Niet signaleren en op huisbezoek, wel meer eigen regie en samenwerking in coronatijd

Uitdagingen voor sociaal professionals in coronatijd

Sociaal professionals zien en horen dat mensen in de coronaperiode nog meer geïsoleerd raken, dat er financiële problemen ontstaan en ervaren dat mensen liever niet willen beeldbellen om zo de thuissituatie uit de schijnwerpers te houden. De coronaperiode vraagt improvisatie en creativiteit. Ze moeten omschakelen van een live naar een online aanpak en verbindingen zien te houden met doelgroepen waarmee de lijntjes al dun waren. Movisie inventariseerde dilemma’s en mogelijkheden in tijden van corona en interviewde hiervoor acht sociaal professionals.

1. Escalatie blijft buiten beeld omdat signaleren niet mogelijk is

Geen fysieke ontmoeting en niet bij de mensen thuis kunnen komen, worden door sociaal professionals als de grootste dilemma’s ervaren. Het raakt het hart van het vak. Om goed te signaleren, preventief te handelen en zo crisis te voorkomen, moet je kunnen zien, horen en voelen wat er speelt in de thuissituatie. Habiba El Allati coacht kinderen en ouders in een problematische scheidingssituatie: ‘Ik heb veel onderbuikgevoelens maar door de afstand en het beeldbellen kan ik dat gevoel soms niet hard maken. Als ik bij een gezin langs ga dan hoor en voel je veel meer. Bij telefonische afstand krijg je de interactie tussen gezinsleden niet te zien. Je ziet alleen maar een klein stukje, niet de lichaamstaal van het hele lichaam. Je krijgt ook minder gevoel binnen omdat je maar een klein beetje ziet van de werkelijkheid. Cliënten laten soms ook maar een klein beetje zien door schuin te zitten en je niet aan te kijken. En de meeste mensen willen niet beeldbellen en alleen telefonisch contact hebben. De telefoon en het scherm scheppen afstand, je ziet niet wat je wilt zien. Je kunt de veiligheid daardoor niet goed beoordelen.’

‘De telefoon en het scherm scheppen afstand, je ziet niet wat je wilt zien. Je kunt de veiligheid daardoor niet goed beoordelen’

Marc Mulder is ervaringsdeskundige en schuldhulpverlener in de vroegsignalering. Zijn werkwijze kenmerkt zich door hulp aan de deur te bieden aan mensen met schulden. In deze periode is dat onmogelijk en Marc Mulder vermoedt het ontstaan van grote problemen als er van hoger hand geen maatregelen worden getroffen voor deze doelgroep. ‘Er zijn brieven die voor mensen zo moeilijk te doorgronden zijn en als ik ze telefonisch spreek dan is het heel lastig te weten hoe het precies zit. Als ik dan niet bij de mensen thuis kom, kun je niet signaleren hoe ernstig de situatie soms is. Hoe kan ik op afstand nu zien dat mensen bezwaar moeten indienen op korte termijn? En hoe kan ik garanderen dat er in deze tijd ruimhartig met bezwaartermijnen wordt omgegaan? De noodzaak om het hoger op te spelen wordt alleen maar groter omdat juist de kern van het vak is om in de thuissituatie te signaleren en ernstige problemen te voorkomen.’

