Later aan het werk, wat helpt mij nu?
Jongeren leren zichzelf beter kennen met vrijwillige FLOOR-coaches
‘Ik sta al jaren aan het roer van mijn eigen schip, maar ik ben naar de FLOOR-haven gevaren voor extra zeilen en bemanning’. FLOOR-coaches en jongeren met een verstandelijke of psychische kwetsbaarheid trekken een jaar op, om de stap naar werk te kunnen zetten. Twee jaar na de start van de samenwerking tussen vso-scholen en FLOOR-coaches blikken we terug.
Afhankelijk van een uitkering
In het schooljaar 2021-2022 verlieten bijna 10.000 leerlingen het voorgezet speciaal onderwijs (vso). Van de jongeren met het uitstroomprofiel ‘arbeidsmarkt’ heeft daarna slechts 27% betaald werk, al dan niet met een uitkering. Deze jongeren worden tijdens hun opleiding juist voorbereid op de stap naar de arbeidsmarkt. Ongeveer een derde van deze groep volgt een vorm van onderwijs na het voortgezet speciaal onderwijs. De groep met een uitstroomprofiel ‘dagbesteding’ belandt bijna altijd in een uitkering (65%) of heeft geen uitkering én geen werk (bijna 20%) (Staat van het Onderwijs, 2024). Het Platform Werk Inclusief Beperking zoekt naar routes naar werk voor jongeren met een psychische of verstandelijke kwetsbaarheid. De samenwerking tussen FLOORjongerencoaching en vso-scholen maakt inzichtelijk wat goed werkt en waar mogelijkheden liggen voor VSO-leerlingen.
De samenwerking tussen FLOORjongerencoaching en voortgezet speciaal onderwijs wordt mogelijk gemaakt door Platform Werk Inclusief Beperking. Dit platform scout, ondersteunt en onderzoekt innovatieve werkwijzen die een inclusievere arbeidsmarkt (willen) realiseren. Movisie brengt die werkwijzen in kaart en in verbinding. Het Verwey-Jonker Instituut evalueert de (door)ontwikkeling van werkwijzen en de Goldschmeding Foundation maakt dit financieel mogelijk. Op deze manier worden meer bewezen effectieve aanpakken bekend die werk inclusief beperking overal mogelijk maken.
Later aan het werk, wat helpt mij nu?
Casper is student geschiedenis aan de universiteit en heeft autisme. Hij is één van de jongeren die de stap naar werk aan het maken is. In zijn vorige bijbaantjes heeft hij slechte ervaringen opgedaan. Daardoor wilde én kon hij niet meer solliciteren; de angst was te groot geworden. Via de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) zag hij een oproep van FLOORjongerencoaching; dit kan weleens behulpzaam zijn dacht zijn moeder. ‘Wil ik later niet tegen een muur aan lopen, dan moet ik nu mijn sollicitatie-angst overwinnen’, zegt Casper over zijn motivatie om contact op te nemen met FLOORjongerencoaching.
Aanvulling op vso-scholen
Drie vso-scholen - Het Piramide College in Den Haag, De Trappenberg in Hilversum en Het Gentiaan College te Apeldoorn - zien de kracht in van de samenwerking met FLOOR-coaches. De FLOOR-coaches dagen de jongeren uit om samen te ontdekken waar de behoeften, mogelijkheden, participatiedoelen en irritaties liggen van de leerlingen. ‘Het gaat om leerlingen die verder willen ontdekken wie ze zijn en wat ze willen, met tijd en aandacht. Waar net iets meer nodig is dan het schoolaanbod’, legt Carola Rothuizen van FLOORjongerencoaching uit. De coach werkt één jaar samen met de leerling om zowel zijn of haar zelfbewustzijn en eigen regie te vergroten áls stappen te zetten naar passend werk. FLOOR gebruikt hiervoor de methode Persoonlijke Toekomstplanning.
Samen met zijn coach heeft Casper bijvoorbeeld zijn CV opgesteld; vol kwaliteiten, opleidingen, interesses en taalvaardigheden. ‘Voorheen had ik veel twijfel bij mijn CV; ‘is dit wel goed genoeg’. Nu voel ik trots’, vertelt Casper. Naast trots staat Casper zelfverzekerder in zijn schoenen als het over werk gaat: ‘solliciteren heb ik al gedaan. Dat ik het niet ben geworden, raakt mij nu niet meer zoals voorheen. Ik kan het een volgende keer weer proberen’.
Cijfers op een rij
14 jongeren met een psychische of verstandelijke kwetsbaarheid hebben stappen gezet naar werk. Zes van hen zitten op één van de vso-scholen, ze zijn tussen de 17 en 18 jaar oud. Deze jongeren kennen een zware lichamelijk beperking of een vorm van autisme. Ook hebben de meesten een klein persoonlijk netwerk. De zes jongeren hebben een persoonlijke ontwikkeling doorgemaakt en zijn begeleid tijdens het stage lopen. Twee van deze zes vso-jongeren hebben alsnog gekozen voor een vervolgopleiding.
