Het kwaliteitskompas maakt de samenwerking wezenlijk anders

In Neder-Betuwe werken de gemeente en twee sociaalwerkorganisaties met het kwaliteitskompas. De eerste jaren was vooral de gemeente aan zet. Tegenwoordig is het echt iets gezamenlijks. Dat maakt de samenwerking wezenlijk anders. Vertrouwen, consistentie en een lange adem zijn sleutelbegrippen.

Al in 2019 zijn de eerste stappen gezet met het kwaliteitskompas, vertelt Maaike Seure van de gemeente. ‘Om ervoor te zorgen dat alle beleidsmedewerkers aangehaakt zouden raken, hebben ze destijds allemaal meegedaan aan een proeftuin op hun eigen beleidsterrein.’ Toen ze zagen welke mogelijkheden dit bracht, pakte de gemeente door: ‘We hebben als gemeente zelf onze leefgebieden en ambities geformuleerd. De eerste stap uit het kwaliteitskompas. Samen met al onze maatschappelijke partners hebben we daarna in grote bijeenkomsten gewerkt aan het formuleren van de maatschappelijke resultaten, stap twee uit het kwaliteitskompas. Dit alles hebben we in onze nota Sociaal Domein verwerkt, die liep van 2021 tot 2024.’

Meld je nu aan: leernetwerk Outcomegericht werken

Wat zijn maatschappelijke resultaten die gemeenten voor en met de lokale samenleving willen realiseren? Welke inzet en activiteiten van inwoners en maatschappelijke partners dragen daaraan bij? Hoe maak je het succes van die inzet zichtbaar? En hoe kun je daarop sturen en leren en verbeteren? Met deze vragen gaan we aan de slag in een leernetwerk.

Meer info en aanmelden

Vertrouwen

Het werken met het kwaliteitskompas is begonnen vanuit een ambtelijke wens, vertelt Seure. ‘Maar we hebben de gemeenteraad daar uiteraard goed bij betrokken. De raad is opdrachtgever en stuurt op hoofdlijnen, en dus op de maatschappelijk resultaten. We leggen aan hen verantwoording af en het is belangrijk dat we dit doen op een manier die aansluit bij waar zij behoefte aan hebben.’ Deze werkwijze is succesvol gebleken: de gemeenteraad heeft vertrouwen in deze manier van werken. En inmiddels is er een verdiepingsslag aangebracht in de geactualiseerde nota sociaal domein (2025-2028). Een belangrijke aanpassing in de nieuwste versie is dat het aantal beoogde maatschappelijke (deel)resultaten is teruggebracht. Dit gebeurde mede naar aanleiding van een goed gesprek met de gemeenteraad.

Wie werkten mee aan dit interview?

  • Namens de gemeente Neder-Betuwe: Maaike Seure, strategisch beleidsadviseur sociaal domein & Lia Buis, beleidsadviseur jeugd
  • Namens Welzijn Rivierstroom: Abel Janssen, sociaal werker en mantelzorgconsulent & Jos Meerssman, sociaal werker
  • Namens Mozaïek Welzijn: Dave van den Heuvel, jongerenwerker en jongerencoach & Marije Dirksen, manager

Consistentie

De consistentie blijkt alleen al uit de titels van de vorige en huidige beleidsnota: ze heten allebei ‘Samen verder op de ingeslagen weg’. De huidige nota ‘ademt’ het kwaliteitskompas. Bij elk van de drie ambities staat een volgens het kwaliteitskompas opgestelde doelenboom. Daar zijn vervolgens de beoogde resultaten en deelresultaten bij geformuleerd. Ook de daaraan gekoppelde indicatoren staan netjes op een rij in de nota, inclusief de instrumenten die gebruikt worden om te meten in hoeverre de resultaten bereikt worden.

Communicerende vaten

De afgelopen jaren zijn twee grote maatschappelijke partners steeds nauwer betrokken geraakt bij het werken met het kwaliteitskompas: Welzijn Rivierstroom en Mozaïek Welzijn. Die laatste voert in Neder-Betuwe het jongerenwerk uit. In diverse sessies onder begeleiding van Movisie krijgt het outcomegerichte werken steeds meer inhoud. Met name veel aandacht gaat naar stap 3, de activiteiten, in combinatie met stap 5, de resultaten en indicatoren op het niveau van de aanbieders. Marije Dirksen, manager bij Mozaïek Welzijn: ‘We hebben heel nauwkeurig bekeken aan welke maatschappelijke resultaten wij bijdragen met onze activiteiten. Daarbij werd bevestigd dat het brede jongerenwerk bestaat uit communicerende vaten: onze diensten zijn verweven met elkaar. Als je een jongere spreekt op school, dan zie je deze ook op het Talenthouse of op straat. Vanuit verschillende diensten kun je dus werken aan hetzelfde resultaat, bijvoorbeeld dat ‘jongeren zich betrokken voelen bij hun eigen woon- en leefomgeving’, zoals we dat bij Mozaïek Welzijn hebben geformuleerd. Het kwaliteitskompas heeft echt een kanteling in ons denken gebracht. Niet de dienst staat centraal, maar het resultaat dat je ermee wilt bereiken. Met de gemeente stemmen we af ‘wat’ we doen en willen bereiken, als uitvoeringsorganisatie hebben we de vrijheid ‘hoe’ we dat doen.’

