Mensen groeten elkaar weer, zien naar elkaar om

Positieve gezondheid en de coronacrisis

De coronacrisis is veel meer dan alleen een medische crisis. Hoe kunnen professionals inwoners levensbreed ondersteunen, zonder zich belemmerd te voelen door het systeem? Hoe zorg je ervoor dat de wensen van de cliënt of burger centraal staan? Verslag van een virtueel rondetafelgesprek met Machteld Huber en Angelique Schuitemaker (Institute for Positive Health) en Janny Bakker-Klein en Sanneke Verweij (Movisie)

Waarom Positieve Gezondheid?

Machteld Huber: ‘Mijn ambitie was en is om de zorg te verbreden, om gezondheidsvraagstukken minder medisch aan te vliegen. Gezondheid gaat in mijn ogen niet over de afwezigheid van ziekte, maar over veerkracht en aanpassingsvermogen. Vandaar het concept Positieve Gezondheid, uitgewerkt in zes levensgebieden. Dat gaat niet alleen over teruggaan naar de oude situatie, maar vooral om met de nieuwe situatie te leren omgaan, op een manier die bij jou past. Als je kijkt naar wat onder gezondheid wordt verstaan, dan valt er een verschil waar te nemen in de beleving van artsen en beleidsmakers enerzijds en patiënten en burgers anderzijds. Artsen hebben een medische blik op gezondheid; bij patiënten en burgers gaat gezondheid over het hele leven. Heel breed dus. Dan is de vraag: wat is voor u belangrijk, waar hoopt u op en wat kan u daarbij helpen? Een ander gesprek over gezondheid en leven krijg je dan!’

Movisies 'Samenleven op afstand'

Dit artikel is verschenen in de Movisies 'Samenleven op afstand'. In deze editie van ons relatieblad vind je interessante artikelen en informatie over de vaak schrijnende sociale gevolgen van de coronacrisis, die vooral in de directe leefwereld van mensen in een kwetsbare positie zichtbaar werden. Ook wordt in deze Movisies al weer volop nagedacht over de tijd na corona. Lees hier de hele Movisies.

Is er sinds de coronacrisis meer aandacht voor Positieve Gezondheid?

Janny Bakker-Klein: ‘Het valt mij in deze coronacrisis juist op dat het uitsluitend over gezondheid in enge zin gaat. Alles wat we bereikt zouden hebben om zelfregie centraal te stellen en het over welzijn te hebben, dat is in een paar weken tijd weggevaagd. Het gáát er niet over. Kijk maar naar de verpleeghuiszorg: mensen sterven er van eenzaamheid. Maar helaas, het gaat alleen over het virus en de aanpak. Niet over: wat wil je zelf, wat vind jij belangrijk? Ik vind het zorgelijk dat het medische perspectief zo dominant is.’ Angelique Schuitemaker: ‘Ik zou het mooi vinden dat het kabinet tijdens persconferenties laat zien dat de aanpak over het hele leven gaat. Over zorg, maar ook over welzijn, de economie, onderwijs en meer. We weten bijvoorbeeld dat langdurige stress over het behoud van je baan negatieve effecten heeft op je gezondheid. Laten we dus alsjeblieft breder kijken! Het is nu het moment voor die kanteling. Bij ministeries en beleidsmakers dringt langzaam door: deze crisis gaat over ons hele leven.’

Wie is wie?

  • Angelique Schuitemaker is directeur bij het Institute for Positive Health
  • Machteld Huber is strategisch adviseur Kennis en implementatie bij het Institute for Positive Health
  • Janny Bakker-Klein is bestuurder bij Movisie
  • Sanneke Verweij is onderzoeker en adviseur bij Movisie

Hoe krijgt het brede perspectief op gezondheid handen en voeten in tijden van corona?

Sanneke Verweij: ‘Professionals hebben een belangrijke rol in het ondersteunen van inwoners op dit vlak. Nu moeten ze dat onder buitengewoon ingewikkelde omstandigheden doen. Sociaal werkers hebben in hun praktijk te maken met de regels en kaders die er zijn. De richtlijnen van het kabinet en het RIVM, hoe ga je daarmee om? Je maakt afwegingen als professional: wanneer wel of niet een cliënt fysiek ontmoeten op afstand? En hoe zorg je ervoor dat je binnen de kaders present blijft? Daarnaast hebben sociaal werkers ook een politiserende functie: mensen in staat stellen hun stem te laten horen, bijvoorbeeld over wat de crisis betekent in het leven van mensen in een kwetsbare positie. En de taak om signalen uit de praktijk te bundelen en te adresseren.’ Machteld Huber: ‘Ik vind wel dat we bevoorrecht zijn. In landen om ons heen is de lockdown veel heftiger: in Spanje mocht je bijvoorbeeld geen wandelingetje maken, op straffe van een boete. En nog iets: ik ben blij met het sociale bewustzijn. Mensen groeten elkaar weer, vragen of ze nog iets voor een ander kunnen betekenen, zien naar elkaar om. Ik hoop dat we dit momentum kunnen aangrijpen om die brede kijk meer handen en voeten te geven. Er is momenteel sprake van een enorme actiebereidheid. Heb aandacht voor het hele leven, fixeer je niet alleen op de ziekte, maar besteed échte aandacht aan échte gezondheid.’

