdeskundigheid tot het uiterste kan inzetten. En waarin juist die ervaringsdeskundigheid van enorme toegevoegde waarde is, zonder dat er in de functie ’ervaringsdeskundige’ staat. Dat laatste was voor Rob van wezenlijk belang. Hij zegt: “Ik ben een praktische ondersteuner”.’ 

Ervaringswerkers overbruggen de kloof tussen lokale overheid en burger.

Ervaringswerkers bij de gemeente Utrecht zijn ervaringsdeskundig op het gebied van armoede en schulden. Evengoed zouden op andere onderwerpen in het sociaal domein ervaringswerkers nuttig werk kunnen verrichten. Wordt dat overwogen?
Braams: ‘Er is een opgave bij de gemeente Utrecht deze heet opgave Jongvolwassenen. Daar is een jongere in dienst genomen die alle communicatie over activiteiten meeleest. Ook kan ik me voorstellen dat in een volgende collegeperiode veel aandacht uitgaat naar beleid om veiligheid te vergroten en criminaliteit te bestrijden. Ook daarin kan ervaringsdeskundigheid van waarde zijn om iemand in dienst te nemen die dit circuit van binnenuit heeft gekend. Ik denk zeker dat het verder op allerlei terreinen in het sociaal domein kan werken.’

Wat adviseer je andere gemeenten die willen starten met de inzet van ervaringswerkers? 

Braams: ‘Begin eraan, maar niet met al te vastomlijnde verwachtingen. Je kunt samen met de ervaringswerker zoeken naar waar hij of zij de meeste waarde kan toevoegen. Realiseer je dat het gaat om mensen voor wie, tot voor kort, de gemeente bepaald niet hun grootste vriend was. Zij hebben heel wat te overwinnen als ze in dienst komen bij diezelfde gemeente. Kijk dus wat een ervaringsdeskundige leuk vindt en wat zijn of haar kwaliteiten zijn. Biedt aan de andere kant wel structuur en vastigheid. Maak een gedetailleerd en goed inwerkprogramma. Zorg voor een begeleider op inhoud en een begeleider die zich over hun persoonlijke wel en wee ontfermt. Het vraagt meer dan bij een gewone vacature.

Verder vond ik het cruciaal om minstens twee mensen aan te stellen zodat ze houvast hebben aan elkaar. Voorkom het risico dat iemand komt te zwemmen in de organisatie.’

Toegevoegde waarde van de ervaringswerker in de praktijk

Tot voor kort ging Utrecht als volgt te werk bij de aanpak van schulden: als iemand zich meldde met problematische schulden en er iets aan wilde doen dan volgde er een ‘driegesprek’ tussen de betreffende inwoner, de buurtteammedewerker en een medewerker van schulddienstverlening. Er werd dan gekeken naar de precieze situatie en of de betreffende inwoner in aanmerking kwam voor een schuldregeling. Braams: ‘Het lukte ons onvoldoende om inwoners echt uit de schulden te begeleiden. We verloren zes van de zeven inwoners uit beeld. Het is mooi om te zien dat het ervaringsdeskundigen wel lukt om hen vast te houden en te begeleiden naar een schuldenvrije toekomst.’ 

Minder uitval

Het percentage inwoners dat succesvol aan een schuldentraject deelneemt, ligt nu veel hoger. Het is nog niet optimaal stelt Braams, maar niettemin: ‘het is absoluut een pré van de ervaringswerkers die vanuit hun eigen ervaring mensen kunnen motiveren, overhalen en overtuigen dat het hen gaat helpen wanneer ze een schuldregeling treffen. Ze zijn van grote waarde bij het overbruggen van de kloof tussen lokale overheid en burger.’ 

* Cynthia en Rob zijn gefingeerde namen.

Dit is de eerste uit een serie interviews over ervaringsdeskundigen in organisaties. In het voorjaar van 2022 verschijnt hierover een publicatie bij Movisie.