‘Mijn carrière bestond altijd uit twee onderdelen: vormgeving en emancipatie’

Gay Games Amsterdam 1998 geldt nu als een mijlpaal in de Roze Revolutie. Creatief directeur Kees Ruyter: ‘Het moest een homo-lesbisch evenement worden met heel veel aandacht voor de groepen die normaal er het eerst uitvielen. De hele stad moest op zijn grondvesten schudden. En de opening en sluiting moesten waanzinnig worden.' Hoe kreeg de organisatie dat voor elkaar?

Ervaringsverhalen over de roze revolutie

In mei zendt de VPRO op NPO2 ‘De roze revolutie’ uit, een vierdelige documentaireserie waarin regisseur Michiel van Erp vanuit zijn persoonlijke verwondering de historie van de LHBT-beweging in Nederland onder de loep neemt. Daarin besteedt hij onder meer aandacht aan Gay Games Amsterdam 1998, wereldwijd nog steeds een van de grootste LHBTI-evenementen ooit met ruim 3.000 vrijwilligers, bijna 16.000 deelnemers, en in totaal zo’n 275.000 bezoekers. Paul van Yperen, destijds woordvoerder van Gay Games, zocht zijn oud-collega’s op om hun verhalen over die mijlpaal vast te leggen en vraagt Movisie-experts wat we nu van hun ervaringen kunnen leren.

Schemergebied

Kees Ruyter: ‘Gay Games ging heel erg over mijzelf, over het moment in mijn jeugd dat ik uit de kast kwam. Op geen enkele manier in mijn jeugd werd mij educatieve informatie over homoseksualiteit aangeboden... niet op school, niet in lesboekjes, niet in bibliotheken. Nooit werd erover gesproken. Het voelde alsof het niet mocht bestaan, dat het iets smerigs was. Op de kunstacademie in Rotterdam studeerde ik grafische vormgeving en publiciteit in Rotterdam en hoorde ergens in mijn achterhoofd een stemmetje: “als niemand het doet moet jij het maar doen”. Als eindexamenproject heb ik toen in 1978 de allereerste educatieve informatie tentoonstelling over homo’s en lesbo’s gemaakt met als titel: ‘Homoseksualiteit’. Als begeleider had ik Benno Premsela en die heeft mij doorverwezen naar mensen die mij inhoudelijk konden helpen met die tentoonstelling, want ik was net uit de kast en wist nog niet veel van het onderwerp. Maar ik voelde gewoon dat een deel van het probleem een communicatieprobleem was. Homoseksualiteit was een schemergebied. Je had het er niet over, niet op school, niet me je ouders, niet met je vrienden. Dus het heeft me wel wat energie gekost om uit de kast te komen.'

'Na die eerste tentoonstelling heb ik veel homo-emancipatorische dingen gedaan met het COC en de Schorer Stichting (een voorloper van Movisie). Ik heb posters gemaakt voor homodemonstraties en was betrokken bij het Flipofestival in Rotterdam, het allereerste homo-lesbische evenement dat meer was dan een demonstratie, maar vergeleken met de Gay Games was het een postzegel. Na jaren van emancipatieacties kwam in 1983 HIV. Dat was een markeringspunt. Ineens ging het niet meer om emancipatie maar om voorlichting over een akelige rotziekte. Ik heb toen in opdracht van het COC voorlichtingscampagnes gemaakt en condoomcampagnes voor in de kroegen. Toen we door die hele nare periode met alleen maar negatieve energie en verdriet heen waren – tenminste wie het overleefd hadden – kwam voor het eerst als positieve energie de Gay Games op ons pad. Ik hoorde erover van Ed van Betuwe, die bij de sociaal raadslieden werkte waarvoor ik een ontwerpopdracht deed. Hij zat bij een clubje met o.a. John Avis en Marjo Meijer dat Gay Games naar Amsterdam wilde halen en vroeg me erbij. Ik wilde hier niet als ontwerper maar vooral inhoudelijk bij betrokken zijn. Toen er uiteindelijk een logo moest komen heb ik dat toch ook maar gedaan.’

(Tekst gaat verder onder de foto.)

Opening call center

Opening Call Center, in bar April 3 april 1997. Kees in gesprek met 'de eerste beller',  Margreet Dolman (oftewel Paul Haenen).

Het logo

‘Het ontwerp was best lastig. Er moest energie in zitten, sport en cultuur. Heel herkenbaar moest het LHBT-gevoel erin zitten. Ik wilde het logo ook een tijdelijk karakter geven. Gay Games Amsterdam 1998 moest geen instituut worden met een strak, institutioneel logo. Het was een evenement dat voorbij gaat. Ook belangrijk was de zichtbaarheid: het beeld moest blijven hangen. Het tulpje is een combinatie van een vlammetje en de roze driehoek, toen onomstotelijk het Nederlandse LHBT geuzenteken. De kleuren – magenta, rood en geel -  zijn scherp en contrastrijk. Je moet er bijna een zonnebril bij opzetten. Dat verbeeldt de zichtbaarheid. Een anekdote: Een Amerikaan van de Federation of Gay Games vroeg naar dat geel want dat hij begreep niet waarom die kleur gebruikt was voor Gay Games. “Have you never realised that yellow is the centre of the rainbow?”, reageerde ik. “Dat is geniaal”, zei die man, maar (lachend:) dat was echt niet zo bedacht. Grappig is ook dat dat geel later echt een LHBT-kleur is geworden.’

Wie is Kees Ruyter?

Kees Ruyter (1955) had jarenlang een toonaangevend vormgevingsbureau en was docent op de Gerrit Rietveld Academie. Daarnaast zette hij zich in voor vele emancipatieprojecten. Na zijn werk als hoofd marketing communicatie en creatief directeur van Gay Games Amsterdam 1998 is hij tot 2015 zelfstandig communicatie adviseur geweest. Tegenwoordig is hij beeldend kunstenaar.

Hoe was je leven voor de Gay Games?

‘Ik kwam net uit Italië terug, waar ik een opdracht had gedaan voor Oliviero Toscani, de toenmalige art director van Benetton. Wereldwijd had hij de communicatie op zijn kop gezet met heftige reality beelden. Dat was echt een doorbraak in die tijd en paste bij mijn eigen werk en mijn barricade-opstelling waarin ik altijd met emancipatie bezig ben geweest. Bijvoorbeeld voor het Bid om de Gay Games in Amsterdam te mogen organiseren had ik in 1993 een boek gemaakt met foto’s van Marian Bakker en Jan Carel Warffemius en daarin zaten ook veel confronterende foto’s zoals die van de Clit Club. Dat vond ik belangrijk. Toen de leden van de Federation of Gay Games die zagen kregen ze een appelflauwte. Dat kon echt niet! “Nou”, zei ik, “dit is Nederland. Dit hoort bij onze cultuur. Dit is onze openheid. Daarom vinden wij dat wij als fantastische open stad de eerste Gay Games buiten Amerika kunnen organiseren.” Dat werd een stevige discussie maar we hebben uiteindelijk wel de Games binnengehaald.'

‘Ik zag Gay Games als een zichtbaarheidsproject; de hele stad moest Gay Games uitademen’

'In 1995 begon Gay Games een werkorganisatie te worden. Verschillende mensen waren bezorgd dat het Gay Games-verhaal verwaterde en dat het een soort ‘homo-lesbisch hetero evenement werd. “In het Bid is het verhaal krachtig en simpel geformuleerd, dus kom in die werkorganisatie zitten”, vroegen ze me. Maar ik had al een agent in New York, die daar opdrachten voor me had en was eigenlijk niet van plan bij de werkorganisatie te gaan. Toen die mensen aan me begonnen te trekken, ben ik toch gaan praten. En natuurlijk kon ik heel goed uit de doeken doen waar Gay Games voor staat. Ik kreeg de functie van marketing- en communicatiemanager aangeboden, maar dat wilde ik alleen als ik ook creatief directeur kon worden. Ik wilde dat het beeld zowel inhoudelijk als visueel  eenduidig en sterk zou worden en daar wilde ik verantwoordelijk voor zijn: de opening en sluiting, de zichtbaarheid van de evenementen in de stad en de pers. Lachend: Kortom, ik heb toen mijn functie en verantwoordelijkheden duidelijk afgebakend. En dat was akkoord.’

Welk verhaal wilde je vertellen?

‘Gay Games moest echt een homo-lesbisch evenement worden, maar toen ik bij de werkorganisatie begon lag de opdracht al voor de Openings- en Sluitingsceremonies bijna bij een bedrijf dat een voorstel had gedaan met roze molentjes en jongens en meisjes op klompen en schaatsen alsof het om een bloemencorso ging. Ik riep: “maar jongens, dit is een homo-lesbisch evenement!” en de commissievoorzitter die dit bij de werkorganisatie tot dan toe aanstuurde reageerde boos: “het is helemaal geen homo-lesbisch evenement!” Daar schrok ik wel enorm van. Als creatief directeur en hoofdverantwoordelijk voor marketing en communicatie was ik vanaf dat moment eindverantwoordelijk. Het heeft wel wat onrust veroorzaakt maar alsnog werd toen besloten opnieuw met andere bedrijven te gaan praten en uiteindelijk is de keuze gemaakt voor IDTV.’

Hoe zag je de rol van Amsterdam?

‘Ik zag Gay Games als een zichtbaarheidsproject. De zichtbaarheid van de grote, kleurrijke en gevarieerde groep lesbische vrouwen en homomannen wereldwijd. De hele stad moest Gay Games uitademen. Het moest heel anders worden dan bij de Gay Games in New York in 1994. De opening en sluiting in Yankee Stadium waren ongelooflijk inspirerend. Ik had nog nooit een Gay Games meegemaakt en was totaal overdonderd. Daar zag je hoe sterk de gay & lesbian community was. Ik dacht: “dit moeten we hebben, dit moeten we hebben!” In de stad zag je wel hier en daar een vaantje, maar het evenement verzoop in een grote stad als New York. Logisch, maar ook heel jammer. Pas in het hotel waar de accreditatie plaatsvond kreeg je een beetje een Gay Games gevoel.'

'Dus in Amsterdam moest de hele stad gaan shaken. Overal moest het een homo-lesbisch gevoel zijn. Amsterdam is een kleinere stad en we hebben er alles aan gedaan om die zichtbaarheid, onze kernboodschap, neer te zetten in de stad met een vlaggenproject (waardoor in de hele stad Gay Games vlaggen hingen), met banieren in drukke winkelstraten, met Friendship Village (het bezoekerscentrum) in en naast het stadhuis en bij alle sport- en cultuurlocaties. Dat heeft die enorme zichtbaarheid gecreëerd. Dat hoor je nu nog terug: “Het leek wel of heel Amsterdam homo-lesbisch was. Ineens hadden we het gevoel dat we in de meerderheid waren.” Dat was echt geweldig!'

(Tekst gaat verder onder de foto.)

Kees Ruyter

Foto van Kees Ruyter met op de achtergrond het logo van de Gay Games.

‘De gemeente zag ik als verantwoordelijke voor het gastheerschap van Amsterdam. Het was niet zo maar een homo-lesbisch evenementje, nee, het was iets dat de hele stad aanging. Het Bid was de eerste stap. Daar kregen we 100.000 gulden voor. De federatie stelde namelijk verplicht dat we voor het Bid een video moesten maken. Dat koste al 40.000 gulden. Er moesten posters en T-shirts komen en de reis naar Washington van het bidteam moest betaald worden. Ook onze presentatie met een fotoboek over het homo-lesbische leven in Amsterdam was belangrijk maar ook kostbaar. Ons werk was vrijwillig, maar de drukker en de fotografen moesten wel betaald worden. Dan is 100.000 gulden zo op.'

'In 1994 is locoburgemeester Frank de Grave mee naar New York gegaan en kreeg in het Yankee Stadium symbolisch de sleutel van Gay Games overhandigd en heeft daar zeer, bevlogen gesproken. Daardoor zat je al in het hart van de gemeente en daar zijn we op gaan voortborduren. De gemeente Amsterdam heeft de Gay Games omarmd. Zo heette burgemeester Schelto Patijn met regenboogkettingen om als de burgervader van de stad 40.000 toeschouwers in de Amsterdam Arena welkom. Dat symboliseerde voor mij hoe het moet. Later heeft Patijn het omschreven als een van de hoogtepunten van zijn carrière. Maar de liefde was wederzijds, ook het publiek omarmde Patijn en Amsterdam.’

Wat waren de uitdagingen?

‘Er was een hoop weerstand, ook in de landelijke pers. We konden die redacties maar niet overtuigen om ons inhoudelijk verhaal uit te dragen. Maar we hadden ook enkele medestanders. We hadden Het Parool en Willem Kool van De Telegraaf mee. We gingen bij het Parool praten met Matthijs van Nieuwkerk, die toen hoofdredacteur was. Hij raakte enthousiast en zei: “Oké, jullie krijgen voor de week van de Gay games een speciale programmabijlage” en we kregen in de aanloop een dagelijkse rubriek. Dat was fantastisch. Matthijs is later weggegaan, maar Het Parool heeft zich aan zijn belofte gehouden en we hoefden voor de programmabijlage geen cent te betalen. Heel lang deden de meeste kranten er niets aan, maar De Telegraaf wel. Ik ben zelf geen Telegraaf-lezer, maar van mij krijgen ze alle credits.’

‘Later heeft Patijn Gay Games omschreven als een van de hoogtepunten van zijn carrière. Maar de liefde was wederzijds, ook het publiek omarmde Patijn en Amsterdam’

‘Het moeilijkste vond ik om 15.000 deelnemers te krijgen (Het werden er uiteindelijk bijna 16.000). Dat was mijn grootste zorg. Hoe krijgen we die Amerikanen hiernaartoe? Hoe zorgen we dat de man/vrouw-verdeling bij de deelnemers 50/50 gaat worden en dat het een echt inclusief verhaal wordt. Ik had geen idee hoe behalve dan dat ik er veel mensen bij moest gaan betrekken. Lydia Zijdel bijvoorbeeld. Toen ik haar voor de eerste keer  tegenkwam heb ik haar meteen gevraagd: “Lydia, mag ik jou als ambassadeur voor Special Needs (programma voor deelnemers met een beperking) gebruiken? Jij kan het verhaal zo goed verwoorden. Dan was voor mij heel fijn, want daarna kon ik het loslaten. Lydia heeft heel veel gedaan om ons inclusief te laten denken. En natuurlijk selecteerde ik alle foto’s op inclusiviteit. Voor het Cultuurprogramma had ik onder meer alle musea en galeries bij ons uitgenodigd, het verhaal van de Gay Games verteld en gevraagd wie mee wilde doen. Het Rijkmuseum en het Stedelijk deden gelijk mee waarna bijna alle musea en galeries volgden. Samen met Martijn van Nieuwenhuyzen van het Stedelijk Museum heb ik toen een fantastisch internationaal kunstenaarsproject opgezet ter inspiratie.’

Waar ben je trots op?

‘Ik denk de puurheid van het verhaal, dat we zonder ruis moesten vertellen. Dat herhalen werd misschien een beetje saai, maar het moest! In de herhaling zat de kracht. We moesten het verhaal simpel houden want de duizenden vrijwilligers moesten het door kunnen vertellen, aan hun familie, aan hun collega’s, hun vrienden, de buren. We hebben wel geworsteld met het verhaal, want we wilden zoveel vertellen maar dat was niet mogelijk. Mijn vriend Guido heeft me uiteindelijk geholpen het verhaal terug te brengen tot één woord: ‘zichtbaarheid’. Het zichtbaar zijn van homomannen en lesbische vrouwen wereldwijd, was uiteindelijk het verhaal van de Gay Games.’

Wat heeft Gay Games in Nederland veranderd?

‘Ik denk dat een veel positiever gevoel over de homo-lesbische gemeenschap is ontstaan en dat je diversiteit juist moet vieren. Het heeft Amsterdam en Nederland een enorme boost gegeven. We hebben als Gay Games bid-organisatie ook het plan voor een pride tour over de grachten bedacht, later uitgevoerd door Gay Business Amsterdam. De Canal Parade zet nog steeds ieder jaar Amsterdam op de kaart en viert de diversiteit. Maar ik denk dat Gay Games ook in Europa veel gedaan heeft. Landen als Spanje en Italië hebben er naar mijn mening een sterke boost door gekregen. Het idee was: kom naar Amsterdam en laat je inspireren door de Gay Games in onze open en vrije stad. Vier onze vrijheid mee tijdens het evenement, en neem die vrijheid mee naar huis. Ik denk dat dat gebeurd is. Daarna zag je allerlei initiatieven ontstaan en werd in landen als Spanje het huwelijk opengesteld voor homo- en lesbische paren. Het heeft ook inspiratie gebracht naar Oost-Europa hoewel daar nog heel veel moet gebeuren. Ik vond het zo dapper van fotografe Marian Bakker dat zij na de Gay Games met haar succesvolle fototentoonstelling Lesbian ConneXion/s naar Oost Europa ging. Zij bleek een motor waar geen uitknop op zat. Dat vind ik fantastisch aan haar.’

(Tekst gaat verder onder de foto.)

Mascotte Gay Games

Kees Ruyter met de mascotte van Gay Games Amsterdam 1998, Maxim Bezembinder. Foto door fotograaf Marian Bakker.

Waarom ben je niet naar de Gay Games 2002 in Sydney gegaan?

‘Net voor het begin van de Gay Games bleken er behoorlijke tekorten te zijn. Dat is voor mij echt een enorme domper geweest. Na afloop merkte ik dat ik een lichte burn-out heb gehad. Ik heb toen een jaar een pauze genomen met werk en we zijn ons huis gaan verbouwen. Dat was een leuke afleiding. Die Gay Games in Sydney kon ik nog net niet hebben. Dat was toch nog te dicht op de huid. Er waren ook hele mooie ervaringen na afloop. Zo werd ik in een Hugo Boss winkel op Schiphol aangesproken door een verkoper: “Ik ken jou van de Gay Games. Ik was een van de dansers bij de Weather Girls. Je hebt me het hoogtepunt van mijn leven gegeven en ik sta er nog dagelijks mee op. Ik moet je even bedanken.” Ik kreeg een ontzettend warme knuffel. Prachtig toch? Nu zeg ik: hoeveel energie het me ook gekost heeft, ik zou de Gay Games zo weer doen. Het behaalde resultaat is natuurlijk echt geweldig en de energie ruimschoots waard.’

Over twee jaar is het 25 jaar geleden dat Gay Games plaatsvond. Hoe moet die mijlpaal gevierd worden?

‘Historisch besef is heel belangrijk en ik denk dat we het moeten vieren met het besef wat de volgende stap moet zijn, want we zijn er echt nog niet. Natuurlijk moeten we trots zijn: Gay Games heeft een mijlpaal geslagen en op dat fundament kunnen we nu doorbouwen. Ik zie een backlash in de LHBT-emancipatie die onder meer komt omdat er nog steeds veel te weinig gedaan wordt aan educatie voor jonge mensen. Deze noodzakelijke educatie kan jongeren helpen zichzelf te zijn en hun seksuele identiteit te omarmen en kan daarnaast aan anderen inzicht geven over een samenleving met seksuele diversiteit en daarmee homofobie voorkomen. De vrijheid van onderwijs heeft met haar dogma’s in dit verband bewezen juist een sterk remmende factor te zijn die de samenleving van jongs af aan versplintert en een echte SAMENleving tegengewerkt. Ook al is sinds 2012 voorlichting over seksuele identiteit in de wet verplicht, de realiteit is meestal anders. Soms is het tekort aan educatie hierover bij jongeren heel confronterend. Zo is in België onlangs een man van 42 vermoord in een park toen hij een afspraak had met een jongen. Die man is in een val gelokt en vermoord door drie tieners vanwege zijn homoseksualiteit. In het Belgische maar ook in het Nederlandse nieuws werd gesproken over 1 slachtoffer en drie daders. Toen dacht ik: “Er zijn hier 4 slachtoffers”. Als we dat niet beseffen, kunnen we er ook niet naar handelen. Ik kon wel janken dat drie jongens van 15 en 16  een man van 42 doodslaan. Die drie jongens zijn namelijk ook slachtoffer. Door onwetendheid, onbekendheid en intolerantie zijn ze verworden tot moordenaars. En zolang de samenleving niet ziet dat hier vier slachtoffers zijn wordt het probleem niet opgelost. De Belgische politiek hing de vlag halfstok en dacht zo de boel symbolisch te ondersteunen. Maar dat is natuurlijk bij lange na niet genoeg!'

