Een krachtige beroepsidentiteit helpt ervaringsdeskundigen

Zeven vragen over ervaringsdeskundigen in de beroepspraktijk

Ervaringsdeskundigen doen hun werk op hun eigen, unieke manier. Tegelijkertijd delen ze een aantal kenmerken en waarden met hun vakgenoten. Die combinatie van ‘ik’ en ‘wij’ vormt samen de beroepsidentiteit. Een krachtige beroepsidentiteit helpt bij de positionering in organisaties. Hoe dat in elkaar steekt, leggen we uit aan de hand van zeven vragen.

1. Hoe is het eigenlijk gesteld met de positie van ervaringsdeskundigen in sociaalwerkorganisaties?

De positie is in veel organisaties niet zo duidelijk. Dat heeft verschillende oorzaken. Om te beginnen is ervaringsdeskundigheid een relatief nieuw vakgebied. Bij de oorspronkelijke inrichting van de organisatie werd er dus ook geen positie voor hen ingetekend: die moesten ze gaandeweg zien te veroveren. Daar komt bij dat het vak nog volop in ontwikkeling is. Ervaringsdeskundigen zelf geven er steeds nieuwe invullingen aan, net als de organisaties waarin ze werken. Verder lijkt er ogenschijnlijk overlap te zijn met andere beroepen, wat een heldere afbakening en positie eveneens bemoeilijkt. Tot slot is er een hele praktische reden waarom de positie van ervaringsdeskundigen niet zo duidelijk is en dat is dat ze doorgaans in aantal slechts een kleine minderheid vormen.

2. Hoe verhouden ervaringsdeskundigen zich tot andere professionals in het sociaal domein?

Om hier een goed beeld van te schetsen, is het handig om de vergelijking te maken met de ggz. Die sector is sterk hiërarchisch georganiseerd, met de psychiater bovenaan in de piramide en met eindverantwoordelijkheid wat betreft de behandeling. De rest, waaronder ervaringsdeskundigen, heeft allemaal een eigen plekje ergens daaronder. In die hiërarchische lijn zit de legitimatie van deze positie: als een soort tegenhanger van de hooggespecialiseerde professional maakt de ervaringsdeskundige ruimte voor de ervaringen van de patiënten of inwoners. In vergelijking met de ggz is het sociaal domein minder strikt hiërarchisch georganiseerd. Dat maakt de positie van de ervaringsdeskundige ten opzichte van andere professionals aan de ene kant gelijkwaardiger. Dat is duidelijk een voordeel. Aan de andere kant maakt het diffusere organisatieplaatje het wel lastiger voor ervaringsdeskundigen om zich te verhouden tot andere professionals, zowel formeel als informeel. Onduidelijke verhoudingen hangen ook samen met onduidelijke verwachtingen over en weer.

3. Hoe kan de positie van ervaringsdeskundigen in het sociaal domein steviger worden en waarom is dat belangrijk?

Het verstevigen van de positie binnen een organisatie gaat langs twee wegen en die hebben een wisselwerking: het gaat erom dat een individuele ervaringsdeskundige goed uit kan leggen wat zijn werk inhoudt en het gaat erom dat dat de werkomgeving open staat voor ervaringsdeskundigen, en ook weet wat ervaringsdeskundigheid is. Die combinatie maakt dat een ervaringsdeskundige zichzelf niet hoeft te ‘verkopen’ binnen een organisatie. Helder uit kunnen leggen wat het werk inhoudt, betekent dat iemand kan vertellen wat hij doet, en ook waarom en hoe hij dat doet, met welke intentie en met welke stip op de horizon. Idealiter kan iemand dat niet alleen over zichzelf en het eigen werk, maar over het vak als geheel. Het gaat om ruimte maken voor ervaringskennis op alle niveaus. Ervaringsdeskundigen kunnen bijdragen in de directe hulpverlening, aan de kwaliteit van het aanbod van organisaties en ze kunnen het beleid beïnvloeden op organisatie-, lokaal en landelijk niveau. Dit alles is belangrijk omdat het voor de ervaringsdeskundigen zelf helderheid verschaft, en ook voor de collega’s, het management en bestuur en voor externe partijen. Verder scherpt het de beeldvorming aan van het beroep van ervaringsdeskundigen. Dat beeld is vaak nog beperkt tot dat van maatjes of buddy’s in de individuele setting.

4. Wat houdt het begrip beroepsidentiteit in?

Voor elk vak geldt dat de beroepsidentiteit een combinatie is van de persoonlijke manier van werken van een individuele professional en de gedeelde kenmerken met vakgenoten. De beroepsidentiteit van ervaringsdeskundigen ontwikkelt zich door steeds voort te borduren op de eigen ervaringen, en door het besef belangrijke kenmerken te delen met andere ervaringsdeskundigen. De aanpak en waarden die een ervaringsdeskundige zich door de jaren heen eigen maakt, resoneren als het ware in de contacten met andere ervaringsdeskundigen. Zo ontstaat een combinatie van het unieke ‘ik’ en het collectieve ‘wij’. De beroepsidentiteit gaat ook over het expliciet maken van hetgeen je tot dan toe impliciet al wel wist of aanvoelde: dat krijgt taal en daarmee wordt het overdraagbaar. Verder geldt, en dat is belangrijk: de beroepsidentiteit is niet in beton gegoten, het is geen ‘afgetimmerde wij’ en zeker geen verplichtend model. Het merendeel van de ervaringsdeskundigen zal zich echter wel herkennen in de kenmerken van het vak die gekoppeld zijn aan de beroepsidentiteit.