Wat is Positieve Gezondheid?

In Positieve Gezondheid* staat een betekenisvol leven centraal. Daarom wordt mensen gevraagd wat zij zélf het liefst willen veranderen. Je spreekt daarmee hun bron van veerkracht aan. Steeds meer professionals vinden in Positieve Gezondheid de sleutel om dat wat vastloopt in de zorg te verbeteren. Of het nu gaat om spreekuren, beleidskeuzes of de zorg voor patiënten. De stichting Institute for Positive Health (IPH) is opgericht door Machteld Huber, de grondlegger van het gedachtegoed.
* De term positieve gezondheid is in dit artikel bewust met hoofdletters geschreven. De term is niet nieuw en komt in de literatuur met verschillende betekenissen voor. De uitwerking van IPH is die met de zes levensdomeinen en dat herken je aan de schrijfwijze met hoofdletters.

Janny Bakker-Klein: ‘Die actiebereidheid zie ik ook. Laten we dat benutten. Movisie heeft het instrument Wat Telt ontwikkeld. Het instrument helpt mensen om eigen regie over hun leven te hervinden. Er wordt overal gezegd: eigen regie, dat doen we toch? Nou, in deze crisis worden veel zaken topdown afgehandeld. Ik denk dan: wat als je de mensen zelf verantwoordelijkheid had gegeven? Was het dan anders gegaan? Mensen maken toch niet alleen maar slechte keuzes? Het nieuwe normaal zou wat mij betreft moeten zijn dat we breed kijken naar gezondheid, mensen een stem geven en zelfregie serieus nemen. Niet alleen maar mopperen dus over de lockdown, maar de verandering zijn die we graag willen zien.’

Schema mijn positieve gezondheid

Angelique Schuitemaker: ‘Het is belangrijk om te weten hoe mensen zelf naar hun gezondheid kijken. Wat is voor hen van waarde? Als je naar beleidsmakers in het medisch domein kijkt, zie je dat er al snel allerlei dingen worden voorgeschreven. Maar gezondheid is van mensen zelf. Waar zijn de burgers, waar is hun inbreng? Ik vind het beslist waardevol dat we dat perspectief meenemen en vasthouden.’ Sanneke Verweij: ‘Deze coronatijd levert ook iets op, namelijk inspirerende initiatieven. Deze tijd maakt duidelijk wat het belang is van welzijn en Positieve Gezondheid. Er is veel bereidheid om elkaar te ondersteunen. Overal hangen posters, mensen brengen elkaar eten, in de buurt en wijk wordt naar elkaar omgezien. Dat is het positieve van deze tijd, laten we dat vasthouden!’

Er is sprake van een enorme actiebereidheid

Wat het is het verschil tussen het instrument van Institute for Positive Health en Wat Telt van Movisie?

Machteld Huber: ‘Met ons instrument Mijn Positieve Gezondheid laten we burgers in de spiegel kijken. Wij hebben een poging gedaan om er een meetinstrument van te maken, maar dat bleek wetenschappelijk een brug te ver. Het doel van het instrument is om mensen te ondersteunen in hun vermogen om je aan te passen aan de nieuwe situatie. Een gesprekstechniek die helpt om mensen aan eigen regie te komen. In trainingen maken we wel eens mee dat mensen zeggen: dat spinnenweb [= van Positieve Gezondheid met de leefgebieden, red.] hebben we niet nodig. Maar als mensen dat tóch gebruiken, zie je dat ze door de leefgebieden op blinde vlekken uitkomen. Ik had er niet aan gedacht, zeggen ze dan. Dat kunnen gebieden zijn waar mensen op willen leren en ontwikkelen, maar ook waar pijn zit. Angelique Schuitemaker: ‘Het is spannend om die dingen te benoemen. Het gaat ons ook niet zozeer om het instrument op zich, maar om het voeren van het andere gesprek. Het gesprek óver de leefgebieden is minstens zo belangrijk. De valkuil, ook van professionals, is dat je het voor een ander wilt oplossen. Veel belangrijker is dat je op hartsniveau met je cliënt komt te spreken en van daaruit kunt verkennen hoe de ander met zijn of haar uitdagingen om wil gaan. Oordeelloos luisteren is daarbij onmisbaar – om te horen hoe het echt zit.’

