Mensen met ggz-problematiek verdienen een fijne plek in de wijk

Hoe zorg je dat mensen met een ggz-achtergrond zich thuis voelen in de wijk? Die vraag stond dinsdag 10 maart 2020 centraal tijdens de eerste van drie leerbijeenkomsten ‘Een buurt voor iedereen’ van Movisie in Utrecht. De opgave voor gemeenten is om plezierig wonen en samenleven voor iedereen te realiseren. Ook voor kwetsbare mensen, zoals mensen met psychiatrische problemen.

Wat mensen met een ggz-achtergrond betreft, is iedereen het er wel over eens dat ook deze mensen een plekje in de wijk verdienen. Maar ook de wijk, waar omwonenden weerstand kunnen hebben omdat ze overlast kunnen ervaren en tegelijkertijd een bron van steun kunnen zijn, moet betrokken worden. Begeleiding is daarbij nodig. Maar hoe doe je dit in de praktijk? Professionals uit de sector zorg en welzijn aankomend professionals, beleidsmedewerkers, ervaringsdeskundigen en vrijwilligers gingen hierover met elkaar in gesprek tijdens de leerbijeenkomst.

Een gezicht geven

Eén van die bezoekers is Mieke van der Graaf. Zij is als belangenbehartiger verbonden aan Ypsilon Rotterdam. Haar zoon heeft schizofrenie en is inmiddels aan het werk als ervaringsdeskundige. Daarnaast woont Van der Graaf in een gemêleerde flat in een Rotterdamse achterstandswijk, waar zij om zich heen veel mensen met psychiatrische problematiek ziet. ‘Rotterdam is voornemens om meer aan inclusie te doen van de ggz-cliënt, daarom leek dit mij een interessante bijeenkomst. Diegene waar het over gaat een gezicht geven en zorgen dat hij zich thuis voelt in de wijk en dat de buurt zich daar ook goed bij voelt. Dat is het belangrijkste doel.’

Vergroten van kennis

Om het begeleiden van wijken rond dit thema goed te laten verlopen, is expertise nodig. In de regio Zaanstreek-Waterland is daarom een project gestart waarbij professionals in de sociale wijkteams leren van een GGD-medewerker met brede kennis van ggz-problematiek. Het vergroten van kennis om de wijk te kunnen ondersteunen, dat is de inzet. Ina Boerema is projectcoördinator bij de GGD Zaanstreek- Waterland. Zij begeleidde de pilot in Zaanstad en Purmerend waarbij professionals met ggz-expertise worden ingezet binnen de sociaal wijkteams.

Boerema: ‘De know how die werd overgedragen, zorgt ervoor dat de mensen binnen de wijkteams bewoners in de wijk beter kunnen bijstaan. Zo krijgen de maatschappelijk werkers binnen het wijkteam, die vaak niet tot nauwelijks ervaring hebben met psychiatrische ziektebeelden kennis en handvatten over hoe ze deze mensen kunnen benaderen en ondersteunen en kunnen zij ook de wijk helpen een positief woonklimaat te realiseren voor alle bewoners, zowel kwetsbare als niet kwetsbare. De beoogde samenwerking tussen uitvoerders van verschillende organisaties vraagt om goede aansturing. In Zaanstad-Waterland hebben we daar een werkwijze voor ontwikkeld. Naast het methodisch handelen op basis van de uitgangspunten van presentie, kwartiermaken en preventie, steken we in op procesconsultatie. De consultatie bestaat uit een kortdurende intensieve dienstverlening, gericht op het doorbreken van de patronen van vastgelopen communicatie en samenwerking.’ Bekijk ook de handreiking die is geschreven naar aanleiding van dit project. 

‘In Amstelveen werken we vanuit de cliënt. Wat werkt voor jou? Wat willen mensen en waar worden ze blij van?’

