Nederland doet meer, maar nog onvoldoende tegen vrouwengeweld

Nederland boekt vooruitgang in de aanpak van geweld tegen vrouwen, maar er zijn ook nog grote zorgen. Dat zegt GREVIO, een groep van de Raad van Europa. Zo zijn er dringend meer opvangplekken voor vrouwen nodig.

GREVIO is een groep van onafhankelijke experts van de Raad van Europa. Zij controleren of landen zich houden aan het Verdrag van Istanbul. Dat verdrag gaat over het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (zie kader). Onlangs heeft GREVIO een speciaal rapport over Nederland gepubliceerd. Daarin staat wat Nederland goed doet en wat beter kan bij de hulpverlening en bescherming van slachtoffers van huiselijk geweld en de mate waarin zij gerechtigheid kunnen krijgen.

Bekijk hier het rapport 

Positief is dat Nederland wetten heeft aangepast, actieplannen heeft gemaakt tegen seksueel geweld en femicide (vrouwenmoord), en aandacht heeft voor seksuele intimidatie in de sport. Ook is er meer geld beschikbaar gekomen voor de aanpak van geweld tegen vrouwen en zijn er campagnes om mensen bewust te maken van het probleem.

Meer opvangplekken nodig

Toch ziet GREVIO ook problemen waar met spoed aan gewerkt moet worden. Zo zijn er te weinig opvangplekken voor vrouwen die geweld meemaken. Vrouwen die extra kwetsbaar zijn, krijgen niet altijd de juiste hulp. Ook mist soms het besef dat geweld tegen vrouwen vaak komt door ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.

GREVIO roept Nederland ook op om sneller noodmaatregelen te nemen bij gevaar, verkrachtingszaken beter aan te pakken en drempels voor het melden van geweld weg te nemen. Duidelijk is dat er meer geïnvesteerd moet worden in hulpverlening aan vrouwen die met huiselijk geweld worden geconfronteerd.

Probleem voor de samenleving

Martine Goeman, onderzoeker bij Movisie, schaart zich volmondig achter het rapport van GREVIO. ‘Realiseer je dat geweld tegen vrouwen geen individueel probleem is, maar een probleem voor de hele samenleving. Het is een mensenrechtenschending en eigenlijk kent iedereen wel iemand die hier slachtoffer van is.’ 
Volgens Goeman geeft het Verdrag van Istanbul een heel belangrijk kader om geweld tegen vrouwen te voorkomen en te bestrijden. ‘Het is al gebruikt om nieuwe wetten en beleid te maken, maar het kan nog vaker worden ingezet om voor positieve verandering te zorgen. Voor Movisie zijn de mensenrechten een juridisch en moreel anker. Het is belangrijk dat iedereen die werkt met slachtoffers van huiselijk geweld, kennis heeft van het Istanbul Verdrag, omdat het je sterkt in je werk. De bescherming van en hulpverlening aan slachtoffers is geen gunst maar een recht dat in de praktijk moet worden gebracht.’ 

Verdrag van Istanbul 

Het Verdrag van Istanbul is op 1 maart 2016 in Nederland in werking getreden en heet officieel het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Het verdrag kent vier pijlers: 
• Preventie van geweld. Bijvoorbeeld door voorlichting en campagnes en het betrekken van mannen en jongens. 
• Bescherming van slachtoffers. Onder andere door hulpverlening en veilige opvang te bieden. 
• Vervolging van daders en een einde aan straffeloosheid. Bijvoorbeeld door verschillende vormen van geweld strafbaar te stellen. 
• Gecoördineerd beleid. Dit omvat ook het trainen van professionals. 

Met de ondertekening van het Verdrag hebben landen beloofd om discriminatie van vrouwen uit te bannen, geweld tegen te gaan tegen mensen vanwege hun seksuele geaardheid en om te zorgen voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Het zet regeringen ertoe aan om wetgeving en beleid aan te nemen om de rechten van vrouwen te beschermen. Het Verdrag benadrukt ook de noodzaak van samenwerking tussen verschillende sectoren, zoals rechtshandhaving, gezondheids-zorg en maatschappelijke organisaties.

Meer lezen? Bekijk dan Gendersensitief werken bij de aanpak van geweld