Meer autonomie voor sociaal werkers belangrijker dan meer salaris?

Onlangs liet directeur Jos de Blok van Buurtzorg weten dat alle verpleegkundigen en verzorgenden in zijn organisatie meer salaris krijgen door hen hoger in te schalen. Hij hoopt via deze vorm van waardering, de uitstroom uit de sector mede tegen te gaan. Verdient zijn voorbeeld navolging in het sociaal werk? 

Daniël Pit (Teammanager bij Amaryllis, welzijnsorganisatie in Leeuwarden)

‘Sociaal werk heeft best een goede cao. De primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden zijn prima. Natuurlijk, in het sociaal werk is het verloop, net als in de zorg groot. Maar de problemen die die uitstroom veroorzaken zijn niet het salaris maar de werkdruk en de mate waarin professionals zich eigenaar voelen van het werk dat ze doen. Hun autonomie dus. De vraag is: sluit het beleid aan bij de uitvoering? Als we de uitstroom van sociaal werkers willen verminderen dan zullen we vooral moeten bekijken hoe we regeldruk verminderen en de autonomie vergroten.' 

'Ik sprak onlangs nog een opbouwwerker uit een andere gemeente die zei: het werk wordt me eigenlijk ontnomen op het moment dat de opdrachtgever, in dit geval de gemeente, mij werkwijzen in de maag splitst. Als je met andermans plannen, een soort beleidsagenda de wijk in moet, dan werkt het niet. Zeker als opbouwwerker moet je je eigen keuzen kunnen maken. Die voelen zich in de situatie die ik net schetste, gepasseerd in hun professionaliteit.’ 

Nanneke Jager (Buurtwerker in Groningen bij Wij Vinkhuizen en sociaal werker van het jaar)

‘Ik heb voor deze vraag het zogenaamde functiehuis* nog eens bekeken. Dan denk ik vervolgens: ja, we worden eigenlijk onderbetaald. Wat we als sociaal werker doen, dat is best complex. We zijn een spin in het web in de wijk, in de buurt. We halen de vragen in de wijk op, praten daarvoor met veel mensen, signaleren ook op basis van berichten in de media.'

De plek van oudere professionals die met pensioen gaan, wordt niet opgevuld door de jonge generatie.

‘Op basis van die info maken we een analyse en concluderen we: hier moeten we iets mee! Voor hulpverleners die aan de slag gaan met een individuele casus aan de hand van een enkelvoudig probleem, gaat dat niet op. Die opdracht is afgebakend.’

‘Een hoger salaris zal niet het probleem oplossen van de uitstroom uit het sociaal werk. Het probleem is dat de plek van oudere professionals die met pensioen gaan, niet wordt opgevuld door de jonge generatie. Ik zie dat ook op de opleidingen, ik kom regelmatig op de Hanzehogeschool. Er zijn weinig studenten die kiezen voor dit profiel (Welzijn en samenleving). Ze kiezen liever voor werk waarbij ze concreet aan de slag gaan met een casus. Ik denk dat we daar iets mee moeten om dat te veranderen. Bijvoorbeeld door via storytelling inzichtelijker te maken wat we concreet doen. Ik doe dat in elk geval zelf ook als ik studenten over mijn werk vertel. Ik geef allerlei voorbeelden uit de praktijk. Daardoor komt wat het werk inhoudt meer tot leven.’

Jan Willem Bruins, directeur Beroepsvereniging Sociaal Werk Nederland (BPSW)

‘Alles wat je kunt doen om professionals te behouden voor het werk en te waarderen voor hun werk, moet je aangrijpen. Salaris is niet alles, maar wel een belangrijk middel om die waardering tot uiting te brengen. Bij Buurtzorg werkt het overigens wel anders dan bij sociaal werk. Ze zijn zo georganiseerd dat ze nauwelijks  overhead hebben. De financiering van Buurtzorg is anders dan bij sociaal werk. Bij Buurtzorg wordt die uit zorgpremies gefinancierd. Veel welzijnsorganisaties zijn begrotings-gefinancierd, veelal door gemeenten. En die zitten soms krap bij kas waardoor deze vormen van sociaal werk kwetsbaar zijn voor bezuinigen.’ 

‘Als je salarissen wilt verhogen moet dat geld ergens vandaan komen. Dat moet je dus of meer middelen tot je beschikking krijgen óf je moet je interne kosten verlagen. Er is in organisaties soms sprake van onnodige bureaucratie. En ook de schaalvergroting is niet altijd winst. Adviesbureau Berenschot heeft een paar jaar geleden becijferd dat schaalvergroting vaak niet tot kostenefficiency leidt.’

