Motivatie en Match bij vrijwilligerswerk door vluchtelingen

Laat vluchtelingen de komende twee jaar veertienduizend vrijwilligersklussen uitvoeren. Dat is de ambitie van minister Asscher. Achterliggende gedachte: goed voor de vluchteling, goed voor de vrijwilligersorganisaties en goed voor de samenleving. De minister investeert een miljoen euro om het plan te laten slagen. Het is zaak om te letten op een goede motivatie en goede matching. Dat vergroot de kans op succes aanzienlijk.

Het is niet voor het eerst dat de overheid investeert in de participatie van specifieke groepen in het vrijwilligerswerk om grotere (beleids)doelen te realiseren. Zo voerde kabinet Balkenende IV in 2007 maatschappelijke stages voor scholieren in om op een andere manier kennis te maken met de samenleving en daaraan een bijdrage te leveren met vrijwilligerswerk. En in 2015 introduceerde staatssecretaris Jetta Klijnsma met de invoering van de Participatiewet de tegenprestatie naar vermogen. Daarbij moeten langdurig werklozen in ruil voor hun uitkering maatschappelijke activiteiten zoals vrijwilligerswerk verrichten.

We weten uit deze programma’s dat dit alleen succesvol kan zijn als bij matching het aangeboden vrijwilligerswerk ook tegemoet komt aan de motivatie van de vrijwilliger en de vrijwilligersorganisatie. Een voorbeeld: jonge vluchtelingen die een netwerk willen opbouwen helpen als vrijwilliger mee bij de organisatie van een festival. Ze maken kennis met Nederlandse leeftijdgenoten en lokale bedrijven en de festivalorganisatie werkt aan een diversiteit onder hun vrijwilligers.

Het is belangrijk om heldere verwachtingen te creëren

What’s in it for them?

De ambitie van de overheid is helder. Bij de realisatie daarvan moeten we fine tunen op motivatie en match. Het doen van vrijwilligerswerk is geen verplichting. Dus motivatie van vluchtelingen zelf is een belangrijke voorwaarde om aan de slag te gaan. Ofwel What ’s in it for them? En biedt het aangeboden vrijwilligerswerk daarvoor perspectief? Een veelvoorkomende motivatie voor vrijwilligerswerk is oriëntatie op de arbeidsmarkt en het vergroten van kansen op werk. In sommige gevallen kan vrijwilligerswerk inderdaad nuttig zijn voor het CV. Als je bijvoorbeeld werk wilt zoeken in de zorg kan het helpen vrijwilligerswerk in een ziekenhuis of zorginstelling te doen. Maar niet iedereen heeft daar per definitie iets aan. Wel geeft het enig inzicht in hoe het zorgsysteem in Nederland georganiseerd is. Ook kan de vrijwilliger hier ervaring of contacten opdoen die in de toekomst wellicht bij ander type werk van nut kan zijn, als de taken goed aansluiten bij wat hij of zij wil ontwikkelen. Belangrijk is om hier heldere verwachtingen in te creëren.

De motivatie van iemand kan natuurlijk ook van hele andere orde zijn en verschilt van persoon tot persoon. Er is al veel bekend over de motivatie die vrijwilligers kunnen hebben om actief te zijn. Dit geldt ook voor vluchtelingen. De één wil vooral iets leren, bijvoorbeeld de Nederlandse taal, of juist zijn of haar vaardigheden inzetten voor een goed doel. De ander wil vooral zichzelf nuttig maken of simpelweg een leuke tijd hebben met anderen, zichzelf voor een ander inzetten of kennismaken met de Nederlandse samenleving en een netwerk opbouwen om makkelijker betaald werk te vinden (Movisie, 2011). Voorbeelden zijn de wens om betrokken te zijn bij de school van je kinderen of je in te zetten voor een organisatie als Amnesty International die opkomt voor mensenrechten in jouw land. Dit zijn niet per definitie dezelfde doelen als die Asscher nastreeft.

Er moet geïnvesteerd worden om vluchtelingen in te zetten en dat zullen organisaties alleen doen als zij dit als meerwaarde zien

Extra handen

Het aangeboden vrijwilligerswerk moet dus aansluiten bij de motivatie van de vluchtelingen. Maar ook voor de organisaties die de plekken bieden moet het iets opleveren. Er wordt gemakkelijk gesteld dat vrijwilligersorganisaties extra handen goed kunnen gebruiken. Dat is zo, maar er zijn juist ook extra handen nodig om die nieuwe vrijwilligers op te vangen, te begeleiden en passende taken te kunnen bieden. Er moet dus geïnvesteerd worden om vluchtelingen in te zetten. Dat zullen organisaties alleen doen als zij dit als meerwaarde zien. Vanuit ervaringen met bijvoorbeeld de maatschappelijke stage weten we dat vrijwilligersorganisaties verschillende type opbrengsten kunnen ervaren van het werken met een specifieke doelgroep, mits zij het vrijwilligerswerk goed kunnen organiseren. Het kan hen vernieuwing of uitbreiding van activiteiten brengen, een frisse wind in de organisatie, het kan een impuls zijn voor nieuw beleid, een beter imago, ze kunnen hun netwerk verbreden of het kan nieuwe werkwijzen opleveren. En ten slotte ook nieuwe vrijwilligers werven, zowel uit de nieuwe doelgroep of juist andere vrijwilligers die hierdoor de organisatie aantrekkelijker vinden (Movisie, 2013). 

Leren van eerdere ervaringen

Vrijwilligerswerk door specifieke doelgroepen als middel en niet als doel op zich is niet nieuw. In het verleden is in verschillende programma’s veel expertise opgedaan. In de basis gaat het erom, vooruit te kijken en aandacht te hebben voor de ambities en meerwaarde van alle betrokkenen. En om de vrijwilligersplekken voor de nieuwe vrijwilligers, vluchtelingen, op basis hiervan in te richten. Ervaringen met de maatschappelijke stage leren dat de aandacht in eerste instantie vooral uitgaat naar het maken van goede matches. Of het ook echt goede plekken zijn die bijdragen aan de doelen van vrijwilligers en organisaties is dan maar de vraag. Reden genoeg om gebruik te maken van de ervaringen en kennis die er de afgelopen jaren is opgedaan en op voorhand al te werken aan kwaliteit (Movisie, 2011).