'Voor de één is het een lege kamer, voor de ander een kans'

Particuliere opvang voor dak- en thuislozen

Door de huidige wooncrisis komen economisch dak- en thuislozen de laatste jaren steeds nadrukkelijker in beeld. Voor deze groep stellen gastgezinnen een deel van hun huis beschikbaar. Jutta Hermann van De Rustplek en Marit Postma van De Regenboog Groep vertellen hoe dat werkt.

Economisch dak- en thuislozen zijn mensen die bijvoorbeeld door een scheiding, ziekte of het verlies van werk in de huidige krappe woningmarkt geen andere plek kunnen vinden. Voor deze groep is de reguliere maatschappelijke opvang niet toegankelijk. Ze logeren vaak bij vrienden, in hun auto of op de camping. ‘Zij voldoen “gelukkig” niet aan de voorwaarden, omdat er geen sprake is van bijkomende problemen, zoals psychiatrische kwetsbaarheid en verslaving’, vertelt Marit Postma, manager tijdelijke opvang van De Regenboog Groep.

Om te voorkomen dat deze mensen daadwerkelijk op straat moeten slapen, zijn er her en der in het land alternatieve opvanginitiatieven. Onder de Pannen van De Regenboog Groep is een voorbeeld, net als De Rustplek, waarvan Jutta Hermann coördinator is. ‘Een Rustplek is een particulier huis, waar gasten zich welkom mogen voelen en tot rust kunnen komen. Voor de één is het een lege kamer, voor de ander een kans.’

Niet gekort op uitkering

Postma: ‘Wij spreken over huisgenoten die een jaar met elkaar in een huis wonen, waarbij de een huurder is en de ander de rol heeft van verhuurder. De huurder betaalt het afgesproken bedrag aan De Regenboog. En de Regenboog betaalt de verhuurder, om het risico op betalingsproblemen uit te sluiten.'

De motivatie van onze verhuurders is divers: mensen willen graag iets goeds doen door een lege kamer ter beschikking te stellen. Ze voelen zich veiliger met iemand in huis en minder eenzaam. Daarnaast levert de verhuur van de kamer een financieel extraatje op. Er doen best veel mensen mee die in een sociale huurwoning wonen en een bijstandsuitkering hebben.

Deze insteek beïnvloedt ook de manier waarop de zaken juridisch geregeld zijn. ‘Wij maken gebruik van verhuurovereenkomsten in het kader van de hospitaregeling’, vertelt Postma. ‘De huurder kan zich gewoon inschrijven op het adres, beiden worden niet als kostendelers gezien. Hierover zijn afspraken gemaakt met de gemeente Amsterdam. Een bijstandsgerechtigde verhuurder verdient circa 150 euro per maand bij, zonder gekort te worden op uitkering of toeslagen.’

Voor de gastgezinnen van De Rustplek geldt het financiële aspect niet bij voorbaat als motivatie om mee te doen. ‘De gasten betalen wel een vergoeding. Daarbij houden we adviezen van het Nibud aan. Het richtbedrag ligt rond de 210 euro per maand.’ De Rustplek is geen oplossing voor het woningtekort, legt Hermann verder nog uit. Het is een plek om op adem te komen, het gaat om een heroriënteringsperiode.

'De verhuurder is niet de hulpverlener, maar huisgenoot'

Delen wat je over hebt

Er bestaan dus zeker accentverschillen tussen beide programma’s. Maar de kern is hetzelfde, benadrukken beide gesprekspartners. Het gaat erom dat mensen delen wat ze over hebben. Het geeft een positieve draai aan het leven van andere mensen en dat geeft voldoening. Postma: ‘We zien bij Onder de Pannen mooie contacten of vriendschappen ontstaan tussen de verhuurder en de huurder. Dit varieert van een luisterend oor en het helpen bij klusjes tot het voor elkaar koken en samen eten.’

De beide organisaties waarborgen dat het voor de aanbieders behapbaar blijft. Daarin zijn de selectie van de aanbieders en de zoekers en de matching belangrijke schakels. Postma: ‘De screening doen we heel serieus. Op papier zijn de economisch dak- en thuislozen mensen met enkel een woonprobleem. Maar er speelt bij de meesten toch van alles, bovenop het woonprobleem. Zoals beginnende schulden, isolement of verlies van werk. Onze huurders én verhuurders moeten wel de sociale vaardigheden hebben om samen te kunnen wonen.’

Hermann herkent dat: ‘Gastgezinnen beschrijven hun eigen profiel. Als er in het huishouden zelf al psychische problematiek is, dan gaan we niet zo snel op hun aanbod in. Verder geldt voor de gasten dat ze dagbesteding moeten hebben. Dat zorgt ervoor dat ze ’s avonds moe zijn. Wij werken best veel met jongvolwassenen. Zonder dagbesteding bestaat de kans dat
zij een omgekeerd dag- en nachtritme krijgen. Dat is niet vol te houden voor de gastgezinnen.'

Duidelijkheid over de periode 

‘Voor de huurders van Onder de pannen geldt bovendien dat iemand bereid is om samen met een hulpverlener aan de slag te gaan met de problemen en uitdagingen die er spelen’, vertelt Postma. ‘Dat onderstreept nog eens dat de verhuurder niet de hulpverlener is, maar de huisgenoot. De begeleiding is er met name op gericht om samen een plan te maken voor het vinden van definitievere woonruimte.’ Dat helpt de gastgezinnen ook om het behapbaar te houden. De afgesproken maximale periode staat vast. Mocht er aan het eind nog geen andere woonruimte zijn, dan nog eindigt de overeenkomst op de afgesproken datum. Tenzij de verhuurder zelf wil verlengen. En de samenwerking met het maatschappelijk werk onderstreept dat de verhuurder niet de hulpverlener is.

Kwaliteit op orde 

De Rustplek en Onder de Pannen werken op een vergelijkbare manier om de kwaliteit op orde te houden. Zo is een Verklaring Omtrent Gedrag verplicht. Beide initiatieven hebben een gedragscode en een protocol hoe te handelen in geval van incidenten. Ook is er bij allebei een vast aanspreekpunt voor beide kanten.

Hermann vult nog aan: ‘Wij vragen de gastgezinnen om twee referenties op te geven en dat mag geen familie zijn. Verder organiseren we vier keer per jaar een lunchbijeenkomst voor de gastgezinnen. Zij kennen elkaar dus en kunnen onderling ervaringen uitwisselen.’

Meer informatie

De Rustplek: Jutta Hermann, derustplek.nl
Onder de Pannen: Marit Postma, onderdepannen.nl

Tekst: Tea Keijl