Sociaal werkers zijn alleen in noodsituaties bevoegd om een huisbezoek te doen, maar het inschatten van de nood zou wel eens te laat kunnen komen in veel situaties. Dit leidt tot zorgen om de thuissituaties waarin mensen zich bevinden. Maar ook als je die noodsituatie wel ziet aankomen, is het lastig om daar een goede oplossing voor te vinden, geeft Leo Noteborn, sociaal makelaar in Utrecht aan. ‘Een bewoner met psychische problematiek die van het padje raakt door het isolement waar hij in zit. We krijgen ook vragen van directe hulpverleners om toch iets van een maatje te organiseren maar dat is nog lastig. Het vraagt nog meer uitleg en voorbereiding voordat je iemand in zo’n situatie brengt en mensen koppelt aan elkaar. En helemaal met mensen die soms niet snappen waarom ze afstand moeten bewaren zoals met een licht verstandelijke beperking.’ Daarbij vraagt Julia Ketel, wijkteammedewerker in Krommenie zich af welk effect het minder goed signaleren heeft op de kwaliteit van de beslissingen van Wmo-consulenten. 'Mensen doen bijvoorbeeld een aanvraag huishoudelijke hulp of traplift. Bij dat soort aanvragen is het heel belangrijk dat je ook kan zien hoe iemand zich beweegt. Dat mis je dan, waardoor je de aanvraag wat minder goed kan doen. Je wilt natuurlijk een geschikte voorziening inzetten op basis van iemand zijn beperkingen. Het zou bijvoorbeeld zo kunnen zijn dat er huishoudelijke hulp wordt ingezet terwijl iemand best goed is in het bewegen en dat er nog andere dingen zijn, zoals een behandeling die kan worden geprobeerd. Maar je wilt iemand niet gaan invalideren. Daarnaast probeer je tijdens deze huisbezoeken ook in te schatten of er sprake is van eenzaamheid of verwaarlozing (zoals een vervuilde woning). Dat zijn dingen die je nu mist om een weloverwogen beslissing te maken.’

Movisie organiseert online bijeenkomsten voor sociaal professionals om dilemma’s en ideeën rondom coronavraagstukken uit te wisselen. Lees meer en schrijf je in. Wil je meer weten over fysieke ontmoetingen tijdens corona? Bekijk dan het Afwegingskader Fysieke ontmoeting.

2. Social distancing stimuleert eigen regie

Waar sociaal professionals hun aanpak jarenlang richten op het stimuleren van de eigen regie van burgers, blijkt deze zich nu spontaan te ontpoppen. Daarbij komt ook nog eens dat het contact dat nu via telefoon of whatsapp plaatsvindt extra gewaardeerd wordt. Stephanie Uringa, woonbegeleider bij Leger des Heils geeft aan verrast te zijn. Ze werkt met bewoners met verslavingsproblematiek, psychische problematiek en verstandelijke beperking en vindt dat ze haar beeld moet bijstellen: ‘Bewoners houden zich eigenlijk prima aan de regels die worden opgelegd en ondanks dat ze zich soms vervelen, gedijen ze hier best goed bij. Ik vraag me dus af of ondanks dat mensen meer afstand hebben of ze in een sociaal isolement komen. Ik bedoel, dat zeggen we wel, maar we zien ook dat bewoners zich wel aanpassen en op een andere manier contact zoeken.’ Habiba El Allati geeft aan dat de situatie een andere werkwijze van haar vraagt. Ze biedt nu meer coaching dan behandeling: ‘Je bent hard aan het werk maar je leunt ook achterover. Ik heb het gevoel dat mensen meer worden uitgedaagd om hun eigen kracht en eigen regie in te zetten. Het eigenaarschap van het probleem ligt nu meer bij de cliënt. Bij sommigen werkt dit goed. Door de afstand weten ze dat ze het zelf moeten doen. Voorheen kwam je bij een gezin en dan moest jij het oplossen. Nu zien mensen dat je slechts een middel bent. Dat geeft voldoening want daar gaat het uiteindelijk om: meer zelfregie. Dus ik ben nu veel duurzamer bezig.'