Vragen naar het effect

Mozaïek Welzijn heeft het huidige uitvoeringsplan aan de hand van het kwaliteitskompas geschreven en dat brengt een nieuwe manier van verantwoorden met zich mee. Sociaal werker Dave van den Heuvel: ‘We rapporteren nu niet alleen het aantal uitgevoerde coachingstrajecten, maar ook wat jongeren eraan hebben. Daarom werken we met uitgebreidere vragenlijsten, die direct gekoppeld zijn aan de indicatoren. We vragen deelnemers bijvoorbeeld in welke mate ze hebben leren omgaan met conflicten. Dat is een van de indicatoren bij het genoemde resultaat om uitdagingen en problemen aan te kunnen gaan. We verzamelen nu dus naast kwantitatieve data ook meer kwalitatieve gegevens om de impact van het jongerenwerk in kaart te brengen.’

Het grote huiswerk

Jos Meerssman, sociaal werker bij Welzijn Rivierstroom vult daarbij aan dat het outcomegerichte verantwoorden ook gevolgen heeft voor de inrichting van het nieuwe registratiesysteem Hello’s. ‘We zitten nu in het grote huiswerk om de effecten van onze inzet nog beter te kunnen meten.’ Dat daarvoor niet alleen cijfers in het registratiesysteem moeten komen is helder. De beide aanbieders werken daarom met storytelling. Dat kan op verschillende manieren ingezet worden en Meerssman noemt als voorbeeld: ‘In het nieuwe systeem kunnen deelnemers aan activiteiten het web van de positieve gezondheid invullen. Als een deelnemer dat zelf of samen met een sociaal werker op verschillende momenten invult, dan kun je heel mooi de impact zien.’

Het preventieteam en het kwaliteitskompas

De puzzelstukken van het kwaliteitskompas vallen allemaal in elkaar bij het preventieteam Neder-Betuwe. Dat bestaat uit professionals van verschillende organisaties, waaronder van Welzijn Rivierstroom en Mozaïek Welzijn. De partners maken gebruik van elkaars kennis en expertise. Het preventieteam kiest jaarlijks gezamenlijk een aantal thema’s uit om met extra nadruk aan te werken, zoals ‘eenzaamheid’ of ‘zinvolle vrijetijdsbesteding voor jongeren’. De thema’s zijn gekoppeld aan de ambities uit de gemeentelijke nota sociaal domein. Het preventieteam koppelt concrete activiteiten aan de (deel)resultaten: bij elk nieuw initiatief is dat de leidraad, en dat geldt ook bij de evaluatie van lopende activiteiten.

Wezenlijk anders

Meerssmans collega Abel Janssen werkt dankzij het outcomegerichte met een sterkere focus op de impact van zijn inzet, zodat het echt bijdraagt aan het brede gevoel van welzijn van de inwoners: ‘Ik werk met eenzame ouderen, kwetsbare mantelzorgers en statushouders. Outcomegericht werken is heel positief voor hen, niet alleen op papier maar gewoon echt in de praktijk. Soms gebeuren er onbewust dingen die een positief effect hebben op mensen. Dat kan bijvoorbeeld tijdens de voorbereidingen van een activiteit zijn, of tijdens zomaar een kopje koffie met een inwoner. Ik ben daar nu alerter op, op wat ik zie en hoor op dat soort momenten.’ De volgende stap, om dat wat je opvangt ook daadwerkelijk te registreren, is soms nog wel lastig, erkent Janssen. Het helpt dat het heel eenvoudig is om direct een aantekening te maken in het registratiesysteem, eventueel met een spraakbericht. Of je maakt een screenshot van een berichtje waarin een inwoner je bedankt voor wat je hebt betekend.

Beeldender

Lia Buis is beleidsadviseur jeugd bij de gemeente en zij juicht het gebruik van ervarings- en impactverhalen zeer toe: ‘Het maakt een rapportage beeldender. Het komt dichterbij en gaat meer leven, ook voor bijvoorbeeld een wethouder. Laatst was er binnen het project van Stichting Buurtgezinnen een voorval dat niet via het standaardtraject was verlopen. Doordat we het verhaal erachter konden vertellen en niet alleen het kale feit, was dit heel goed te verantwoorden. Dit helpt ook om draagvlak te creëren op bestuurlijk niveau.’

Makkelijk opzoeken

Dat gemeente en aanbieders in gelijkwaardig partnerschap werken aan de beoogde resultaten, heeft positieve gevolgen voor de werkrelatie, benadrukt Buis. ‘Het zorgt voor een betere vertrouwensbasis. Je begrijpt elkaar beter.’ Dave van den Heuvel van Mozaïek Welzijn beaamt dat volmondig: ‘Het bleek van de week nog. We merken dat er steeds meer jongeren met complexe problematiek naar ons toe komen en daar moeten we iets mee. Met zoiets kan ik Lia heel makkelijk opzoeken. We hebben het er samen over gehad hoe we dat goed in kaart kunnen brengen.’ Daarmee komt hij uit bij de laatste stap van het kwaliteitskompas, het gezamenlijke leren. ‘Het leren zit hem er ook in dat we het echt samen doen met de gemeente. Als het nodig is, staat Lia gewoon met de voeten in de klei. Het is een continu en cyclisch proces.’