Kraamschudden met regenboog-muisjes

En toen waren ze er opeens. Gewoon. Zomaar. Zonder vooraankondiging. Op zondagochtend. Op mijn beschuit. Mijn lief had ze gevonden bij de Jumbo. Muisjes in alle kleuren van de regenboog. Toen mijn kind geboren werd zochten we ernaar. Twintig jaar geleden is dat. Uiteindelijk kozen we voor gestampte muisjes voor op de traditionele beschuiten en ernaast een bakje kleurrijke M&M’s, omdat dat zijn initialen zijn.

Ik blijf het een bijzonder fenomeen vinden, die indeling in roze en blauw bij muisjes, kaartjes, kleding, speelgoed. Aan de indeling in twee geslachten zijn we zo gewend dat het logisch lijkt. Maar het wordt een uitdaging als het gaat om de eigenschappen en karaktertrekken die toegedicht worden aan het geslacht dat bij geboorte toegewezen en geregistreerd wordt. Die zetten mensen in het keurslijf van het ene of van andere geslacht. Ik vind het wonderlijk. We nemen beschrijvingen die horen bij de geboortehoroscoop toch ook niet als leidraad voor hoe we een leven inrichten? En daar zijn tenminste nog twaalf varianten van. Waarom nemen we genoegen met twee varianten, twee uitersten, die vrijwel niemand helemaal passen en blijven we de (voor)ingenomen eigenschappen ervan reproduceren? En waarom die behoefte om het te pas en te onpas te benoemen? Ook in bevestigende of corrigerende zin: ‘Dat is echt typisch meiden/jongens-gedrag’, of: ‘Zo doen meisjes/jongens toch niet?’ Bloedirritant is het, als ik mezelf op zo'n soort gedachte betrap. Ik ben gestopt met ze uit te spreken.

Gender en sekse

Tegenwoordig begint de tweedeling al voor de geboorte, met een - uit het Engels geleende woord - ‘Gender Reveal-party’. Eigenlijk gaat het om sekse-onthullingsfeestje, want gender verwijst naar hoe iemand zich voelt. Dat kan een pasgeborene nog niet voelen, laat staan zich erover uiten. Een kleine 4% van de mensen identificeert zich niet met het geslacht dat is toegewezen bij de geboorte en laten we wel zijn, wat wéten we nu eigenlijk echt van iemand net na z’n geboorte? We weten alleen zeker met welke uiterlijke geslachtskenmerken een kind geboren is. En ook dat is niet altijd helemaal duidelijk, want 1 op de 90 mensen wordt geboren met een lichaam dat niet helemaal overeenkomt met het heersende beeld van een mannen- of vrouwenlichaam. Het lichaam zit dan net even anders in elkaar, bijvoorbeeld op het gebied van chromosomen, hormonen of geslachtsdelen. Het maken van een tweedeling in de samenleving op basis van geslachtsdelen die bij geboorte aanwezig zijn, komt niet overeen met de geleefde werkelijkheid en is beperkend voor de ontwikkeling van kinderen, en eigenlijk voor iedereen. 

Hoera een mensje!

Er zijn mensen al jaren bezig met een lobby bij broodversierder De Ruijter om hen regenboogmuisjes te laten maken. En toen waren ze er opeens. Zomaar. Dank je wel voor de Anijs Pret in de vorm van muisjes in alle kleuren van de regenboog! Dat biedt ruimte, naast de andere muisjes. Dank je wel Leentjes. Blijmakers noemen ze zichzelf en het werkt. Ik word daar blij van: meer ruimte voor variatie. Ruimte voor meer variatie is nodig om kinderen te laten worden wie ze zijn. Dus laten we wat vaker zeggen: ‘Hoera, een mensje’ en doosjes Anijs Pret geven aan de kersverse ouders bij het kraamschudden. Heb je meteen een goed verhaal!