De lens scherpstellen op jonge mantelzorgers
De lens scherpstellen op jonge mantelzorgers. Dat is een van de vragen, waarmee Horst aan de Maas in het kader van het project In voor mantelzorg-thuis aan de slag gaat. De campagne Deel je zorg, die tijdens de week van de jonge mantelzorger (van 1 t/m 7 juni) van start is gegaan, komt dan ook precies op het goede moment. ‘We willen meer zicht op de jonge mantelzorgers in onze gemeente. Deze campagne helpt om bewustwording op gang te brengen en zo mantelzorgers in beeld te krijgen.’
Maar liefst 1 op de 5 jongeren is mantelzorger, zo blijkt uit onderzoek. Zij kunnen de weg naar ondersteuning bij hun zorgtaken soms moeilijk vinden. Ze herkennen zich niet als mantelzorger en vinden het niet makkelijk om hulp te vragen of een luisterend oor te vinden bij een professional. Als ze deze stap wel zetten is het vaak nog lastig om de juiste informatie en ondersteuning te vinden.
Aanleiding voor Mantelzorg NL, Alliantie jonge mantelzorgers en het ministerie van VWS om de campagne Deel je zorg te lanceren. Hiermee willen ze jonge mantelzorgers (mantelzorgers tot 24 jaar) uitnodigen om over eventuele zorgen en problemen in gesprek te gaan. Onderdeel van de campagne is een website voor jongeren met tips en adviezen. Ook biedt de site informatie voor scholen en jeugd- en welzijnswerkers. Zij kunnen bovendien gebruikmaken van een toolkit met materialen om de campagne te voeren in hun eigen gemeente.
Interviews
Irma Versteegen werkt als sociaal werker jeugd in Horst aan de Maas. Ze herkent dat veel jonge mantelzorgers vaak niet weten dat ze mantelzorger zijn.
‘Het zorgen is zo’n onderdeel van hun leven. Ze zijn zich er gewoon niet van bewust. Laat staan dat ze doorhebben dat ze hulp kunnen krijgen als het ze teveel wordt of als ze ergens tegenaan lopen.’ In Horst aan de Maas zijn zo’n 40 jonge mantelzorgers in beeld. Versteegen: ‘We denken dat er nog veel meer zijn. Dat moet ook wel als 1 op de 5 jongeren mantelzorger is.
Daarom hebben we binnen In voor mantelzorg-thuis als doel gesteld om beter zicht te krijgen op jonge mantelzorgers en hun hulpvragen in kaart te brengen. We werken samen met andere organisaties, zoals de gemeente en verschillende zorg- en welzijnsorganisaties om hier meer zicht op te krijgen. We beginnen binnenkort met het afnemen van interviews om behoeftes op te halen en vervolgens bekijken hoe we hierop het ondersteuningsaanbod kunnen laten aansluiten.’
Goodiebag
De campagne Deel je zorg kon dan ook niet op een beter moment komen. ‘Het is een mooie manier om een eerste bewustwording op gang te brengen en jongeren laten weten dat ze bij ons terechtkunnen voor hulp en ondersteuning’, zegt Verteegen. In Horst aan de Maas worden social media ingezet, posters verspreid, gaat er een speciaal informatieblad naar scholen en kunnen jongeren een goodiebag opvragen. ‘Hierin zit informatie vanuit de campagneorganisaties en die vullen wij aan met eigen folders over hulp- en ondersteuningsmogelijkheden. Om de jonge mantelzorgers echt in het zonnetje te zetten, zitten er ook leuke gadgets in én verloten we een prijs.’
Omgeving
‘Alle inwoners uit Horst aan de Maas kunnen deze goodiebag voor een jonge mantelzorger opvragen’, legt Versteegen uit. ‘We richten ons namelijk niet alleen op de jonge mantelzorgers zelf. Ook mensen uit hun omgeving kunnen belangrijk zijn. Zij kunnen jongeren wijzen op ondersteuningsmogelijkheden of zelf een luisterend oor bieden. Vaak weten mensen niet wat ze kunnen doen, maar alleen al eens vragen hoe het met een jongere gaat, kan helpen.’
Een ander belangrijk onderdeel van de ondersteuning van jonge mantelzorgers is de samenwerking met andere organisaties. Versteegen: ‘Scholen zijn hierin natuurlijk belangrijk. Zij zijn een vindplaats voor jonge mantelzorgers en kunnen vaak als eerste signaleren dat een jongere overloopt en bijvoorbeeld zorgtaken niet meer kan combineren met school of vrije tijd. Met de middelbare scholen hebben we hier al een goede verbinding. Ik zou het fijn vinden als dat met de basisscholen ook op gang komt.
Daarnaast is het van belang om verbinding te zoeken met bijvoorbeeld verenigingen en initiatiefgroepen in de dorpen of wijken. Met elkaar kunnen we een netwerk voor deze jongeren vormen.’ Voor nu hoopt Versteegen vooral dat de campagne jongeren aanzet om over hun zorgen te praten. ‘Als jongeren er zich van bewust zijn dat het kan helpen hun verhaal te delen, of dat met iemand is uit hun eigen omgeving of juist iemand die ze niet kennen, en zij weten dat ze er niet alleen voor staan zou dat al fantastisch zijn.’