Mantelzorgers bereiken door middel van contactkaartjes

Contactkaartjes. Het klinkt simpel en dat is het ook. Ze kunnen op een eenvoudige wijze een grote bijdrage leveren voor de vele mantelzoekers die de weg naar hulp nog niet kennen, of de drempel om hulp te zoeken te hoog vinden. Hoe dat zit legt Katja Keuning-Kley uit. Zij is werkzaam bij Steunpunt Mantelzorg Brabantse Wal, onderdeel van WijZijn Traversegroep.

Hoe komt het dat er zoveel zorgprofessionals zijn die de weg blijkbaar niet weten naar jullie steunpunt?

‘WijZijn Traversegroep deed mee met In voor mantelzorg-thuis. In de projectgroep heeft ook het ziekenhuis Bravis meegedaan. Sinds wij een hele grote welzijnsorganisatie zijn is het contact tussen ons steunpunt en het ziekenhuis verwaterd. We hebben elkaar door dit project weer gevonden. We zijn daarom gaan brainstormen over hoe we ook de mantelzorgers die het Steunpunt Mantelzorg niet zo op het netvlies hebben, op het netvlies kunnen krijgen en kunnen doorsturen. We vroegen ons daarom ook af: Hoe kunnen we mensen van binnen het ziekenhuis meer op vlieghoogte brengen? Het is namelijk heel willekeurig wie wat weet. En juist vanwege de werkdruk daar, kunnen we het stukje zorg om de mantelzorgers overnemen. Mantelzorgers die al wat langer mantelzorgen en waarbij degene voor wie ze zorgen voor het eerst in het ziekenhuis belanden, die willen vaak heel graag hun verhaal kwijt. Voor het steunpunt zelf is het ook belangrijk. Wij zijn zoekende naar hoe we deze mantelzorgers bereiken. Vroeger, als je in de lokale krant een advertentie plaatste, dan kreeg je daar een reactie op. Mensen zijn nu echter zo verspreid in waar ze hun informatie vandaan halen. Er blijft een groep die voor ons niet bereikbaar is.’

Hoe is dit concrete idee ontstaan?

‘Wij deden mee aan het project voor mensen met hersenletsel. Daar werd gewerkt met dit soort kaartjes. We wilden het ook voor mantelzorgers gaan gebruiken. Er wordt vaak in het ziekenhuis wel gezegd ‘er is een steunpunt mantelzorg’, maar in de waan van de dag vergeten zorgverleners en mantelzorgers het ook weer vaak. En daarnaast is er ook schroom om hulp te vragen, of hebben mantelzorgers te weinig beeld van wat er aan hulp geboden kan worden. Met de kaartjes kunnen de mensen nu laagdrempelig aangeven dat ze gebeld willen worden. In het ziekenhuis liggen de kaartjes. Op de dag van de mantelzorg gaan we dit opstarten.’

Hoe gaat het in z’n werk?

Verpleegkundigen of medewerkers kunnen het kaartje meegeven aan de mantelzorgers, maar de mantelzorger kan het kaartje ook meteen invullen en dan wordt die desgewenst binnen 24 uur gebeld door iemand van het steunpunt. Het kaartje wordt digitaal naar ons doorgestuurd en dan kunnen wij contact opnemen. Nadeel is dat je met het privacystuk zit. Een transferverpleegkundige mag, al zou ze het willen, niet zomaar de  contactgegevens doorgeven. Daarom is het belangrijk dat het door de mantelzorger zelf ingevuld wordt.

Wat bieden jullie iemand die gebeld wil worden?

‘Iemand kan dan worden ingeschreven voor een nieuwsbrief, we kunnen zelfs een afspraak maken om op bezoek te komen, of we kunnen onze waardering uitspreken. Het is afhankelijk van wat de behoefte is, wat passend is voor degene die we bellen. Dus daar gebruiken we dat eerste telefoontje voor.’

Verloopt dit project voorspoedig?

‘We gaan het op 10 november, met de dag van de mantelzorg, breed uitrollen. We maken een begin bij het ziekenhuis en we koppelen het aan een e-learning over mantelzorg die wordt uitgerold binnen het ziekenhuis. Het gaat dus best snel. Ik ben ongelofelijk benieuwd naar wat het gaat opleveren straks, maar ik heb er vertrouwen in dat we veel meer mantelzorgers gaan bereiken.’