‘Laten we lhbti+ emancipatie op z’n Gelderlands doen’

Jezelf zijn in provincie Gelderland

Representatie van lhbti+ personen in Nederland kan zich soms sterk focussen op de Randstad. In Gelderland, en vooral in de Gelderse dorpen, zijn lhbti+ personen daarom minder zichtbaar. Ook religieuze streken in Gelderland kunnen een uitdaging vormen. Niels Lam (49) en Jelle Kleinhesselink (25) zetten zich in om dit te veranderen. Via hun projecten creëren zij zichtbaarheid en aandacht voor Gelderse lhbti+ personen. Welke ontwikkelingen zien zij in hun provincie?

Op vrijdag 14 oktober 2022 vindt het Congres Regenboogsteden 2022 plaats in Jaarbeurs Utrecht. Op deze dag komen vertegenwoordigers van alle gemeenten in Nederland, lokale belangenorganisaties, sociaal professionals en andere geïnteresseerden samen om over lhbti+ beleid te praten. Naar aanloop van dit congres publiceren wij een artikelenreeks om meer zichtbaarheid te geven aan de rol en invulling van de twaalf Regenboogprovincies. Deze keer spreken we met  uit de provincie Gelderland, over wat zij doen voor de lhbti+ gemeenschap en hun eigen ervaringen als het gaat om jezelf kunnen zijn in hun provincie. 

Hoe zetten jullie je voor lhbti+ emancipatie in?

Jelle: Sinds 2005 maak ik als regisseur en producent sociaal-maatschappelijke films, voornamelijk over emancipatie-onderwerpen als lhbti+. Deze films maak ik onder andere voor campagnes en om voorlichting te kunnen geven op scholen. Mijn eerste film was Homo?! Boeit geen flikker! en ging over Mees, een tiener die uit de kast komt en daar vervolgens verschillende reacties op krijgt vanuit zijn directe omgeving. Met die film ging ik langs scholen om voorlichting te geven over lhbti+ thema’s en jezelf kunnen zijn. We voerden gesprekken over wat het betekent om jezelf te kunnen zijn. En naar aanleiding hiervan kwamen zowel docenten als leerlingen openlijk uit voor hun seksualiteit op school. Hierdoor realiseerde ik me dat je écht impact kan maken met films en dat het levens kan veranderen in positieve zin. Dit motiveert mij nog altijd om sociaal-maatschappelijke films te maken over die lhbti+ onderwerpen. Of simpel gezegd: jezelf zijn bespreekbaar maken in de samenleving.

Momenteel werk ik aan een nieuwe film – Ik ben Levi – die het verhaal vertelt van een jongen die zijn seksualiteit onderzoekt in een dorp. Die ontdekkingstocht is namelijk anders dan in stad. Dat weet ik zelf ook, want ik groeide op in de Achterhoek. In het dorp Ruurlo om precies te zijn. Ik ervaarde dat er weinig anonimiteit was; sociale controle speelt hier nou eenmaal een grote rol. In de periode dat ik nog wat meer op zoek was naar mezelf, kon ik best jaloers zijn op lhbti+ personen die in de stad wél anoniem naar een club konden om hun seksualiteit uit te zoeken. Ik heb zelf lange tijd niet zo goed geweten hoe het precies zat bij mij. Zo kwam ik toen ik jong was eerst uit de kast als biseksueel, puur omdat ik het gevoel had dat ik iets moest kiezen. Voor mijn gevoel moest ik maar een term kiezen om het aan mijn omgeving uit te kunnen leggen. Idealiter hoef je niet zo jong al een label op jezelf te plakken en heb je wat meer ruimte om rustig uit te vinden wie je bent en waar je voorkeur ligt. Het is een proces en daar moet je je eigen tempo in kunnen bepalen.

Niels: Voor twee verschillende banen houd ik me bezig met lhbti+ emancipatie in de provincie Gelderland. Zo werk ik voor een welzijnsorganisatie in Arnhem waar ik me vooral voor oudere lhbti+ personen inzet. Zo organiseer ik bijvoorbeeld regenboogworkshops en andere activiteiten om deze doelgroep te ondersteunen en bij elkaar te brengen. Lhbti+ senioren worden vaak vergeten, maar dit is een kwetsbare groep die ondersteuning nodig heeft. Hiernaast focus ik me in mijn werk als levenscoach op queer personen en de uitdagingen waar zij mee te maken hebben in de samenleving. Zo ondersteun ik lhbti+ jongeren op een middelbare school in Nijmegen en zet ik me in voor biculturele lhbti+ personen in Gelderland en Rotterdam.

'Door onwetendheid lijkt het al snel alsof mensen je niet accepteren omdat ze bijvoorbeeld vervelende vragen stellen of gekke opmerkingen maken.'

Wat zijn de specifieke uitdagingen voor de lhbti+ gemeenschap in Gelderland?

