Nieuw rapport: wetten zijn nodeloos ingewikkeld en effect soms hardvochtig

Harde conclusies trekt onderzoeksbureau Panteia in het rapport ‘Hardvochtige effecten van overheidshandelen voor burgers binnen de sociale zekerheid’ dat onlangs naar de Tweede Kamer is gestuurd. In verschillende wetten (Participatiewet, de arbeidsongeschiktheidswetten, het persoonsgebonden budget (pgb) en de Toeslagenwet) bestaan knelpunten die kunnen leiden tot het ontstaan van hardvochtige effecten die mensen flink in de problemen kunnen brengen. Het gaat om structurele knelpunten, geen incidenten of uitzonderingen, en die ook niet met maatwerk op te lossen zijn. Er zijn wetswijzigingen nodig. Simpelere wetten vooral.

Veel te ingewikkeld

De wetgeving is veel te ingewikkeld, constateren de onderzoekers in hun rapport. Voor ‘overtreders’ is het vaak gewoon niet duidelijk wat er van hen verwacht wordt. Zoals het moeten melden van inkomsten uit verkoop van spullen via Marktplaats of het ontvangen van boodschappen van ouders voor iemand in de bijstand. Dat zorgt voor felle reacties en verontwaardiging zoals met de zogenaamde boodschappenaffaire in Wijdemeren. Heeft iemand die arbeidsongeschikt is alle veranderingen in zijn of haar gezondheidssituatie wel goed doorgegeven aan het UWV, voor het geval van controle? Of is er toch iets over het hoofd gezien en dreigt nu een boete of korting? Bij veel mensen heerst een continue angst en stress om iets verkeerd te doen. Daardoor maken zij geen aanspraak op financiële middelen waar zij recht op hebben. Met alle gevolgen van dien. Mensen verliezen vrienden, bijvoorbeeld omdat ze bezoek thuis niet eens koffie kunnen aanbieden, raken geïsoleerd en in enkele gevallen is een situatie dusdanig uitzichtloos dat het leidt tot suïcidaliteit. Harde conclusies.

Al in 2021 bleek uit onderzoek van de arbeidsinspectie dat ruim een derde van alle mensen die recht hebben op een (aanvullende) bijstandsuitkering daar geen gebruik van maakt. Het gaat dan om bijvoorbeeld jongeren die vaak niet weten dat ze recht hebben op bijstand. Maar ook zelfstandigen die wisselende inkomsten hebben en opzien tegen een aanvraag vanwege de complexiteit van de regels en bang zijn dat ze terug moeten gaan terugbetalen of een boete krijgen.

Angst om fouten te maken

Hetzelfde speelt bij de toeslagen, zoals nu weer bij het aanvragen van de energietoeslag. De NOS berichtte begin juni dat de helft van de energietoeslag nog niet was uitgekeerd in de vier grote steden. Minimahuishoudens die bekend bij gemeenten zijn, ontvingen deze automatisch. En een ander deel die nog niet in de systemen staat, maar wel recht heeft op de toeslag, zoals de 'werkende armen' hebben een aanvraag ingediend die naar verwachting snel wordt afgehandeld. Maar er blijft een groep mensen buiten beeld, en hen bereiken blijft een uitdaging. Het is een bekend probleem dat juist degenen die de regelingen voor minimahuishoudens het hardst nodig hebben, er vaak geen gebruik van maken. Deze mensen weten niet dat ze er recht op hebben of wantrouwen de overheid vanwege bijvoorbeeld de toeslagenaffaire. Zij laten de regelingen links liggen uit angst om fouten te maken. De overheid maakt namelijk geen onderscheid  tussen vergissingen, fouten en opzettelijke fraude, waardoor terugbetalingen en boetes soms bizar hoog uitpakken.

‘Doenvermogen’ beperkt door stress

Daarnaast gaat de sociale wetgeving uit van een rationele en zelfredzame burger die de wet goed kent, maar, stellen de onderzoekers, “dat blijkt in de praktijk onrealistisch”. Al in 2017 constateerde de WRR in het rapport ‘Weten is nog geen doen’, dat naast denkvermogen het 'doenvermogen' minstens zo belangrijk is. En dat dit ‘doenvermogen’ van mensen om allerlei redenen beperkt kan zijn en dat (chronische) stress daar een belangrijke rol in heeft. Ook uit het nieuwe rapport van Panteai blijkt dat ook nu nog burgers vaak geen antwoord op hun vragen krijgen. Ze worden van het kastje naar de muur gestuurd. En dat zorgt voor nog meer onzekerheid en stress.

Ministers onderschrijven onderzoeksbevindingen

Panteia, Muzus, VU Amsterdam en Hogeschool Utrecht deden dit onderzoek naar aanleiding van een motie van Pieter Omtzigt in opdracht van ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De onderzoekers stellen vast dat knelpunten in wet- en regelgeving of de uitvoering onder bepaalde omstandigheden kunnen leiden tot hardvochtige effecten en mensen in bepaalde situaties kunnen worden aangetast in hun bestaanszekerheid. De onderzoekers concluderen dat er de komende jaren werk aan de winkel is. De ministers Schouten en Van Gennep onderschrijven de bevindingen uit het onderzoek en gaan aan de slag met de aanbevelingen. Een aantal eerste aanzetten hiertoe zijn al geschetst in de eerder uitgekomen Kamerbrief ‘De Participatiewet in balans: uitkomsten beleidsanalyse’. Wordt vervolgt.