Het Kwaliteitskompas: voorbij de houtje-touwtje-verantwoording

Het Kwaliteitskompas is bezig aan een gestage opmars in het sociaal domein. Gemeenten en uitvoerders werken er gezamenlijk mee. Het werken met het kompas helpt om samen de gewenste outcome te benoemen: wat wil je precies, hoe bereik je dat én hoe meet je dat? Aflevering 1 van een serie van drie praktijkvoorbeelden: Huizen.

Halverwege 2018 is het een spannende tijd voor Versa Welzijn. De brede welzijnsorganisatie die actief is in de Gooi- en Vechtstreek zit midden in de overgang naar zelfsturende teams en werken volgens het Rijnlands model. In die periode krijgt programmamanager innovatie en deskundigheid Tine Hoofd een uitnodiging van Movisie. Of ze mee wil werken aan een traject met het Kwaliteitskompas. ‘Ik kan wel ingaan op de uitnodiging’, denkt Hoofd, ‘maar wat vinden de sociaal werkers daar eigenlijk van, vinden die ook wel dat het past?’

Voorlichtingssessie

Om die vraag te kunnen beantwoorden, geven Movisie adviseurs Martijn Bool en Hilde van Xanten in de nazomer een voorlichtingssessie. ‘Versa werkt met gebiedsgerichte teams die bestaan uit een variëteit aan sociaal werkers’, schetst Hoofd. ‘Het team dat in Huizen werkt, zag na de voorlichting zeker de potentiële meerwaarde.’ Het sein gaat op groen om serieus te onderzoeken of werken met het Kwaliteitskompas een goed idee is. Twee beweegcoaches treffen voorbereidingen voor een bijeenkomst waarvoor ze ook de gemeente en de praktijkondersteuners van diverse huisartsenpraktijken uitnodigen.

Beweegcoaches

Twee met elkaar vergelijkbare diensten van Versa dienen zich aan: Zelf aan Zet (ZaZ) en Bewegen op Recept (BoR). Beide diensten zijn afgeleiden van Welzijn op recept. ‘Huisartsen en praktijkondersteuners verwijzen inactieve mensen door naar Versa. Daarbij kan het begrip bewegen opgevat worden als fysieke beweging bij een beweegcoach, of als sociale beweging, als mensen de deur niet uitkomen’, vertelt Elsemieke Giezen, beleidsmedewerker van de gemeente. De gemeente, de huisartsen en Versa geloven alle drie in de potentie van ZaZ en BoR. Maar het blijkt lastig om aan te tonen wat het precies oplevert. Terwijl de gemeente als subsidiënt een zekere mate van verantwoording wel wenst. De hoop is dat werken met het Kwaliteitskompas helpt om helder te krijgen welke effecten bij inwoners worden nagestreefd en hoe die zichtbaar zijn te maken.

‘Het Kwaliteitskompas stelt de goede vragen en betrekt alle partijen om de ambities scherp te krijgen'

Door akkeren

In december 2018 komen de drie partijen en de beide adviseurs van Movisie bij elkaar voor een startsessie met het Kwaliteitskompas. Zowel de aanwezige sociaal werkers als Hoofd zelf kijken daar positief op terug, vertelt ze. Ook Giezen is tevreden, al was de sessie op een andere manier nuttig dan ze vooraf verwachtte. ‘Mijn beeld was dat het primair een instrument was om de outcome te meten. Maar het bleek vooral een goed hulpmiddel om op een open manier met elkaar in gesprek te gaan en beter met elkaar samen te werken doordat de verwachtingen naar elkaar werden uitgesproken. Zo werd duidelijk dat het voor de motivatie van de doorverwijzende gezondheidszorg helpt als zij zwart-op-wit resultaten teruggekoppeld krijgen van de sociaal werkers. Daarnaast bevat het kwaliteitskompas veel handvatten om echt door te akkeren met elkaar wat je wilt bereiken en hoe je dat kunt doen.’ Volgens Hoofd helpt het werken met het Kwaliteitskompas om de samenwerking te versterken: ‘Het stelt de goede vragen en betrekt alle partijen om de ambities scherp te krijgen.’

Handreiking-Kwaliteitskompas

Geen wiskunde

Dat met elkaar de ambities onderzoeken, vormt de eerste van de zes stappen die het kompas behelst. De tweede stap is om concrete maatschappelijke resultaten te benoemen waaraan ZaZ aan en BoR een bijdrage leveren. Tijdens een tweede bijeenkomst begin 2019 gaat hetzelfde gezelschap aan de slag met de vraag hoe de outcome (zie stap 5) van ZaZ en BoR op een eenvoudige manier gemeten kunnen worden. Maar dat bleek nog niet zo eenvoudig. Gekeken is naar Mijn positieve gezondheid om de effecten bij mensen in beeld te brengen. Giezen verklaart: ‘Het sociaal domein is geen wiskunde. Er bleken te veel factoren van invloed op de mogelijke uitkomsten. De inwoners komen na de verwijzing via het sociaal werk in allerlei verschillende trajecten terecht: van lidmaatschap bij een reguliere sportvereniging tot aan langlopende individuele en complexe trajecten. Het bleek lastig om passende indicatoren te vinden waar iedereen achter kon staan. De sociaal werkers willen best meewerken aan metingen, maar alleen als ze zelf het nut ervan inzien.’

'Sociaal werkers willen best meewerken aan metingen, maar alleen als ze zelf het nut ervan inzien’

Kernvraag

‘Voor de professionals is de kernvraag: hoe zorgen we er samen met de inwoners voor dat ze beter in hun vel komen te zitten? Resultaten laten zien aan de opdrachtgever en anderen, is een afgeleide opdracht,’ verklaart Hoofd. Sociaal werkers vinden meer zicht op outcome zeker belangrijk voor verbetering van hun inzet, weet ze, ‘maar het nadenken erover blijft ook wat abstract en vraagt tijd.’

Hoofd gelooft in de mogelijkheden van het Kwaliteitskompas. ‘Omdat het helpt om resultaten zichtbaar te maken. Dat gaan onze sociaal werkers nu doen door systematisch bij te houden hoeveel mensen er door huisartsen verwezen worden en waarvoor, door bij te houden hoe mensen op weg zijn geholpen en daarover een goede terugkoppeling te geven aan de huisartsenpraktijken. Zo wordt een balans gevonden tussen tellen en vertellen. Vertellen kan bijvoorbeeld ook met een filmpje.’ Het is belangrijk om aan te sluiten bij de dagelijkse praktijk van het werk, betoogt ze. ‘Als je die kunt inpassen in  de werkwijze van het Kwaliteitskompas, dan helpt het professionals. Als professionals dat ervaren, dan worden ze gesterkt in hun lerende houding.’

Voorbij houtje-touwtje

Die lerende houding beoogt het Kwaliteitskompas inderdaad te versterken. De verzamelde informatie over de outcome duiden de partijen gezamenlijk. Daarna kan de gemeente het beleid zo nodig bijstellen en de professionals kunnen hun aanpak gericht verbeteren. Deze wisselwerking verbindt beleid en uitvoering. Hoofd: ‘Op deze manier gaat de verantwoording en de doorontwikkeling niet meer op z’n houtje-touwtjes.’ Ze kijkt met vertrouwen naar de toekomst. ‘Elders in het werkgebied van Versa hebben zich al geïnteresseerde sociaal werkers gemeld om te werken met het Kwaliteitskompas.’

Tekst: Tea Keijl