Jelle: Wat ik vooral in de Achterhoek signaleer, en dit zal vast in meer dorpen in Gelderland spelen, is dat het moeilijk is om als lhbti+ persoon op een laagdrempelige manier uit te zoeken wat je leuk, lief en lekker vindt. Bovendien mist er een stukje zichtbaarheid van de lhbti+ gemeenschap in deze regio. De representatie van lhbti+ personen, in de media bijvoorbeeld, beperkt zich vaak tot de Randstad. En dit leidt weer tot onwetendheid waar ik woon, waardoor het al snel lijkt alsof mensen je niet accepteren omdat ze bijvoorbeeld vervelende vragen stellen of gekke opmerkingen maken. Al is lhbti+ fobie niet altijd aan de orde– onbekend maakt nou eenmaal onbemind.

Niels: Zelf woon ik in Heveadorp, in de gemeente Renkum. In mijn kleine dorp wonen best wat lhbti+ personen, en dat gaat zover ik kan overzien goed. Ik woonde eerst twintig jaar in Amsterdam, en eigenlijk voel ik me hier in Heveadorp als homoseksuele man meer mezelf dan in Amsterdam. Mijn reden om te verhuizen kwam voort uit de behoefte aan rust en groen; hoe ouder ik werd hoe minder het bruisende uitgaansleven van belang werd voor me. Bovendien merkte ik dat, mede door de komst van dating apps als Grindr, het lhbti+ leven zich steeds meer online af ging spelen en dat de plekken als de Reguliersdwarsstraat steeds minder om de queer gemeenschap draaiden. Hierdoor had ik steeds minder de behoefte om dat soort plekken op te zoeken. Daarbij wilde ik ook niet meer op een bepaalde plek wonen puur omwille van mijn seksualiteit– waar ik nu woon hoef ik mij daar ook niet mee te profileren. Ik ben dus, in tegenstelling tot Amsterdam, niet naar deze omgeving verhuisd omwille van mijn seksuele voorkeur. Dat maakt het ook dat ik me hier in het dorp niet actief bezig hoef te houden met mijn homoseksualiteit. Ik was namelijk als twintiger naar Amsterdam verhuisd vanwege het imago van de stad als Gay Capital. Maar in de Amsterdamse wijk Osdorp, waar ik jaren samenwoonde, durfden mijn partner en ik geen regenboogvlag op te hangen vanwege het homofobe klimaat dat er heerste. Hier hang ik hem zonder zorgen op. Er is geen haan die ernaar kraait. Ik heb in Heveadorp eigenlijk nog nooit iets naars meegemaakt wat betreft mijn homoseksualiteit. 

Jelle: Ja die regenboogvlag, die heb ik hier ook wel eens opgehangen. En dan krijg je wel vragen als: maar heeft die vlag dan echt nut? Ik vind het ergens wel tof dat ze direct naar mij toe komen en dat ik het niet niet via via hoef te horen. Met oprechte vragen is niets mis. Ik ben zelf nooit weggelopen voor vragen van anderen uit mijn omgeving en heb die vragen ook altijd zo eerlijk mogelijk proberen te beantwoorden. Ik denk dat die open houding goed is voor de acceptatie van lhbti+ personen. Een andere uitdaging is het daten. Persoonlijk merk ik dat het lastig is om als jonge homoseksuele jongen te daten in deze omgeving. Er wonen hier toch een stuk minder mensen, waardoor er minder homoseksuele leeftijdsgenoten zijn. Daten in Ruurlo, of überhaupt in de Achterhoek, kan dus knap lastig zijn. Ik hoef hier niet met het idee op stap te gaan dat ik een leuke jongen zou kunnen tegenkomen, want dat zou waarschijnlijk een grote teleurstelling worden. Queer feesten bezoek ik ook nog niet echt, maar misschien komt daar in de toekomst wel verandering in als ik naar de stad verhuis! Ik sta er in ieder geval open voor om te blijven ontdekken.

'Ik merk dat er weinig plekken zijn voor lhbti+ personen in de regio om samen te komen. En die behoefte is er tot op zekere hoogte wél.'

Niels: Alhoewel het hier dus fijn vertoeven is, merk ik inderdaad dat er weinig plekken zijn voor lhbti+ personen in de regio om samen te komen. En die behoefte is er tot op zekere hoogte wél. Er komt hier langzaam een beetje verandering in. Zo willen ze aankomende september voor het eerst in Ede een Pride organiseren, want ook daar zijn weinig plekken voor de lhbti+ gemeenschap om samen te komen. Een andere uitdaging is de snelle wisseling van vrijwilligers en personeel bij belangenorganisaties als het COC in Gelderland, waardoor dingen niet altijd vlot verlopen en er weinig daadkracht is om lokale uitdagingen aan te gaan. Een andere uitdaging in specifieke streken van Gelderland is de rol van religie, met name in de Biblebelt waar veel gereformeerde christenen wonen, die een grote weerslag op het klimaat voor lhbti+ personen heeft. 