Cliëntcentraal werken

Maar met alleen het toerusten van sociale wijkteams ben je er nog niet. Zo weten ze inmiddels in de gemeente Amstelland. Wilma Stokkel en Rosanne Rondema werken hier bij welzijnsorganisatie Participe. Zij zijn de koplopers als het gaat om cliëntcentraal werken. Met het project ‘bijspringen en versterken’, dat zij tijdens een eerdere leerbijeenkomst al eens mochten presenteren, zetten zij de wijkbewoner centraal. Rondema: ‘In Amstelveen werken we vanuit de cliënt. Wat werkt voor jou? Wat willen mensen en waar worden ze blij van?’

Stokkel: ‘Wij werken met de AKAD-methode. AKAD staat voor: anders kijken, anders doen. Hierbij wordt gestructureerd een gesprek aangegaan. We brengen met elkaar – betrokkenen met complementaire expertise zoals de woningcorporatie, welzijn, zorg, politie, ggz – het probleem in kaart en kijken dan wat we kunnen doen. Als het proces in gang is gezet, kan je vervolgens afschalen.’ Zo startte er in Amstelland bijvoorbeeld een project waarbij kwetsbare buurtbewoners koken voor de wijk. Dit werd begeleid vanuit welzijn, maar inmiddels draaien de buurtbewoners het project grotendeels op eigen kracht. ‘Er komen maandelijks 40 mensen eten en er staan ook nog mensen op de wachtlijst. In het begin was heel veel professionele ondersteuning nodig, nu steeds minder.’

Ogen en oren van de wijk

‘Helemaal zonder professionals kan je echter nooit’, vult Elena Nabatova aan. Zij is regiomanager bij Participe. ‘Deskundigheid en de kracht van de professional zijn nodig.’ Stokkel: ‘Het is belangrijk in de wijk aanwezig te zijn. Je bent de ogen en de oren van de wijk. Veel mensen spreken uit eigen belang, maar je wilt mensen aan tafel die namens hun flat of hun straat spreken. We gaan ook naar de mensen toe, dan staan we bijvoorbeeld met z’n tweeën in de hal van een flat om de verhalen van bewoners op te halen.’ Van der Graaf: ‘Wat jullie doen is eigenlijk het ouderwetse opbouwwerk, maar dan gericht op die plekken en die doelgroepen die het echt nodig hebben.’

‘Je moet naar de mensen toe voor oplossingen. Je vindt niet alles achter je loket'

Nabatova is ervan overtuigd dat het opzoeken van de mensen in hun woonomgeving de kracht van het succes is. ‘Je moet naar de mensen toe voor oplossingen. Je vindt niet alles achter je loket. De vraag die hierbij steeds weer centraal moet staan is: Doen we het goede en doen we het goed?’ Voor deze aanpak is ook ruimte nodig en vertrouwen in de organisaties die naar de mensen toe gaan. Nabatova: ‘De visie van de gemeente moet zijn het eerst te hebben over wat gaan we anders doen en dan pas over het geld.’

De bezoekers van de leerbijeenkomst ervaren het uitwisselen van de ervaringen als zeer positief. Voor Maarten van Camp uit Brussel is het de eerste keer dat hij deelneemt aan een dergelijke bijeenkomst. ‘Het is even wennen, want alle terminologie is net even anders dan in België, maar ik neem genoeg tips en ideeën mee om mee aan de slag te gaan en dingen te verbeteren binnen onze organisatie.’

Carlijn Zeggerink is werkzaam bij Cordaan als ambulant begeleider. Zij vond het uitwisselen van ervaringen met collega’s ook positief. Wel zou zij graag nog een stapje verder gaan. ‘Ik zou het interessant vinden om samen na te denken over hoe je de moeilijke ggz-doelgroep in de wijk het gevoel kan geven dat ze er mogen zijn. Ik werk veel op de begeleid wonen-locaties en denk dat het goed is professionals te verleiden hun blik naar buiten te richten en samen na te denken over hoe je dat nou doet.’

Meer leerbijeenkomsten

Wil je ook met vakgenoten uit diverse disciplines van gedachten wisselen over de plek van mensen met ggz-problematiek in de wijk? Houd de agenda in de gaten voor meer interessante bijeenkomsten.