‘Een ander knelpunt is dat sociaal werkers onder zo’n 10 verschillende cao’s vallen (jeugdzorg, ggz, gehandicaptenzorg, sociaal werk, etc.). Die cao’s hebben verschillen in salaris en arbeidsvoorwaarden. En werken dus soms ‘concurrerend’. Sociaal werkers die ambtenaar worden in een wijkteam gaan er vaak in salaris op vooruit. En dan zijn er ook steeds meer zzp’ers die hun eigen tarieven vaststellen’

We hebben behoefte aan één cao.

Lex Staal, directeur Sociaal Werk Nederland 

‘In algemene zin vind ik het niet een verstandig idee als één organisatie zelfstandig zijn salarissen gaat verhogen. We hebben in Nederland cao’s. Onder andere om te voorkomen dat organisaties met elkaar de concurrentie aangaan met salarissen. Dat sociaal werkers in verschillende cao’s vallen, hoeft op zich geen probleem te zijn. Wel als in verschillende cao’s sociaal werkers verschillend worden beloond. Er zou wel op zijn minst één cao voor sociaal werkers moeten komen. Daarmee voorkom je, zoals nu bij wijkteams vaak het geval is, je professionals hebt die vanuit de ggz erin zitten, jeugdzorg en het sociaal werk. Dat maakt het voor de werkgever ingewikkeld en tijdrovend om personeelsmatig en financieel te managen. Wil je professionals kunnen volgen in hun beroepsontwikkeling en wil je de ontwikkeling van het sociaal domein recht doen, dan hebben we behoefte aan één cao.’  

‘Salaris is geen belangrijke factor bij de uitstroom. Voor sociaal werkers is de regelruimte, de autonomie die ze al of niet hebben veel bepalender voor hun motivatie. De manier waarop de opdrachtverleners of uitvoerdersrelatie tussen gemeenten en welzijnsorganisaties is geregeld, moet anders. Gemeenten moeten doelen stellen, zich bekommeren over het wat, en zich niet bemoeien met het hoe. Laat dat maar aan de professionals nodig, dat is hun vak. En dat levert uiteindelijk ook veel meer bij aan of ze zich happy voelen in hun werk.’ 

Positieverbetering van het beroep, meer autonomie en zeggenschap en meer baanzekerheid.

Ook sociaal werk verdient erkenning voor toenemende zwaarte van de functie

Sonja Liefhebber, senior- adviseur beroepsontwikkeling bij Movisie is erg blij met het initiatief van De Blok om de functie van verpleegkundige en ziekenverzorgenden een salarisschaal te verhogen. ‘De Blok geeft hen niet zomaar geld, maar hij erkent dat het vak complexer is geworden en gepaard gaat met een hogere mate van verantwoordelijkheid. En daar past een hogere salarisschaal bij. Maar meer nog geeft hij hen blijvende erkenning en waardering.'

'Het vak sociaal werk is complexer en zwaarder geworden. Maar liefst 60 procent van de sociaal werkers in de raadpleging Stand van het sociaal werk (Movisie, 2021) geeft aan een hoge tot zeer hoge werkdruk te ervaren en daarnaast is de uitstroom net als bij verpleegkundigen erg hoog. De oorzaken hiervan liggen niet alleen in salariëring.’ Net als de geïnterviewden ziet Liefhebber dat er meer aan de hand is. Er zijn veel onderliggende oorzaken die aangepakt moeten worden. ‘Dan gaat het om aspecten als positieverbetering van het beroep, meer autonomie en zeggenschap, meer baanzekerheid, minder invloed van beleid op het werk, minder administratiedruk.

Diversiteit en maatwerk

'Voor de ene professional is salaris een hekel punt, de ander voelt zich meer geholpen door meer autonomie en weer een ander door meer carrière mogelijkheden in het werk. Dat vraagt dus diversiteit en om maatwerk. Met alleen hogere functiewaardering en salarisverhoging kom je er volgens mij niet maar het is wel een heel goed begin.’ 

*Schema waarin functies in een organisatie staan, inclusief een beschrijving van de taken, vaardigheden en bevoegdheden per functie.

Lees ook Buurtzorg geeft zorgpersoneel extra salarisschaal - Skipr.