5. Wat kenmerkt het beroep van ervaringsdeskundigen, wat zijn collectieve elementen van de beroepsidentiteit?

Het allerbelangrijkste collectieve kenmerk is de ervaring: dat je van binnenuit iets vergelijkbaars hebt beleefd als wat de ander doormaakt. Dat kenmerk heeft vele lagen. In het contact met de ander voelt die dat jij ook daar bent geweest waar hij is, het zorgt ervoor dat er gelijkwaardigheid ontstaat. Een andere laag is dat de ervaringen er mogen zijn en dat ze invloed hebben, dat jij als ervaringsdeskundige ze in kunt zetten om er iets mee op gang te brengen.

Verder zijn er nog andere kenmerken die allemaal wel voortkomen uit de ervaringen, maar die niet exclusief zijn voor ervaringsdeskundigen, al blinken ze er vaak wel in uit. Zoals ruimte maken voor het brede perspectief van de ander, waardoor er aandacht kan zijn voor voorliggende thema’s die verder strekken dan het kale probleem. Of aandacht hebben voor het proces, waardoor ze verder kunnen reiken dan rechttoe rechtaan zo snel mogelijk naar de oplossing bewegen. Ze kunnen vertragen in situaties waarin daar nood aan is en ze kunnen op een natuurlijke manier de regie bij de ander leggen. Collectieve elementen zijn verder ook de gezamenlijke schriftelijke uitingen zoals het beroepsprofiel en de beroepscode, die in een gezamenlijke taal de gezamenlijke opgave uitdrukken.

6. Welke waarden zijn belangrijk voor ervaringsdeskundigen en hoe kunnen deze waarden de beroepsidentiteit helpen versterken?

In gesprekken met ervaringsdeskundigen popt ‘gelijkwaardigheid’ steevast als eerstgenoemde waarde op. Veel ervaringsdeskundigen hebben juist het omgekeerde meegemaakt en daardoor is het belang van echt gelijkwaardig optrekken onder hun huid gaan zitten. Veel ervaringsdeskundigen noemen ‘wederkerigheid’ als andere belangrijke waarde: beide kanten mogen iets ‘halen én brengen’ uit de samenwerking. Via deze waarde onderscheiden ervaringsdeskundigen zich van veel andere professionals, omdat die doorgaans werken vanuit de basishouding van eenzijdige hulpverlening. Waarden vormen de diepere betekenislagen van waaruit mensen hun werk doen. Ze gaan niet zozeer over wat iemand doet, maar vooral over het waarom en met welke intentie. Bewust werken vanuit waarden zorgt ervoor dat een ervaringsdeskundige zijn manier van werken goed kan verwoorden. Gelijkwaardigheid en wederkerigheid zijn voorbeelden van waarden die gebaseerd zijn op de persoonlijke ervaringen van individuele ervaringsdeskundigen. Na verloop van tijd merken ze dat zij niet de enigen zijn met dit soort ervaringen: ze resoneren in wat ze zien bij vakgenoten in het hele vakgebied. Het collectieve bewustzijn dat bij deze waarden hoort, helpt de beroepsidentiteit te versterken. 

7. Hoe helpt het werken vanuit waarden om de samenwerking met andere professionals te versterken?

Werken vanuit waarden zorgt voor bewuste bekwaamheid: de waarden liggen als fundament onder het werk van de ervaringsdeskundige. Ervaringsdeskundigen die zich bewust zijn van de waarden waarop hun drive gestoeld is, kunnen dat goed uitleggen en op die manier makkelijker de brug slaan met andere professionals die mogelijk andere waarden belangrijker vinden. Waarden helpen bovendien in situaties met schurende belangen of botsende meningen. Het besef dat daar bepaalde waarden aan ten grondslag kunnen liggen, helpt om in gesprek te gaan over wat belangrijk is voor de ander en voor jezelf. Hetzelfde geldt als de systeemwereld obstakels opwerpt in het werk. De waarden kunnen in zo’n geval richtinggevend zijn en helpen om die zaken overtuigend te agenderen en veranderen. 

Verantwoording

De vragen in dit artikel zijn opgesteld en beantwoord door Jeroen de Haan-Rißmann, senior ervaringsdeskundige bij Movisie en zijn collega Sonja Liefhebber, senior onderzoeker op het vlak van professionalisering. Zij baseerden zich hierbij op de vele gesprekken met ervaringsdeskundigen die zij de afgelopen jaren voerden, en op hun betrokkenheid bij de totstandkoming van het beroepscompetentieprofiel ervaringsdeskundigen. Ook putten zij uit het werk van Prof. Dr. Manon Ruijters (o.a. Good Work Company en VU Amsterdam).

Tekst: Tea Keijl