Niet het mannenlijf maar stereotypen bedreigend voor vrouwen

Trouw plaatste op 28 januari een opiniebijdrage waarin de auteur, Caroline Franssen, stelling neemt tegen de aanpassing van de Transgenderwet. Dit wetsvoorstel maakt het mensen makkelijker om op hun paspoort en bij de gemeente, de aanduiding ‘man’ te veranderen in ‘vrouw’ of andersom. Dat betekent een overwinning voor de rechten van transgender personen. Maar Franssen denkt dat de rechten van transgender personen een gevaar betekenen voor vrouwen die níet transgender zijn. Deze redenering van Franssen is niet alleen diep kwetsend ten aanzien van transgender personen maar verzwakt ook de positie van álle vrouwen in de samenleving.

In het artikel schrijft Fransen, docent en publicist, dat voorzieningen voor enkel vrouwen (lees: vrouwen die geen transgender zijn) belangrijk zijn. Want deze vrouwen kunnen 'aan de buitenkant niet zien of een "man in een jurk" gevaarlijk of onschuldig of wel of niet geopereerd is'. Welke operaties iemand heeft ondergaan en of deze 'een functionerende penis' heeft (zoals Franssen dat verderop in het artikel beschrijft), lijkt voor haar belangrijk te zijn om te bepalen of iemand al dan niet een potentieel gevaar is voor 'biologische' vrouwen. Dit suggereert dat het hebben van een lichaam met mannelijke kenmerken zorgt voor een risico op geweld plegen tegen vrouwen. Het behoeft eigenlijk geen betoog dat een dergelijke negatieve houding ten aanzien van mensen puur vanwege hun lichamelijke kenmerken zeer onwenselijk is. Ironisch genoeg zijn 'biologische' vrouwen historisch gezien juist vaak het slachtoffer geweest van dergelijk essentialistische en stereotype opvattingen. Onder de oude Grieken was het een gangbare opvatting dat het hebben van een baarmoeder ervoor zorgde dat een mens minder waard was en niet in staat tot zelfcontrole, en bij Caroline Franssen zorgt het hebben van een penis er voor dat je per definitie verdacht bent en jezelf niet onder controle kan houden.

Grenzen

Wat vrouwen, zowel transgender als niet transgender, hun veiligheid aantast zijn niet mannelijke lichamen. Wat hun veiligheid aantast zijn juist de essentialistische en stereotype opvattingen over mannen en vrouwen, waar Franssen ook blijk van geeft. Juist wanneer je als man denkt ‘je mannetje te moeten staan’ of je te moeten bewijzen als ‘echte kerel’, is er het risico van geweld. Veel vrouwen, zowel trans als niet trans, hebben ervaring met opdringerige mannen die vrouwen en hun grenzen niet serieus nemen en die vinden dat zij als man actief moeten ‘jagen’ op vrouwen. Niet hun lichaam maar deze genderstereotiepe opvattingen die mannen die zich als mannen identificeren eigen hebben gemaakt, maakt de kans groter dat zij dader worden.

Transgender personen hebben veel baat bij een samenleving waar je lichaam niet gekoppeld is aan vooroordelen en stereotypen. Geweld en discriminatie, ten aanzien van transgender personen voortkomend uit deze vooroordelen en stereotypen, is immers een omvangrijk probleem. Maar ook voor niet transgender personen, zowel vrouwen als mannen, is een samenleving vrij van genderstereotype voordelig: want wij hebben allen gemeen dat we niet afgerekend willen worden op ons lichaam en hoe we eruit zien (of het nu gaat om onze huidskleur, sekse, of wat dan ook) maar gewoon willen zijn wie we zijn.

Met dank aan Charlot Pierik,  projectleider Alliantie Genderdiversiteit (lees meer over deze Alliantie) en Jens van Tricht (directeur Emancipator).