'Movisie verbindt en adviseert op Regenboogbeleid'

Regenboogsteden-programma krijgt vervolg

Wat in 2008 begon met 18 koplopergemeenten, is in 2022 uitgegroeid tot een landelijk netwerk van 56 Regenboogsteden die actief lhbti+ beleid voeren. Ook de komende vier jaar krijgen zij weer financiering van de landelijke overheid, maakte minister Dijkgraaf onlangs bekend.

Naast de ‘officiële’ Regenbooggemeenten riepen ook tientallen andere gemeenten zichzelf de afgelopen jaren uit tot Regenbooggemeente. Daarmee dragen zij het belang van Regenboogbeleid uit en maken hier ook in hun gemeente werk van. Dat zoveel gemeenten deze titel met trots dragen, had oud-medewerker van Movisie Judith Schuyf twintig jaar geleden niet durven dromen. ‘Je kan het je nu bijna niet meer voorstellen’, vertelt Schuyf, ‘maar twintig jaar geleden hebben we echt moeten duwen en trekken om gemeenten op dit thema actief te krijgen. In Venray was er zelfs een gemeentemedewerker die beweerde dat homoseksualiteit daar nou eenmaal niet bestond.’

Schuyf ging in 2002 bij het Kenniscentrum Lesbisch- en Homoemancipatiebeleid werken, dat in 2006 werd ondergebracht bij Movisie. Samen met Peter Dankmeijer van Movisie en Ben Baks van het toenmalige ministerie van VWS (later OCW), is zij een van de grondleggers van het huidige Regenboogsteden-programma.

De kiem voor het programma was al eerder gelegd, toen Schuyf bij de werkgroep homostudies van de Universiteit Utrecht werkte. ‘Een groepje studenten wilde weten wat er in gemeenten gedaan werd aan homobeleid. Dat was nog niet zoveel, maar Amsterdam en Amersfoort hadden bijvoorbeeld al wel een homo-emancipatienota. We hebben toen opnieuw een inventarisatie gedaan. Met een enquête die expres zo was opgesteld dat gemeenten zelf ook wel begrepen dat ze met die onderwerpen aan de slag moesten als ze daar nog niets mee deden.’ Deze inventarisatie zou de basis vormen voor de eerste Regenbooggids, toen nog onder de naam Roze Gids, die Movisie in 2005 publiceerde.

Bekijk in de kaart hieronder welke Regenbooggemeenten er zijn

'We kunnen het beter aan lantaarnpalen besteden zeiden ze'

Lantaarnprijs

Schuyf en haar collega’s gingen het hele land door om met beleidsmedewerkers en wethouders over lhbti+ beleid te praten. Een argument dat ze vaak te horen kregen was dat het onzin was om geld aan zo’n kleine groep uit te geven. 'We kunnen het beter aan lantaarnpalen besteden, zeiden ze dan, daar hebben álle inwoners tenminste iets aan. Dat gemopper heeft ons geïnspireerd om de jaarlijkse Lantaarnprijs uit te reiken, aan de gemeente met het beste homobeleid. Dat werd al snel een felbegeerde prijs waar gemeenten hun best voor wilden doen.'

De kern van het Regenboogprogramma is volgens haar nog steeds hetzelfde: het inventariseren van goede voorbeelden en het delen ervan. Dat was ook voor gemeente Nissewaard een belangrijke reden om zich in 2018 bij het programma aan te sluiten, vertelt beleidsmedewerker Emel Erkci. 'We kregen toen voor het eerst een wethouder met emancipatie in de portefeuille. Tegelijkertijd kregen we steeds meer signalen uit de samenleving dat er lhbti+ beleid nodig was. Het Regenboogprogramma bood ons de kans te zien wat er elders in het land al gedaan wordt en welke mogelijkheden er zijn.'

Ga naar de themapagina 'Kennis over (Regenboog)beleid'

Aanjaaggeld

Een van de eerste activiteiten in Nissewaard was de aanleg van een regenboogzebrapad. Maar daar is het zeker niet bij gebleven, vertelt Erkci. De lijst met concrete voorbeelden is lang en gaat van een theatervoorstelling op christelijke scholen, genderinclusieve toiletten in wijkcentra en aandacht voor veilig en inclusief sporten tot een nauwe samenwerking met het jongerenwerk.