Sanneke Verweij: ‘Als ik dit zo hoor, zie ik veel overeenkomsten met Wat Telt. Wat Telt is ontwikkeld op basis van een vraag uit de praktijk. In Utrecht en Eindhoven wilden gemeente en wijkteam graag de beleving en het perspectief van inwoners meer centraal stellen. Wat Telt is een tool die professionals helpt het andere gesprek te voeren. Wat vindt de inwoner echt belangrijk? Het bestaat uit een bord met leefgebieden en een blocnote om doelen te stellen. Op het eerste onderdeel kan de inwoner aangeven wat voor hem of haar telt. Vervolgens gaat hij of zij zelf scoren. Dat geeft inzicht wat belangrijk wordt gevonden in het leven. Met elkaar voer je het gesprek: hoe kan je hiermee aan de slag, wat wil je bereiken? Dat leidt tot een handelingsperspectief. Het doel is dat de inwoner zelf aan het roer komt of blijft, als hij of zij al aan het roer zit. Met het instrument kan je de voortgang volgen. Wat we terug horen, is dat ook professionals aangenaam verrast zijn over het andere gesprek. Ze spreken met cliënten over zaken waar ze anders nooit opgekomen waren, bijvoorbeeld zingeving. Inmiddels wordt er op meerdere plekken in het land mee gewerkt.’

Op welke manier kunnen Movisie en Institute for Positive Health elkaar versterken?

Janny Bakker-Klein: ‘In mijn proefschrift stond ik stil bij het begrip responsiviteit: het vermogen van professionals om in te schatten wat werkelijk voor de ander van betekenis is. Als professional heb je voldoende tijd nodig om goede gesprekken te voeren. In het gemeentelijk systeem past dat vaak niet. Een professional bij de gemeente zei tegen mij, op de vraag wat hij of zij belangrijk vindt in het werk: ‘Ik zou graag iemand weer hoop willen geven.’ Maar in het verantwoordingsysteem kan je geen vinkje achter ‘hoop geven’ zetten. Hoop is een normatief begrip. Normatieve professionaliteit kom je in het sociaal domein meer tegen dan in de zorg. Iedereen moet gelijk behandeld worden, klinkt het vaak, maar ik denk dat we meer met het normatieve aan de slag moeten want dat is wat mensen belangrijk vinden in het leven. Als datgene wat helpt om mensen meer eigen regie te geven en kwaliteit van leven oplevert, niet in het systeem past, dan moeten we het systeem veranderen. In mijn proefschrift bewijs ik dat je door uit te gaan van de wensen van de mensen zelf, kosten kunt besparen.’

Deze crisis gaat over ons hele leven

Sanneke Verweij: ‘Het helpt altijd als mensen hun eigen doelen en acties formuleren. Het motiveert hen als ze het zélf mogen doen. Als iets wordt opgelegd, dan wordt het niks. Wat we bij Wat Telt zien, is dat mensen hun doelen op de koelkast hangen. Dat is iets heel anders dan een professional die vanachter een bureau in het informatiesysteem invoert dat iemand zoveel scoort bij het eerste onderdeel, zoveel bij het tweede enzovoorts.’

Janny Bakker-Klein: ‘Ik zou daarom ook willen pleiten om mensen vertrouwen te geven. Als professionals angstig zijn om het goede te doen omdat hun manager zo op verantwoording hamert? Dan moeten we aan de systeemkant iets veranderen. Dat zou niet ingewikkeld hoeven te zijn. Dingen doen die van betekenis zijn! Vertrouwen geven aan professionals én inwoners. Waar het om gaat: erkennen dat die beweging nodig is. Daar gaat deze crisis ons bij helpen. Wat we nu zien, was er trouwens altijd al, maar we hadden er geen oog voor. Dit is het moment om het in beeld te brengen en te verzilveren, misschien door met elkaar een coalitie te vormen om het gedachtegoed van Positieve Gezondheid en een brede kijk op gezondheid en welbevinden verder te brengen.’ Angelique Schuitemaker: ‘Er is leiderschap en samenwerking nodig. Op het niveau van de professionals ontwikkelen we instrumenten, werken we aan beroepsbekwaamheid en opleiding, maar de professional kan nog niet altijd vrij bewegen. En de cliënt dus ook niet. Het is in mijn ogen een gebrek aan samenwerking. Er zijn veel kleine clubjes met hetzelfde bezig; laten we de krachten bundelen.’