De mogelijkheden van zelfhulpgroepen

‘Kom maar terug als je er aan toe bent’

Zelfhulpgroepen winnen in Nederland snel terrein. Wat mag je er wel en niet van verwachten? ‘Je wordt minder door je probleem geleefd als je er iemand anders mee kunt ondersteunen’. De al eeuwenoude AA, Anonieme Alcoholisten, zijn waarschijnlijk het meest bekende zelfhulp-initiatief op de wereld. In Nederland wint zelfhulp ook steeds meer terrein. Mensen die hulp en zorg nodig hebben, werken in dit scenario zelf aan hun problemen, met elkaar of in groepen, bijvoorbeeld lotgenoten contacten. Het is goedkoper, want minder zorgkosten, het maakt werk van de zoveel bepleitte ‘zelfredzaamheid’ en het is alles behalve bureaucratisch.

Recent verscheen Gesteund door zelfhulp, een boek van Margit van der Meulen van Movisie, Rick Kwekkeboom en Jan Steyaert. De auteurs: ‘Met deze bundel willen we de benodigde informatie aandragen om in het sociale domein meer gebruik te maken van zelfhulp.’ Waarom zou de professional zijn cliënten verleiden om hun problemen zelf op te lossen? Hij of zij  maakt zich zelf immers werkloos als iedereen zichzelf en elkaar maar gaat helpen. ‘Zeker niet’, vindt Margit van der Meulen. ‘Zelfhulp en de inzet van de professional zijn complementair, aanvullend. In een zelfhulpgroep is het je als cliënt te doen om de steun en hulp die je nodig hebt om met je problemen in het leven te staan. Een van de richtlijnen voor zelfhulpgroepen is juist: ga niet op de stoel van de professional zitten. Als je trombose hebt, krijg je pillen en steunkousen van professionals en lijkt alles onder controle. Maar wat doe je met vragen over problemen in het dagelijks leven die de ziekte met zich meebrengt. Dan heb je veel aan het contact met lotgenoten.’

Verantwoordelijkheid

Er blijft wel een grijs gebied tussen zelfhulp en professionele hulp, erkent Van der Meulen. ‘Er is een bijdrage aan het herstel van mensen die de professional niet kan geven, de verwerking van je problemen, zelfvertrouwen, zelf grip krijgen op je situatie. Dat kun je niet van een professional leren. Heb je zorg of ondersteuning nodig, dan zit je als cliënt in een ongelijke positie ten opzichte van de hulpverlener. Dat heb je niet in zelfhulpgroepen, daar kun je afstand nemen van je problemen. Je wordt minder door je probleem geleefd als je er iemand anders mee kunt ondersteunen.’

'Wat doe je met een kankerpatiënt die per se een bepaald genezend dieet wil volgen en niet de chemotherapie?'

Zijn er nooit conflicten met de reguliere hulpverlening? Of cliënten die tegen beter weten in van de professional handelen? ‘Ja, wat doe je met een kankerpatiënt die per se een bepaald genezend dieet wil volgen en niet de chemotherapie?’, geeft Van der Meulen zelf het voorbeeld. ‘Mensen zijn volwassen en maken zelf keuzes. Maar een cliënt die in volledige ontkenning van zijn verslaving in een zelfhulpgroep terechtkomt, zal daar niet lang zitten. Die krijgt te horen: “Kom maar terug als je er aan toe bent”. Zo geven groepsleden onmiddellijk de verantwoordelijkheid terug aan elkaar. Anders kun je niet werken aan herstel.’

Schroom

Uit onderzoek is bekend dat veel professionals niet geïnteresseerd zijn of de cliënt deelneemt aan een zelfhulpgroep. Bij ggz-cliënten bijvoorbeeld is 23,6 procent van de begeleidende professionals niet op de hoogte. Slechts 21 procent blijkt geïnteresseerd te zijn in deelname aan zelfhulp van zijn/haar patiënt. Je zou kunnen concluderen dat de hulpverlener niet veel op heeft, laat staan af weet van zelfhulp.

‘Je kunt zelfhulpgroepen niet beleidsmatig sturen, want ze bestaan vanwege de persoonlijke deelname’

‘Daar is zeker winst te halen,’ volgens Van der Meulen. ‘Professionals moeten meer kennis krijgen van zelfhulp. Maar cliënten moeten ook de schroom overwinnen om te melden dat ze aan zo’n groep deelnemen. Ik zit zelf in een zelfhulpgroep van  mantelzorgers. Dat zeg ik nooit tegen mijn huisarts. Ik denk: 'Wat moet hij ermee?' Mijn huisarts zal mij niet naar zo’n groep verwijzen als ik in de spreekkamer zit met vermoeidheidsklachten. Hij heeft er geen weet van en dat geldt voor veel hulpverleners.’

Regulering

Het advies van Van der Meulen: Elke gemeente haar eigen steunpunt zelfhulp. En niet weer een nieuw wiel uitvinden, maar aansluiten bij bestaande steunpunten. ‘Belangrijk is dat gemeenten de sociale kaart op het gebied van zelfhulp rond krijgen,’ zegt Margit van der Meulen. ‘Gemeenten moet weten welke groepen er zijn, om de zelfhulpgroepen zichtbaar te maken. Dan zijn ze voor mensen en voor professionals te vinden. Bovendien hebben de groepen ook een ruimte nodig om elkaar te ontmoeten.’ Maar daar houdt de bemoeienis ook gelijk op, benadrukt Van der Meulen: ‘Je kunt zelfhulpgroepen niet beleidsmatig sturen, want zij bestaan vanwege de persoonlijke deelname.’

Of de gewenste groei van zelfhulp – immers helemaal passend bij de participatiesamenleving – niet tot de eigen ondergang leidt? Want wat groot groeit, moet gereguleerd worden. Een zelfhulpgroep regelt zichzelf, zegt Van der Meulen. ‘Groepen moeten niet groot worden, want mensen moeten elkaar in een veilige omgeving kunnen ontmoeten. Dan splitst een zelfhulpgroep zich gewoon op. En als mensen klaar zijn met elkaar, en het is nog leuk om met elkaar te borrelen – als je tenminste niet in een AA-groep zit – dan stopt de groep. Of mensen die er zelf genoeg van hebben, stappen uit de groep. Dat is geen probleem, het is een natuurlijke beweging.’

'Niet alle problemen kunnen opgelost worden, maar met hulp van lotgenoten kun je wel leren om het leven meer hanteerbaar te maken'

Eén minpuntje: Er is weinig onderzoek gedaan naar de negatieve effecten van zelfhulpgroepen. Maakt dat het beeld van zelfhulp niet eenzijdig? Om dat te voorkomen somt Van der Meulen een paar gevonden negatieve effecten op: ‘Bijvoorbeeld dat de – psychische - belasting van ervaringsdeskundige groepsleiders vaak heel hoog is. Dat voor sommige mensen zelfhulp te vroeg is, omdat ze nog aan het begin van de rouwverwerking zitten.’ Uit eigen observatie vult ze aan: ‘Zelfhulp is een middel. Niet alle problemen kunnen opgelost worden, maar met hulp van lotgenoten kun je wel leren om het leven meer hanteerbaar te maken.

Dit artikel is eerder verschenen in Zorg + Welzijn, oktober 2014, jaargang 20. 

Meer weten over zelfhulp?
Download of bestel de publicatie Gesteund door zelfhulp.