Monitoring helpt gemeenten bij transformeren
De decentralisaties in 2015 waren niet alleen een overheveling van taken, maar vooral bedoeld om het ánders te doen. Niet langer denken vanuit rechten, maar vanuit behoeften en mogelijkheden. Geen versnipperd aanbod, maar mensen vanuit hun specifieke levenssituatie bijstaan. Minder zwaardere hulpverlening en meer lichte, preventieve ondersteuning. In dit artikel vraagt Rienk Janssens van de VNG zich af: hebben gemeenten er zicht op of ze in die ambitie slagen? En hoe kan monitoring daarbij helpen?
De gemeente Wageningen, een parel in de Etalage Monitoring Sociaal Domein, heeft fors ingezet op preventieve hulpverlening. De opdracht ging naar Welsaam, een samenwerkingsverband van 28 partners, variërend van regionale partners als MEE Veluwe en Humanitas tot lokale organisaties als welzijnsinstelling Solidez en de speelotheek en voedselbank. De inspanning van dit ‘voorveld’ is, conform de decentralisatiegedachte, om mensen tijdig te helpen en te activeren. Ook de monitoring is daarop ingericht. “Onze focus ligt op individuele klanteffectmeting”, stelt Esther van der Zee, directeur bij Solidez. “Of onze activiteiten ook maatschappelijk effect hebben, is voor ons lastig te meten. Maar of een bewonersactiviteit, mantelzorgondersteuning, buurtbemiddeling of dagbesteding bijdraagt aan iemands welbevinden, participatie of vermindering van eenzaamheidsgevoelens, dat kunnen we zeker volgen. Wij monitoren dus expliciet op individuele resultaten en passen onze activiteiten daarop aan.”
De TransforMeerMonitor van Haarlemmermeer
Of de inspanningen op de lange termijn bijdragen aan het maatschappelijke doel om van zware naar lichte zorg te gaan, is nog de vraag. Een gemeente die dat volgt, is Haarlemmermeer. Speciaal daarvoor is de TransforMeerMonitor (eveneens een parel in de etalage) in het leven geroepen. Afgelopen zomer verscheen al weer de vierde sinds 2015: een handzaam document dat op alle domeinen – Wmo, Jeugdhulp, Werk en inkomen, Sociale basis (ontmoetingsplekken in de wijk met lichte ondersteuning) – de beweging van zwaar naar licht in beeld brengt. De laatste bevindingen tonen vooral dat transformeren een lange adem vergt. Enerzijds zijn er zichtbaar meer lichte ondersteuningsvormen (en naar tevredenheid van inwoners), anderzijds nemen hulp en zorg na indicatie niet af.
‘Cliënten en aanbieders moeten niet opdraaien voor het feit dat wij onze uitwisseling nog niet op orde hebben.’
Regio West vertaalt Outcome Indicatoren jeugd naar Wmo
Ook de samenwerkende gemeenten Montfoort, Oudewater, Stichtse Vecht, De Ronde Venen en Woerden, verenigd in de regio Utrecht West, willen meer inzicht in welke ondersteuning nu wanneer waarom precies werkt. Bekend met de zogeheten outcome indicatoren Jeugd zijn deze in een pilot vertaald naar die van de Wmo. 'Dat levert interessante informatie op', zegt Marije Schotpoort, regionaal projectleider voor deze parel. 'Maar we hebben als gemeenten nog wel een slag te maken, vooral in de onderlinge aansluiting van gegevens. Cliënten en aanbieders moeten niet opdraaien voor het feit dat wij onze uitwisseling nog niet op orde hebben.”
Gemeenten kunnen het niet alleen
Het realiseren en volgen van de transformatie houdt veel gemeenten bezig. Ambitieus begonnen, blijken sommige uitgangspunten lastiger te realiseren dan gedacht. In elk geval wordt duidelijk dat gemeenten het niet alleen kunnen en mede afhankelijk zijn van andere partijen, inclusief van elkaar. De informatie die gemeenten nu boven water halen en in wisselende vormen presenteren, is daarvan niet alleen de illustratie, maar vormt tevens het vertrekpunt er iets aan te doen. Transformeren kent ook zijn voorwaarden. “Als de druk op het voorveld door bezuinigen elders te groot wordt, ontstaat het beeld van de chocoladefontein die van boven naar onder telkens overstroomt, totdat het onderaan niet meer te houden is”, schetst Esther van der Zee. “En dat komt de transformatie niet ten goede”.
Goede monitoring, zo wordt in elk geval duidelijk, kan daarbij helpen. Transformeren is een langdurig proces met veel dynamiek en niet te plannen ontwikkelingen. Kenners van de transitiekunde dichten daarom juist aan monitoring een cruciale rol toe, om al lerende de transformatie te volgen en waar nodig bij te sturen. De etalage met haar parels – zoals Alphen aan den Rijn, Enschede, Groningen, Hoorn, Leidschendam-Voorburg, Ommen en Zwolle etc. – is hiervoor een rijke inspiratiebron.
Gemeentelijke initiatieven data en monitoring uitgelicht in Etalage
Sinds de decentralisaties doen gemeenten allemaal hun eigen ervaringen op met de uitvoering van beleid in het sociaal domein. De analyse van deze ervaringen en de kwantitatieve en kwalitatieve data die zij hierbij opbouwen, biedt gemeenten een scala aan nieuwe mogelijkheden voor monitoring. Met die monitoring kunnen zij de effecten van hun beleid in kaart brengen en dat beleid vervolgens verbeteren. Hiervoor bestaan niet alleen landelijke instrumenten, zoals dataplatform Waarstaatjegemeente, maar ook een groot aantal interessante lokale initiatieven. In samenwerking met Movisie en VSO hebben de VNG en VNG Realisatie de meest veelbelovende gemeentelijke projecten nu gebundeld in de Etalage Monitoring Sociaal Domein.