Laaggeletterdheid? Een blinde vlek in het sociaal domein

Expertisepunt Basisvaardigheden: samenwerken aan laaggeletterdheid

Ken jij iemand die laaggeletterd is? Als je werkzaam bent in het sociaal domein, kan dat bijna niet anders. Nederland kent namelijk maar liefst 2,5 miljoen laaggeletterden van boven de 16 jaar: mensen met zwakke basisvaardigheden, die moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen en digitale vaardigheden.

Zij kunnen vaak onvoldoende meekomen en hebben problemen op allerlei levensgebieden. Het wordt daarom tijd dat ook het sociaal domein de strijd tegen laaggeletterdheid aangaat, samen met onderwijs en werkgevers.

Laaggeletterdheid is een groot probleem, dat de laatste jaren alleen maar is gegroeid. Zo was in 1995, 9,4% van de 16- tot 65-jarigen laaggeletterd en in 2012 12%. Helaas wordt het probleem ernstig onderschat: uit peilingen blijkt dat het aantal laaggeletterden gemiddeld vier keer te laag wordt ingeschat. (Meer feiten en cijfers vind je op de website van Stichting Lezen en Schrijven). 

Olifantengeheugen

Een deel van de laaggeletterden weet zich behoorlijk te redden. Laaggeletterden kunnen een middelbare beroepsopleiding hebben en werk. Bijna een op de vier heeft zelfs een leidinggevende functie. Hoe hen dat lukt, weten we niet. Wel weten we dat er in allerlei branches bijvoorbeeld chauffeurs en leidinggevenden actief zijn met een olifantengeheugen. Zij kennen alle straatnamen, gegevens van collega’s of producten uit het hoofd.

'Wanneer ondersteuning wegvalt, kan dat drama's tot gevolg hebben'

Met de juiste vaardigheden en ondersteuning vanuit de thuissituatie staat laaggeletterdheid mensen vaak nauwelijks in de weg. Wanneer die ondersteuning wegvalt, of die vaardigheden om de een of andere reden worden aangetast, kan dat persoonlijke drama’s tot gevolg hebben. 

Armoede 

Hoewel een deel van de laaggeletterden zich behoorlijk weet te redden, kampen velen met problemen op allerlei levensgebieden. Onderzoek leert dat laaggeletterden vaker een lager inkomen hebben dan niet-laaggeletterden.

Negentien procent van de laaggeletterden moet tenminste één jaar rondkomen van een inkomen onder de armoedegrens. Zij zijn, volgens hetzelfde onderzoek, bijna drie keer zo vaak afhankelijk van een uitkering dan niet-laaggeletterden.

Eenzaamheid

Behalve armoede kunnen ook eenzaamheid en een slechte gezondheid een gevolg zijn van laaggeletterdheid. Een kwart van alle mensen die aangeven een matige tot zeer slechte gezondheid te hebben, is laaggeletterd.

Ook een lage participatiegraad (wanneer een groot deel van beroepsbevolking in een land kan of wil niet werken)kan een gevolg zijn van laaggeletterdheid. Laaggeletterden doen minder vaak vrijwilligerswerk en hebben het gevoel geen politieke invloed uit te kunnen oefenen.

Laaggeletterdheid wordt vaak generatie op generatie overgedragen (intergenerationeel). In onderzoek wordt een causaal verband (een direct gevolg) gezien tussen laaggeletterdheid bij ouders en bij hun kinderen. Dat heeft niet altijd te maken met gebrek aan intelligentie van ouders en kinderen.

Onvoldoende bereikt

Er gebeurt van alles om laaggeletterdheid terug te dringen. Gemeenten nemen hun verantwoordelijkheid bij de aanpak ervan. Het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) werken op het thema samen. Werkgevers en het onderwijs investeren in versterking van basisvaardigheden.

Het formele en niet-formele cursusaanbod voor laaggeletterden is breed en divers. Probleem is dat de grootste groep laaggeletterden, mensen met een Nederlandstalige achtergrond, onvoldoende wordt bereikt. Het aantal Nederlandstalige cursisten is vele malen lager dan het aantal anderstalige cursisten.

'We bereiken de laaggeletterden onvoldoende'

Blinde vlek

Ook in het sociaal domein bereiken wij als actieve bewoner, vrijwilliger, sociaal professional of beleidsmaker,  de Nederlandstalige laaggeletterden onvoldoende. Ze worden niet opgemerkt in de kerk, op de basisschool, in het buurthuis, vrijwilligerswerk of vereniging. De (sociale) wijkteams, de huisarts, de schuldhulpverlening, het (school)maatschappelijk werk, het ouderen- of jongerenwerk, preventietrajecten tegen eenzaamheid en het gemeenteloket zien ze over het hoofd. We kunnen gerust spreken van een blinde vlek.

