De kracht van samenwerken bij het organiseren van vrijwilligerswerk voor LVB jongeren

Een interview met de projectleiders van Aan de slag in de speeltuin

Hoe kunnen fondsen of belangenorganisaties bijdragen aan initiatieven gericht op het geven van een meer volwaardige plek in de samenleving voor mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB)? Op 10 september vertellen Wilma Nugteren van Jantje Beton en Stephanie van Altena van HandicapNL over de voordelen en uitdagingen vanuit de ervaringen met het project ‘Aan de slag in de speeltuin’. Movisie stelde vier vragen vooraf.

In het project Aan de slag in de speeltuin, mogelijk gemaakt door de VriendenLoterij, slaan Jantje Beton en HandicapNL de handen ineen om jongeren met een verstandelijke beperking aan een werkplek te helpen. Dat geeft deze jongeren een groter gevoel van eigenwaarde. De jongeren vervullen ook een belangrijke taak. Door te voorzien in onderhoud kunnen speeltuinen die kampen met een tekort aan vrijwilligers, toch open blijven. Jantje Beton en HandicapNL vervullen een verbindende rol tussen speeltuin, vrijwilligersorganisatie, VSO-school of zorgorganisatie. Inmiddels hebben vele vrijwilligers met LVB met plezier een plek gevonden.

1. Jullie spelen een verbindende rol, hoe werkt dat concreet?

Wilma Nugteren: ‘Jantje Beton roept speeltuinen en kinderboerderijen op in hun netwerk om te kijken of ze jongeren met een (licht) verstandelijke beperking als vrijwilliger kunnen inzetten. Ook gaan we lokaal op zoek naar zorginstellingen en scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO-scholen). We vertellen over de unieke kansen die aan een samenwerking zitten.’

Stephanie Altena vult aan: HandicapNL wijst de cliënten van zorginstellingen en de stagecoördinatoren van VSO-scholen op mogelijkheden. Welke taken zouden de LVB-jongeren kunnen doen? En op welke werkdagen in de week? Nadat we contact met beide organisaties hebben gehad plannen we een kennismakingsgesprek in de speeltuin, zodat beide partijen elkaar kunnen ontmoeten. Zo zijn hele mooie matches ontstaan.’

2. Hoe draagt een duurzame samenwerking bij aan het maatschappelijk actief krijgen van mensen met een LVB?

'Het deel uitmaken van het grotere geheel draagt echt bij aan het zelfvertrouwen'

Volgens Stephanie is het is heel leuk om te zien hoe de vrijwilligers of stagiairs met een LVB samenwerken met de vrijwilligers van de speeltuin die hen begeleidt. ‘Beiden ervaren dat dit echt wat toevoegt. Bij een van de speeltuinen heeft zelfs de plantsoendienst van de gemeente hun agenda veranderd, zodat ze op dezelfde dag aanwezig zijn als de jongeren. Het deel uitmaken van het grotere geheel, draagt echt bij aan het zelfvertrouwen.’

Wilma vervolgt:  ‘Als jongeren met een LVB al bekend zijn met een speeltuin doordat ze er stage hebben gelopen. Of omdat ze er vroeger zelf speelden, willen zij op latere leeftijd ook terugkomen als vrijwilliger. Tenminste dat dat hoor ik van jongeren die deelnemen aan dit project.'

3. Wat zijn de uitdagingen om tot een duurzame samenwerking te komen?

Wilma: ‘Soms loopt het stuk op de praktische zaken. Het gezamenlijke doel van beide organisaties moet dan ook altijd duidelijk zijn. Het gaat niet alleen om het vrijwilligerswerk, maar ook om de maatschappelijke functie. Een speeltuin of kinderboerderij heeft vaak ook een buurtfunctie. Jongeren met een LVB komen er in contact met anderen en krijgen daardoor ook het gevoel van meerwaarde te zijn in de maatschappij.’

'Een speeltuin heeft vaak ook een buurtfunctie'

Stephanie: ‘Een match vinden is inderdaad niet altijd even gemakkelijk. Iedereen heeft zijn of haar eigen capaciteiten. Het gaat ook niet altijd goed. Dan is het soms een uitdaging om de speeltuin te overtuigen om het nog een keer te proberen met een andere kandidaat.’

4. En wat zijn succesfactoren?

Wilma: ‘Aandacht geven aan de kennismaking, de sfeer proeven op de werklocatie en elkaar tijd gunnen om tot een samenwerking te komen. Wat we zien is dat samenwerkingen, waarin beide organisaties meedenken en er aandacht is voor de ontwikkeling van de jongeren met een LVB, succesvol zijn.’

Volgens Stephanie is ook  de begeleiding vanuit de speeltuin is ook belangrijk. ‘Het helpt als je te maken hebt met betrokken mensen die zich flexibel opstellen en een goed gevoel voor humor hebben. Ook hebben we gemerkt dat voor VSO-scholieren in het bijzonder, het goed werkt om in kleiner groepen met een docent aan de slag te gaan.’

Tot slot, hebben jullie nog een mooi succesverhaal?

In Etten-Leur zet een dagbestedingslocatie vrijwilligers met een LVB in een nabijgelegen speeltuin. Vrijwilligers harken de grond, maken de speeltoestellen schoon etc. Het is een speeltuin in de buitenlucht zonder toilet. Het naastgelegen restaurant heeft wel een toilet en biedt de uitkomst op regenachtige dagen. Op den duur zijn de vrijwilligers van de speeltuin ook daar servetten gaan vouwen en thee zakjes gaan klaarzetten. Helaas ging het restaurant failliet en werd het gesloten, waardoor de vrijwilligers tijdelijk niet naar de speeltuin konden. Maar er kwam snel een nieuwe eigenaar. Je ziet dat de samenwerking standhoudt, ook na een wissel. Want ook de nieuwe eigenaar ging weer met ze aan de slag. Echt een duurzame samenwerking dus!

De aanpak van Aan de slag in de speeltuin

Waar is rekening mee gehouden? En welke tips kan Wilma van Nugteren van Jantje Beton geven aan mensen die ook aan de slag willen? Lees verder

Leren, delen inspireren

Movisie organiseert bijeenkomsten over dit onderwerp in het teken van leren, inspireren en delen. Iedere bijeenkomst staan succesvolle praktijkvoorbeelden centraal. Door middel van concrete werkvormen gaan we tijdens de bijeenkomst zelf aan de slag met nieuwe werkwijzen en methodieken. Houdt de Movisie-agenda in de gaten en meld je aan!