Merel van Groningen: ‘Als ervaringsdeskundige spreek ik de juiste taal’

Merel van Groningen werd als vijftienjarige slachtoffer van een loverboy. Inmiddels heeft zij hierover drie boeken geschreven, ze geeft voorlichting op scholen en ze staat slachtoffers bij. Daarnaast adviseert zij gemeenten en politie én heeft zij gezorgd voor aanpassing van de oude Nederlandse zedenwet. Merel van Groningen is één van de associate members van Movisie.

Het Merel van Groningen-project over loverboyproblematiek is onlangs door praktijkbeoordelaars van de commissie Maatschappelijke ondersteuning, participatie en veiligheid beoordeeld als ‘goed beschreven’ en opgenomen in de databank Effectieve sociale interventies van Movisie. Het project bevat een compleet themapakket voor jongeren van 12 tot en met 16 jaar. Het richt zich op voorlichting en preventie en kan worden ingezet bij scholen en jeugdhulporganisaties.

Hoe ziet jouw werk als ervaringsdeskundige eruit?

‘Ik bezoek wekelijks scholen en buurthuizen om voorlichting te geven aan jongeren. De kracht is dat ik hun taal spreek. Ze delen hun ervaringen met mij omdat ik open ben en ze laat zien dat het uiteindelijk goed kan komen. Als ik gevraagd word door gemeenten om te kunnen doorbreken in een casus, is de samenwerking belangrijk. Van tevoren adviseer ik welk plan er moet klaar staan zodat we gelijk kunnen handelen. Dit resulteert bijvoorbeeld in aangiftebereidheid. Maar ook in inzicht in de groep daders zodat het netwerk kan worden ontmanteld.’

De kracht is dat ik hun taal spreek

Wat maakt dit werk belangrijk?

‘Laat ik voorop stellen dat niet iedereen geschikt is als ervaringsdeskundige. Sommigen krijgen een terugval of zijn teveel bezig met hun eigen gelijk halen. De kunst is om je te richten op oplossingen die je samen kunt bereiken. Ik merk in het werkveld helaas ook dat er een stempel op de ervaringsdeskundige wordt gedrukt. Er is angst dat ze labiel zijn en of kunnen worden. Een ervaringsdeskundige moet zich
ook kunnen beschermen. Tegen zichzelf, maar ook ten opzichte van de organisaties die hen willen inzetten.’

Merel van Groningen

Waar ben je het meest trots?

‘De interventie die we samen met de politie Rijnmond en Edu’Actief hebben gemaakt. Dit haalde in één klap het vooroordeel over mij als de ervaringsdeskundige weg. Hoogopgeleid of niet, met spellingsfouten of niet. Niets heeft me tegengehouden. Hiermee kunnen we sociaal professionals opleiden tot train-de-trainers en hebben we een enorm bereik gekregen. En we gaan met de Merel van Groningen Foundation nu ook een academie starten om nieuwe ervaringsdeskundigen op te leiden. Maar als een gemeente mij invliegt om een slachtoffer bij te staan, dan ligt mijn hart daar. Ik ben dan enorm voldaan als hij of zij geholpen wordt. Door simpel de taal te spreken die wij alleen samen spreken.’

Wat hoop je met het netwerk van associate members te bereiken?

‘Juist bij het probleem van seksuele uitbuiting bij minderjarigen is de keten rondom de doelgroep belangrijk. We kunnen daarin alleen succesvol zijn als we goed samenwerken. Ik hoop dat we met dit netwerk kunnen luisteren en leren van elkaar.’

Lees meer over de associate members van Movisie. Dit artikel verscheen eerder in Movisies, het relatiemagazine van Movisie.

Foto: Ingeborg Lukkien