In het beroepscompetentieprofiel van de sociaal werker uit 2018 staat: ‘Sociaal werkers ondersteunen bij toeleiding naar werk, onderwijs en opleiding. Het kan daarbij gaan om nieuwkomers, vluchtelingen, mensen met psychische, verstandelijke, lichamelijke problematiek of andersoortige problemen of beperkingen’.  Laaggeletterdheid van Nederlandstaligen lijkt te vallen onder ‘andersoortige problemen of beperkingen’, dit terwijl het de grootste groep is.

Onwetendheid en ongeloof

Hoe komt het toch dat we deze enorme groep mensen niet of nauwelijks in beeld hebben? Wij die werkzaam zijn in het sociaal domein zijn toch van de leefwereld? Wij willen toch dat iedereen kan meedoen en daarom werken wij toch aan preventie en (vroeg)signalering? Mogelijk spelen onwetendheid en ongeloof een rol. We kunnen ons misschien niet voorstellen dat laaggeletterdheid zo’n groot probleem is, vooral onder Nederlandstaligen. Het onderwijs is hier toch goed geregeld? Er is toch een leer- en kwalificatieplicht? 

De realiteit laat zien dat dat lelijk tegenvalt. Zo constateert de onderwijsinspectie dat er steeds meer leerlingen van de basisschool komen die onvoldoende kunnen lezen. En zoals eerder opgemerkt: er zijn nogal wat laaggeletterden die een mbo-diploma weten te behalen. Inmiddels is het middelbaar beroepsonderwijs zelfs een belangrijke vindplaats voor laaggeletterde jongeren. 

'Laaggeletterdheid is een onderwerp omringd met schaamte'

Taboe

Een andere mogelijke oorzaak van onze blinde vlek is dat we misschien bang zijn om te problematiseren. Als mensen zelf niet aangeven dat ze hinder ondervinden van onvoldoende basisvaardigheden, waarom zouden wij er dan een punt van maken? Maar wie de negatieve gevolgen van laaggeletterdheid onder ogen ziet, komt daar niet mee weg. En je gaat er zo aan voorbij dat laaggeletterdheid een taboeonderwerp is, omringd met schaamte en handelingsverlegenheid. Het doet denken aan de film The Reader. Kate Winslet staat daarin terecht als nazi voor een oorlogsmisdaad. Ze wil liever veroordeeld worden dan haar geheim prijsgeven, namelijk dat ze moeite heeft met lezen.

Weten wat werkt

Weten wij van het sociaal domein eigenlijk wat we kunnen doen en wat werkt om laaggeletterdheid aan te pakken? Dat valt behoorlijk tegen. In de Wat Werkt dossiers van Movisie komt de thematiek nauwelijks voor. Wel wordt in het dossier ‘Armoede en schulden’ gesproken over ‘praktisch opgeleiden’ en in het dossier ‘Eenzaamheid’ staat ‘Werken aan computervaardigheden’ als één van de werkzame elementen in de aanpak ervan.

We zijn onvoldoende bewust, tijd voor actie!

Wij van het sociaal domein zijn ons er dus niet alleen onvoldoende bewust van wie de grootste doelgroep onder de laaggeletterden is, en wat de gevolgen daarvan zijn. We zijn ook onvoldoende geëquipeerd om laaggeletterdheid te signaleren te bespreken en aan te pakken.

'Het is tijd dat we mede-probleemeigenaar worden'

Het is tijd dat we dat inzien en mede-probleemeigenaar worden. Niet van een stukje, zoals het signaleren, maar van de hele opgave. Laten we samenwerken en zorgen dat we niet langer blind zijn voor deze problematiek maar gaan bijdragen aan effectieve preventie, signaleren en aanpak daarvan. 

Uitnodiging: Expertisepunt Basisvaardigheden

Het sociaal domein moet laaggeletterdheid niet langer vooral aan onderwijs of werkgevers overlaten. In dit expertisepunt werken Movisie en de Stichting lezen en Schrijven samen met ervaringsdeskundigen, vrijwilligers, wetenschappers, beleidsmakers, werknemers, werkgevers, onderwijspersoneel én sociaal professionals.
Binnenkort is er weer een subsidieronde van het Landelijke programma Tel mee met Taal. Laten we daar als sociaal domein gebruik van maken en zo onze achterstand in deze opgave verkleinen! 

Dit artikel bevat feiten en cijfers afkomstig uit onderzoek. De volgende bronnen zijn geraadpleegd: