‘Mijn stem telt even zwaar mee als die van de burgemeester’
Movisie sprak met inwoners uit Breda en Groningen die actief betrokken zijn bij het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) in hun gemeente. Wat is hun speelruimte om invloed uit te oefenen? En in hoeverre kunnen zij het geluid vertolken van mensen die anders niet gehoord worden?
Driedelige serie over nieuwe participatievormen
In hoeverre helpen nieuwe participatievormen om de stem van inwoners te horen die doorgaans niet meepraten, meebeslissen en meedoen? In een driedelige serie nemen we burgerberaden, ervaringsraden en NPLV-allianties onder de loep. In dit eerste artikel staan twee NPLV-allianties met bewoners in het bestuur centraal.
In Groningen en in Breda zitten bewoners in het bestuur van de lokale alliantie van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). Deze participatievorm biedt de inwoner-bestuurders de kans om direct invloed uit te oefenen op de lokale uitvoering van dat programma. Op de vraag of zij dit daadwerkelijk zo ervaren, reageren ze verschillend. In Breda, waar het NPLV wordt uitgevoerd onder de noemer Verbeter Breda, hebben de inwoner-bestuurders stemrecht bij formele stemmingen. Er zitten in totaal vier inwoners in het elfkoppige bestuur, waarvan burgemeester Paul Depla de onafhankelijke voorzitter is. Sinéad Power en Guy Heuvel, twee van de inwoner-bestuurders, vinden dat ze op deze manier best een zware stem hebben in het programma. Een stem die bovendien even zwaar weegt als die van de burgemeester. In Groningen is er binnen het NPLV-programma Groningen-Noord een maatschappelijke coalitie opgezet met twee inwoners en circa twintig vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en de gemeente.
De inwoner-bestuurders uit Groningen en Breda
Jan Waanders is Pastoraal werker in een Groningse kerk. Agnes Groen is betrokken bij het Sportcentrum-Noord, een maatschappelijke sportschool c.q. wijkbedrijf. Voor het Nationaal programma Groningen-Noord is er een zogenaamde maatschappelijke coalitie opgericht waarbij, naast de gemeente, allerlei andere maatschappelijke organisaties zijn aangesloten. De wens was om hier ook bewoners in vertegenwoordigd te laten zijn.
Sinéad Power en Guy Heuvel zijn beide al jaren actieve inwoners van Breda. Power heeft haar eigen stichting om inclusie van mensen ‘met een labeltje’ te bevorderen. Heuvel heeft als professional kennis opgedaan in de samenwerking met diverse groepen inwoners, waaronder inwoners met een licht verstandelijke beperking, jongeren en vluchtelingen.
Zoeken en stoeien
In Groningen ervaren de bewoners de nieuwe participatievorm nog als een zoekproces. Jan Waanders en Agnes Groen zijn allebei uitgenodigd door de burgemeester om als inwoner mee te doen aan de maatschappelijke coalitie. Groen: ‘Op papier stond het best wel helder, wat je rol zou kunnen zijn en zo. Alleen in de praktijk blijkt dat toch anders te zijn. En wij zijn niet de enigen die moeite hebben met de rol binnen de maatschappelijke coalitie. Ik denk dat alle partners aan het zoeken en stoeien zijn.’ Wat volgens hen ook meespeelt is dat de partners in de maatschappelijke coalitie van het Nationaal Programma al langer met elkaar samenwerkten, vanuit bestaande wijkvernieuwingsprogramma’s. Waanders: ‘Het is wel lastig als je dan in één keer een rol als bewoner gaat krijgen in zo’n maatschappelijke coalitie.’
Groen voegt eraan toe: ‘Deze organisaties zijn gewoon doorgegaan met de wijkvernieuwing en voor ons is het de vraag wat nou de ‘plus’ is van dat Nationaal Programma Groningen-Noord. Wat maakt nou dat je kansen gaat bieden aan wijkbewoners? Daar zitten wij eigenlijk als twee waakhonden op.’
Radicale gelijkwaardigheid
Als voorbeeld van iets dat er op papier veelbelovend uitziet, noemen de Groningers het ambitiedocument waarin het begrip van radicale gelijkwaardigheid uitgewerkt staat. Daar hebben Waanders en Groen erg in meegedacht, maar vervolgens valt het wat tegen in hoeverre die gelijkwaardigheid echt gestalte krijgt. Groen: ‘In het gebiedsplan worden we nog wel met een paar zinnen genoemd in de trant van 'de bewoners vinden dit en dit', maar in het uitvoeringsplan is niets van ons plan en onze ideeën overgenomen.’
In Breda hebben ze al concreet ervaren dat de stem van bewoners invloed heeft op de besluitvorming. Er ontstond binnen het bestuur discussie over de vertegenwoordiging van de verschillende domeinen in het bestuur. ‘Er was op dat moment één bestuurslid dat zowel het zorg- als het welzijnsdomein vertegenwoordigde. Als bewoners vonden wij dat een te grote opgave om bij een medebestuurder neer te leggen. We hebben erop aangedrongen om een extra bestuursfunctie te creëren. Nu is er voor beide domeinen een bestuurder.’
Verschillende achtergrond
Heuvel en Power merken dat er veel ruimte voor hen wordt gemaakt door de andere bestuursleden. Maar soms zien de andere bestuursleden de vier bewoners teveel als één groep of orgaan, die overal vanuit ‘het bewonersperspectief’ hetzelfde over denkt. Power: ‘Terwijl we vier individuele personen zijn met allemaal een andere achtergrond en inbreng.’ Tegelijkertijd vinden ze hun rol om vanuit bewonersperspectief dingen in te brengen ook waardevol en belangrijk. Heuvel: ‘Je moet niet vergeten dat zij expert zijn binnen hun eigen domein. Maar ons domein is dat van de bewoners, daar zijn wij de experts. En dus kunnen wij dingen ophalen uit allerlei hoeken, van sportkantines tot coffee shops tot een chillplek voor jongeren. Daar bewegen wij ons dagelijks en daar hoor je toch weer andere dingen dan bij de zoveelste vergadering van een raad van bestuur of de Rotary Club.’
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) en inwonerbetrokkenheid
In twintig lokale allianties werken gemeenten, maatschappelijke organisaties en diverse ministeries (waaronder OCW, SZW en VWS) samen met inwoners aan de versterking van kwetsbare wijken. De komende twintig jaar werken de allianties aan leefbaarheid, veiligheid en participatie. Als onderdeel van de prestatieafspraken tussen rijk en gemeenten heeft elke lokale alliantie een gebiedsprogramma en een eigen uitvoeringsplan. Een van de onderwerpen die aan bod moeten komen is hoe en waarbij bewoners worden betrokken. In Groningen en Breda zitten de inwoners met wie Movisie sprak in het bestuur van de lokale alliantie van partijen die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het NPLV in hun gemeente.
Vrijwilligersvergoeding
Toch is er ook in Breda zeker nog werk te doen voor er sprake is van echte gelijkwaardigheid, vertelt Heuvel: ‘Het is nog wel eens lastig op praktische punten, zoals de reiskostenvergoeding. Dat is voor ons als bewoners ingewikkelder dan voor de professionals die vanuit hun werk in het bestuur zitten. Zij kunnen bijvoorbeeld gewoon een auto huren en dat declareren.’ Power vult aan: ‘Wij willen regelmatig het land in om daar andere bewoner-bestuurders te ontmoeten en ideeën op te doen. Maar de boodschap is dan: jullie krijgen de maximale vrijwilligersvergoeding en daar zitten ook je reiskosten in.’ Een ander punt dat de Bredanaars noemen, is dat van de verslaglegging van vergaderingen. Heuvel: ‘Soms wordt er naar ieders mening gevraagd en dan reageert iemand uitgebreid en lees je dat bijna letterlijk terug in het verslag. En dan vertel ik wat ik ervan vind en dan wordt dat gereduceerd tot één zin. Dan denk ik: is het dan niet relevant wat ik gezegd heb? Dat zijn allemaal geen kwade bedoelingen. Dat gaat heel onbewust.’
Ongehoorde stemmen
We vroegen de inwoner-bestuurders of het lukt om ook de stemmen mee te laten wegen van inwoners die doorgaans niet gehoord worden. In hoeverre vertegenwoordigen zij de stem van kwetsbare of kritische mensen? In Breda lukt dat nog niet helemaal. Heuvel: ‘De andere kant van de stad hoor je eigenlijk nog te weinig. De mensen daar zijn nog te weinig bekend met het hele Verbeter Breda-principe. Het heeft nog geen wortel geschoten, daar in de gebieden waar je het zou willen. Ik heb ervaringen op meerdere werkgebieden. Als je buddy bent van een statushouder of met vluchtelingen hebt gewerkt, dan verzamel je die ervaringen gewoon. Door al je ervaringskennis kan je best wel veel geluiden ten gehore brengen.’ Power vertelt dat ze soms uit zichzelf en soms vanuit een groep dingen inbrengt. ‘Als ik uit mezelf spreek dan benoem ik dat. En wanneer ik zeker weet dat het vanuit een groep is, benoem ik dat ook.’ Ze voegt er nog aan toe dat het brede inwonerperspectief bij de selectie van de inwoner-bestuurders ook een vereiste was.
Groen, uit Groningen: ‘Onze ideologie is dat we de wijk weer een stukje terug willen geven aan de wijkbewoners. Dat we ze ook in hun kracht zetten zodat ze weer een stukje verantwoordelijkheid pakken voor de problematiek die in de wijk speelt.’ Waanders vult aan: ‘Dé wijkbewoner bestaat niet. Er zijn heel veel verschillende typen bewoners. Je hebt wijkbewoners die altijd aan tafel zitten, maar ook wijkbewoners die juist niet zichtbaar zijn. En onze ideologie is dat we juist die anderen ook een kans geven om zeggenschap te krijgen, maar ook om invulling te geven aan hun eigen leefomgeving.’
Zeven achterbannen
Waanders en Groen vertellen dat ze in elk van de zeven wijken in het NPLV een contactpersoon hebben die ook weer een eigen achterban heeft. Deze contactpersonen zijn op verschillende fronten actief, bijvoorbeeld binnen een bewonersgroep of binnen een wijkbedrijf. Ook staan ze naar eigen zeggen zelf heel dicht bij de inwoners en onderhouden ze veel contact met andere bewoners. ‘Wij vertegenwoordigen de bewoners’, zeggen ze. En: ‘Wij hebben ook een signaalfunctie, er komen mensen met problemen of vragen naar ons toe.’ Volgens Waanders kan de etnische diversiteit wel beter, dus daar werken ze nu aan. Sinds kort hebben ze bijvoorbeeld goed contact met een Hindoestaans Surinaamse vrouwengroep.
Jezelf zijn
De inwoners uit Breda bepleiten tot slot dat inwoner-bestuurders vooral zichzelf blijven. Toen er kort geleden een nieuw inwoner-bestuurslid aantrad, werden ze zich bewust van het risico van institutionalisering. Heuvel: ‘Ik herken mezelf van tien jaar geleden in haar. Ze is iemand die het geluid van de straat vertegenwoordigt en gewoon klare taal spreekt.’ Power sluit af: ‘Zelf ben ik half ambtenaar geworden. Dus maak ze vooral niet te professioneel. Het uniek zijn en jezelf zijn is de meerwaarde. Als we ze nou gaan trainen of een opleiding gaan geven om bestuurder te worden, dan haal je de ruwe diamant weg. Uiteindelijk hopen we juist die mensen in het bestuur te krijgen waar het echt om gaat. Die proberen we de aankomende jaren te bereiken: mensen die nooit denken, daar kunnen wij ook zitten. Die zo’n wantrouwen hebben naar de gemeente en organisaties.’
Dit artikel is een bewerking van transcripties en gespreksverslagen van interviews gehouden door Movisie.