‘Ik heb het gevoel dat mensen meer worden uitgedaagd om hun eigen kracht en eigen regie in te zetten’

Volgens de jongerenwerkers Asli Caliskan en Raoul Vries uit Zaanstad lijkt er een soort tweesplitsing te zijn. Enerzijds zijn er jongeren die zich nu ondernemend en initiatiefrijk tonen en anderzijds zijn er jongeren die moeilijk raad weten met de situatie. ‘Vaak lijken situaties erger dan ze zijn. Wat ik nu vooral merk, is dat jongeren zelfredzamer zijn dan we hadden gedacht. Want we willen altijd helpen en erin springen, iets oplossen. Nu moeten ze het vooral zelf gaan doen met ondersteuning op afstand en je merkt gewoon echt wel dat ze dat kunnen. Voor sommige jongeren is het ook een soort vakantie en wat moet je nou precies doen ermee? Of je moet het allemaal zelf doen of je hebt je ouders erbij als je een beetje mazzel hebt. Dat vinden ze ook wel lastig om mee om te gaan. Je hebt ook een aantal jongeren, waarvan familieleden ziek zijn en dan zijn daar ook weer zorgen over natuurlijk. En een aantal jongeren die pakken gewoon dingen op.’ Daarbij geeft Marc Mulder aan dat de gesprekken veel soepeler en makkelijker gaan dan anders. Hij merkt dat mensen blij zijn dat er iemand om hen geeft en dat ze worden gebeld. ‘Je vraagt hoe het met hen gaat. Ze zijn blij dat er aandacht is. De achterdocht is minder of helemaal weg. De behoefte aan aandacht van buitenaf lijkt groter dan normaal en mensen reageren blijer op het contact dat je met hen hebt. Alsof er minder weerstand is en meer dankbaarheid voor het contact.'

3. Verbinden en samenwerken gaat beter dan voor de coronacrisis

De coronacrisis maakt kwetsbaarheden zichtbaar maar brengt ook positieve effecten teweeg. Sociaal professionals lijken in tijden van corona en de bijkomende sociale afstand juist dichter naar elkaar toe te groeien. Sociale contacten tussen collega’s worden sterker gewaardeerd wat leidt tot een sterker saamhorigheidsgevoel. Julia Ketel: ‘In ons team is er ook een nieuw gevoel aangewakkerd. Het is toch wel heftig en je waardeert het meer als je elkaar spreekt. Je hebt er meer oog voor dat je je collega’s mist. Je voelt meer verbondenheid.’ Bovendien ervaren professionals dat zij sneller tot samenwerking en oplossingen komen waar dit eerder niet soepel verliep. Tamara Renders is ontwikkelaar armoedebestrijding en huisvesting bij WIJeindhoven: ‘Wat ik zelf waardeer is dat iedereen in de samenwerkmodus lijkt te staan, er ontstaan verbindingen. Met de gemeentelijke belastingen zijn we tot nieuwe oplossingen gekomen. Je ziet overal mensen hun best doen en dit geeft ook energie en is niet alleen negatief. Ook is er duidelijkheid dat er geen uithuiszettingen, ontruimingen en geen afsluitingen meer zijn voor een bepaalde periode en ook de nieuwe zzp-regeling is gepubliceerd waardoor de generalisten meer duidelijkheid kunnen geven aan mensen.’

‘Wat ik zelf waardeer is dat iedereen in de samenwerkmodus lijkt te staan, er ontstaan verbindingen’

Anderzijds geeft het enthousiasme een wildgroei aan initiatieven en ideeën en Leo Noteborn geeft aan dat het risico er is dat we door de bomen het bos niet meer zien. ‘Een dilemma is de vroege piek van al die initiatieven. De vragen worden niet gestructureerd in beeld gebracht, waardoor de moeilijkere gevallen buiten beeld blijven. En ik verwacht dat het nog wel even zal duren.’

4. Behoefte aan richtlijnen

De nieuwe situatie zorgt voor veel onduidelijkheid binnen het sociaal domein. Hierdoor is er behoefte aan heldere en specifieke richtlijnen over de uitvoering van werkzaamheden tijdens de coronacrisis. De richtlijnen lopen nu uiteen. Sociaal werkers zoeken hulp om zo gezamenlijk tot oplossingen te komen. Raoul Vries: ‘We zijn nu ook aangesloten bij een nationale groep jongerenwerkers die is ingesteld toen de coronacrisis uitbrak omdat veel jongeren thuis moeten werken. We delen dan informatie en ook bijvoorbeeld initiatieven om te doen met de doelgroep maar ook hoe iedereen zijn werk doet thuis of op straat. Het is best wel verschillend want sommige jongerenwerkers moeten de straat op en andere moeten thuisblijven, dus daar zitten best wel wisselingen in.’