'Een door de Nederlandse politiek gedragen historisch en educatief centrum zou nu wat mij betreft de noodzakelijke volgende stap zijn. We wijzen graag als Nederland in de politiek met een opgeheven vingertje naar andere landen waar de LHBT-gemeenschap het nog heel moeilijk heeft maar hier moet er ook nog veel gebeuren. Juist nu de Nederlandse politiek de seksuele identiteit als zeer wezenlijk heeft omarmd is zichtbare ondersteuning door die overheid heel belangrijk. Het is niet alleen de verantwoordelijkheid van LHBT organisaties (zoals dit nu gebeurt) maar van de samenleving als geheel. Dat zou naar mijn idee dus heel goed kunnen in de vorm van een landelijk historisch en educatief centrum, waar dan ook het hele onderwijs gebruik van kan maken.'

Reacties van Movisie-experts Hanneke Felten en Simon Timmerman

Hanneke Felten
‘Een prachtig verhaal. Wat ik bijzonder mooi vind is de rol van de burgemeester Schelto Patijn. Dat een burgermeester van een stad met regenboogkettingen om, de toeschouwers welkom heeft geheten is echt ongelofelijk belangrijk voor de acceptatie van LHBTIQ. Het stellen van heldere sociale normen kan discriminatie van LHBTIQ-personen verminderen. Burgemeester Patijn gaf precies het goede voorbeeld: hij liet aan andere mensen die ook niet-LHBTIQ zijn, zien dat je een bondgenoot kan zijn. Extra belangrijk is dat hij als burgemeester iemand met gezag en invloed was. Zo’n bondgenoot maakt een wereld van verschil.’

Simon Timmerman
‘Kees begint zijn verhaal over het gebrek aan educatie over LHBTI-zijn in zijn jeugd. Gelukkig zijn we inmiddels een heel stuk verder. In 2012 werd voorlichting hierover in het onderwijs wettelijk verplicht. Wel mogen scholen zelf bepalen hoe ze dit invullen dus er zijn nog steeds grote verschillen. Maar de afgelopen jaren is de voorlichting, door bijvoorbeeld het COC, op scholen enorm toegenomen. Ook de GSA’s, Gender & Sexuality Alliance, zijn een belangrijke functie gaan vervullen.’

Reacties van lezers:

Willy van der Griedt
Goed overzichtelijk artikel waarin de homobeweging in breder perspectief wordt geplaatst. Als docent aan een ROCvA omarm ik het idee van Kees Ruyter dat er op educatief gebied nog veel moet gebeuren. Mijn leerlingen zijn vaak nog niet in staat zich los te maken van de groep en uiten zich vaak homofoob. In de zogenaamde AVO vakken (Algemeen Vormend Onderwijs) zouden "ervaringsdeskundigen" van diverse etnische achtergronden uitgenodigd moeten worden om de lessen te komen ondersteunen. In deze lessen zouden gesprekken over homofobie en 'anders zijn' uitstekend passen in bijvoorbeeld de vakken Loopbaan Burgerschap. Mijn ervaring is dat dit op basis van regelmaat en goede begeleiding wel een basis kan leggen voor andere inzichten en vooral... ander gedrag! Het geld is er wel, maar het komt dus meer aan op het inzicht van beleidsmakers dat het geld hoognodig hieraan besteed moet worden. 

Ook reacties van anderen zijn welkom. Wil je reageren? Stuur dan een mailtje naar Paul van Yperen, de schrijver van deze artikelenreeks.

Foto’s: Marian Bakker (1998) en MacSiers (2021)

Tekst: Paul van Yperen