'Over die theatervoorstelling hoorden we tijdens een bijeenkomst met andere gemeenten, die door Movisie was georganiseerd. Het is fijn dat we door die kennisuitwisseling het wiel niet zelf hoeven uit te vinden', vertelt Erkci. Maar behalve naar wat er landelijk gebeurt, kijkt de gemeente natuurlijk ook goed wat er lokaal speelt. Daarbij is de input van de lokale lhbti+ groep en andere partners onontbeerlijk. 'Je kan als gemeente wel beleid schrijven, maar je moet wel kijken hoe dat aansluit binnen je gemeente. We kijken dus vooral naar de vragen en behoeftes van onze inwoners, die we ophalen via onze lokale partners. We gebruiken de financiering vanuit het Regenboogprogramma als aanjaaggeld: om onze lokale partners te ondersteunen en stimuleren.'

Driehoek

In veel gemeenten is het COC een belangrijke lokale partner. De organisatie heeft een landelijk bureau, maar ook twintig regionale afdelingen door het hele land. 'Wij brengen het lhbti+ beleid tot in de haarvaten van de samenleving’, vertelt directeur Marie Ricardo. ‘Het COC is ooit opgericht om mensen bij elkaar te brengen. Want als je mensen bij elkaar brengt, komen ze steviger in hun schoenen te staan, kunnen ze voor zichzelf opkomen en de samenleving veranderen. Door het organiseren van ontmoetingsbijeenkomsten weet het COC goed wat er speelt en welke behoeften er leven. Als lhbti+ jongeren niet goed geholpen worden binnen de jeugdzorg bijvoorbeeld, dan horen wij dat.'

De lokale wensen en behoeften worden gecomplementeerd door de kennis van Movisie, ziet Ricardo. 'Movisie weet wat er landelijk speelt en deelt die kennis met gemeenten, maar ook met het COC. Zo voelde Movisie haarfijn aan dat er onderzoek nodig was naar dak- en thuisloze lhbti+ jongeren. De resultaten van dat onderzoek gebruiken wij weer om daarover met gemeenten in overleg te gaan en aan te dringen op betere opvang.'

'Movisie heeft diepe wortels in de lhbti+ gemeenschap en ze hebben ongelofelijk veel kennis opgebouwd'

Ricardo beschrijft de relatie tussen gemeenten, lokale organisaties en Movisie als een driehoek, waarvan alle poten even onmisbaar zijn. 'Je hebt een maatschappelijk veld nodig met vrijwilligers en organisaties op lokaal niveau. In Nederland zijn er zo’n 650 lhbti+ clubs lokaal actief. Je hebt ook een gemeente nodig om structureel beleid te maken. En je hebt Movisie nodig, die alle partijen op lokaal en nationaal niveau met elkaar verbindt en adviseert. Movisie heeft diepe wortels in de lhbti+ gemeenschap en in de afgelopen decennia ongelofelijk veel kennis opgebouwd. Daardoor beschikken zij als enige organisatie over expertise en de sensitiviteit die dit onderwerp vereist.'

Bekijk de aftermovie van het Congres Regenboogsteden 2022

Regenbooggids

Het huidige Regenboogsteden-programma loopt aan het eind van dit jaar af. Maar op het Congres Regenboogsteden op 14 oktober jl., maakte minister Dijkgraaf (OCW) bekend dat het programma ook de komende vier jaar weer een vervolg krijgt. Die dag werd ook de nieuwe versie van de Regenbooggids gepresenteerd.

Erkci is blij dat het programma wordt voortgezet. 'Uiteindelijk moet het lhbti+ beleid een structurele plek krijgen in alle onderdelen van de samenleving. Onze partnerorganisaties moeten het zelf gaan dragen, ook zonder een financiële bijdrage vanuit de gemeente. Maar zover zijn we nog niet. De komende jaren gaan we die verdiepingsslag maken.'

De resultaten van maatschappelijk interventies zoals het Regenboogprogramma zijn soms lastig te meten, erkent Ricardo. 'Dat geldt ook voor emancipatie. Tegelijkertijd is er de laatste jaren een duidelijke stijging te zien van acceptatie van lhbti+. In 2006 wees 15 procent van de bevolking de groep af, nu is dat nog maar zo’n 5 procent. Ook internationaal is dat een goede score. Daar heeft het Regenboogprogramma zeker een belangrijke rol in gespeeld.'

En dat een gemeente beweert dat er bij hen geen homoseksualiteit bestaat? 'Dat is nu ondenkbaar', weet Schuyf. 'Ik heb de latere burgemeester van Venray er nog wel eens mee geplaagd, die schaamde zich natuurlijk rot toen die dat hoorde. En het leukste is dat Venray zichzelf nu ook tot Regenbooggemeente heeft uitgeroepen. Dat is voor mij de grootste verdienste van het Regenboogprogramma: dat vrijwel alle gemeentes het belang inzien van lhbti+ beleid.'

Download hier de vernieuwde Regenbooggids

Bekijk de lhbti+ themapagina

Tekst: Rinske Bijl