Stephanie Uringa zoekt dringend naar passende quarantainemaatregelen binnen een woonvoorziening: ‘Stel, er is wel een besmetting hoe kunnen we iemand op de afdeling dan in quarantaine zetten? Hoe gaan we dat dan doen als je met twee begeleiders werkt op twee afdelingen? Wordt één iemand dan verantwoordelijk voor beide afdelingen, gaat dan de andere persoon volledig zorgen voor de andere persoon die in quarantaine zit? Daar zijn we vooral de laatste dagen over aan het nadenken om het eigenlijk voor te zijn. Gelukkig hebben we nu ook wel wat materiaal beschikbaar gekregen hoe je de coronamaatregelen simpel uitlegt. Dus dat helpt ook wel in de informatieoverdracht.’

Voor Tamara Renders is de afweging om al dan niet op huisbezoek te gaan de meest prangende waar generalisten in Eindhoven in afstemming met hun leidinggevende besluiten over nemen. ‘Generalisten hebben casuïstiek overleg. Als ze echt het gevoel hebben dat ze op huisbezoek moeten gaan, kijken ze met hun leidinggevende of het echt noodzakelijk is of dat er andere samenwerkingspartners zijn. Als blijkt dat het echt nodig is, houden we ons aan de RIVM maatregelen of proberen we het gesprek te organiseren op een daarvoor ingerichte locatie, dat is nu aan het opstarten.’

5. Meer tijd voor reflectie

Fysieke ontmoeting voor en achter de voordeur wisselen zich nu in voor de online ontmoeting. Sociaal professionals werken tijdens corona meer thuis en geven aan dat ze het prettig vinden nu eens tijd te hebben voor reflectie en frequente ontmoetingen met  teamleden. Leo Noteborn geeft bijvoorbeeld aan dat zij nu elke dag een online start maken met elkaar. Waar het eerder nooit lukte om allemaal bij elkaar te komen, is dit nu dagelijkse gang van zaken. Leo Noteborn: ‘We hebben elke dag een check-in, een videoconferentie om bij iedereen even te horen hoe het gaat en wat je plan is. Voorheen lukte het nooit om het team bij elkaar te krijgen dus dat is heel mooi!’

‘Online was niets voor mij, maar het werken op afstand geeft me ook voordelen’

Raoul Vries geeft aan dat ze nu eindelijk eens ruimte hebben om naar hun visie te kijken. ‘Goed moment nu om je meer te richten op visie jongerenwerk. Normaal dan ben je overal en nergens in beweging en nu heb je toch meer ruimte om dat soort dingen te doen. Plannen uit te werken en bepaalde stappenplannen maken voor activiteiten die je wilt gaan doen, dat is wel handig.’ Daarbij zijn er professionals die de voorkeur geven aan de ontmoeting in levende lijve in plaats van de online ontmoeting. De coronaperiode dwingt hen om een stap naar online werken te maken. Habiba El Allati: ‘De drukte van het werk staan de online ontwikkelingen ook in de weg maar ik vind het positief. Online was niets voor mij maar het werken op afstand geeft me ook voordelen. Ik moet er nu overheen stappen. Het hoort bij deze tijd.  En om eerlijk te zijn, soms merk ik dat ik efficiënter en productiever werk. Ik word meer uitgedaagd om een stapje meer te zetten dan ik anders zou doen.’

Coronadosssier

Dit artikel is onderdeel van een dossier waarin wij kennis verzamelen over het coronavirus. Heb jij een vraag die Movisie kan beantwoorden? Tips of noemenswaardige initiatieven? Stuur dan een e-mail naar Hans Alderliesten, h.alderliesten@movisie.nl.

Naar het dossier