Acht jongeren kwamen via diverse wegen naar FLOORjongerencoaching, zoals via Nederlandse Vereniging voor Autisme. Deze groep is tussen de 19 en 30 jaar oud. Vooral jongeren met autisme vonden de weg naar FLOOR. Uit deze groep van acht hebben inmiddels drie jongeren betaald werk waarvan twee via hun persoonlijk netwerk. Eén heeft een werkervaringsplek gekregen via zijn zakelijk netwerk. Allen hebben hun werknemersvaardigheden vergroot, waaronder Casper.
Individuele tijd
De kracht van FLOOR-coaches is hun beschikbare tijd. De FLOOR-coach doet diens werkzaamheden op vrijwillige basis. Hierdoor is er alle ruimte en tijd om als coach en coachee elkaar goed te leren kennen en krijgt de jongere de aandacht die school of thuis niet (altijd) kan bieden. Voor het ontdekken van kwaliteiten en interesses heb je namelijk tijd en vertrouwen nodig. Stagebegeleider vanuit Het Piramide College Ingrid Schouwenaar heeft de meerwaarde van FLOOR-coaches voor enkele van haar leerlingen ondervonden: ‘Een jongen was klaar met het vso-onderwijs, maar vond geen vervolgopleiding. Dan denk je: ‘Hoe nu verder?’ Er waren nog te veel vraagtekens’. FLOOR-coaches kunnen jongere individueel aandacht geven. In de werkwijze ligt de nadruk op het ontdekken van kwaliteiten, inzicht in wat je nodig hebt, grenzen aangeven en hulpvragen durven stellen. ‘Leerlingen leren zichzelf op deze manier beter kennen. Een mooie toevoeging op de LOB-vakken (loopbaanoriëntatie en -begeleiding) die al gegeven worden’, ervaart Ingrid.
Mijn coach neemt mij serieus in plaats van dat ze vertelt hoe het moet
Twee volwassenen
Ook ziet Ingrid de neutraliteit van de coach als groot pluspunt: ‘Leerlingen moeten aan allerlei verplichtingen voldoen op school, thuis vraagt ook van alles. Dan helpt het als een neutraal persoon echt naast jou staat, zodat jij jezelf beter leert kennen’, ziet Ingrid. Gelijkwaardigheid, voegt Casper hieraan toe. ‘FLOOR is totaal anders dan ik had verwacht. En dat is iets positiefs. De opstelling van FLOOR is erg gelijkwaardig. Twee volwassenen die over het leven praten en als coach en coachee van elkaar leren. Mijn coach neemt mij serieus in plaats van dat ze vertelt hoe het moet. Ik sta al jaren aan het roer van mijn eigen schip, maar ik ben naar de FLOOR-haven gevaren voor extra zeilen en bemanning’.
Persoonlijk netwerk
De samenwerking tussen de vso-scholen en FLOORjongerencoaching maakte ook inzichtelijk dat het persoonlijk netwerk van de jongere bepalend is voor het wel of niet slagen op de arbeidsmarkt. Een groot deel van -met name - de vso-coachees heeft òf geen steunende thuissituatie òf leven erg geïsoleerd. Het inzien en vergroten van het netwerk van de jongeren is dan ook een belangrijk onderdeel van een FLOORcoachtraject. Coach Marjan vertelt: ‘In het begin had [coachee] een ontzettende aversie tegen het woord ‘netwerk.’ Hij was zo gewend om z’n eigen boontjes te doppen dat hij het liefst alles zelf deed. Maar gaandeweg is de definitie van het woord ‘netwerk’ toch opgerekt. Zo heeft hij bijvoorbeeld zelf zijn mentor van zijn oude school benaderd om binnenkort eens te kletsen over het onderwijs en over welke kwaliteiten je moet beschikken om een goede docent te worden’.
FLOOR en werk
De inzet van FLOOR-coaches, aanvullend op wat vso-scholen kunnen bieden, levert veel op voor de persoonlijke ontwikkeling van de jongeren. Ze weten beter wie ze zijn, wat ze willen, doen meer succeservaringen op, ontwikkelen een groter netwerk en werknemersvaardigheden. ‘De jongeren zetten daadwerkelijk stappen, zoals gesprekken voeren met hun mentor of familielid voor een toekomstige baan. In plaats van er alleen in de klas over praten’, ziet Ingrid. De stap naar werk is voor vso-jongeren vaak een stap daarna. Voor de toekomst ziet FLOORjongerencoaching een samenwerking voor zich met stage-/uitstroomcoördinatoren en jobcoaches om een duurzame betaalde baan voor deze jongeren te realiseren.
Blijven zien
En Casper? Die kan weer over ‘de berg’ kijken; hij heeft zijn sollicitatieangst overwonnen en het coachtraject heeft hem doen inzien dat een bijbaan nu te veel vraagt. Hij gaat focussen op zijn studie geschiedenis, hoopt later in een museum of de politiek te werken en droomt van een landschap vol oude stoomlocomotieven en vliegtuigen; ‘zodat we de kennis en schoonheid van wat we bereikt hebben blijven zien’.