Wat zijn jullie eigen ervaringen zijn als het gaat om jezelf kunnen zijn in jullie provincie?

Jelle: Toen ik na een lange zoektocht eenmaal uitkwam voor wie ik was en openlijk zei dat ik homoseksueel ben, ontving ik eigenlijk vooral positieve reacties uit mijn directe omgeving. Daardoor voelde mijn homoseksualiteit juist opeens als iets om trots op te mogen zijn. Af en toe is er nog steeds wel een lompe boer die ‘hé, homo’ roept. Dat blijft, maar over het algemeen kan ik hier toch wel echt mezelf zijn. En die ene keer dat ik wél opzettelijk ben lastiggevallen door een groepje jongens die homofobe opmerkingen maakten, kregen zij het hele dorp over zich heen toen ik het op Facebook had gezet. Dus in dat opzicht heeft het wonen in een dorp dan ook weer z’n voordelen, omdat mensen dus ook eerder voor je opkomen en je willen beschermen omdat ze je kennen.

Niels: Tsja, die ‘lompe’ boeren… Dat herken ik wel. Mijn middelbare schoolperiode in Emmeloord heb ik grotendeels als vervelend ervaren. Ik had het als homo jongen lastiger en vooral de jongeren die uit de kleinere dorpen kwamen snapte mijn anders-zijn niet. Daardoor werd ik helaas ook gepest. Toen ik ging studeren in Zwolle werd het gelukkig al een stuk minder. Waar ik nu woon in Gelderland hoef ik niet moeilijk te doen over mijn homoseksualiteit. De stress die ik in Emmeloord had omdat ik toevallig homo ben ervaar ik hier absoluut niet. Zo kan het dus ook!

Zijn er voorbeelden van mooie initiatieven in Gelderland die je graag zou willen benoemen. En waar andere provincies misschien iets van kunnen leren?

Jelle: Dit jaar werd voor het eerst de Achterhoek Pride georganiseerd, en ik was bij de opening betrokken en in mijn eigen dorp Ruurlo was een festival georganiseerd. Dat was leuk om te bezoeken! Wat ik mooi vind aan de insteek van de Achterhoek Pride is dat het vooral draaide om de zichtbaarheid van lhbti+ personen in de regio en het samenbrengen van de bewoners. We hebben dan misschien geen uitbundige botenparade, maar dat is hier ook niet nodig. En natuurlijk ben ik trots op mijn eigen initiatief. Vanaf oktober gaan we langs alle middelbare scholen in de Achterhoek om mijn film Ik ben Levi te vertonen en een gesprek aan te gaan met de scholieren over het thema jezelf zijn. Daar heb ik zin in!

'Het mag wat mij betreft meer om de personen áchter de letters draaien.'

Niels: Je had hier de EuroGames in Nijmegen – een inclusief sportevenement met de nadruk op lhbti+ – en een regenboogconferentie in Culemborg. Wat ik er tof aan vind is dat deze evenementen minder om de commercie draaiden. Het hoeft niet per se groots en bloot te zijn; die uitbundigheid is geen doel op zich. Bovendien denk ik dat de lhbti+ gemeenschap door al dat bloot te vaak met seks wordt geassocieerd. Je krijgt daardoor als lhbti+ persoon eerder ongemakkelijke vragen over je seksleven dan dat er bijvoorbeeld wordt gevraagd naar wat voor werk je doet of wat je als persoon drijft. Het mag wat mij betreft meer om de personen áchter de letters draaien. Ik organiseer zelf een paar keer per jaar een kookworkshop voor de lhbti+ gemeenschap, wat ik ook een mooi en toegankelijk initiatief vind. Op die workshop komen bovendien allerlei lhbti+ personen van verschillende culturele achtergronden samen– ook dat vind ik belangrijk!

Waar hopen jullie dat Gelderland over tien jaar staat als het om lhbti+ emancipatie gaat?

Jelle: Dat lhbti+ personen overal in de provincie, dus ook in de kleinere gemeenten, zichtbaar kunnen zijn. Het zou natuurlijk mooi zijn als elke gemeente in de provincie de regenboogvlag uithangt en tegelijkertijd uitlegt aan zijn bewoners wáárom ze het doen. 

Niels: Ik hoop dat het geen copy-paste wordt van steden als Amsterdam en Rotterdam, laten we het op z’n Gelderlands doen. Tijdens de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen was er bijvoorbeeld geen enkele partij in mijn gemeente die lhbti+ standpunten in hun partijprogramma had opgenomen. Zo was er voor mij niets te stemmen op dat thema, terwijl dit voor mij als bewoner van de gemeente Renkum een belangrijk onderwerp is. Ik hoop dat zoiets over tien jaar ondenkbaar is: lhbti+ rechten mogen ook lokaal hoger op de agenda komen te staan.