Olcay Gulsen: ‘Vanuit begrip handelen is de beste methode’

Olcay Gulsen maakte eerder dit jaar de indringende tv-serie ‘Olcay en huiselijk geweld’ waarvoor zij sprak met slachtoffers en daders. Voor het eerst ging zij in gesprek met haar moeder en zussen over hun eigen, heftige ervaringen met huiselijk geweld. Ook vroeg zij haar vroegere omgeving waarom niemand destijds ingreep. Het onderwerp huiselijk geweld laat haar niet los. Op 2 oktober werkt Olcay mee aan een bijeenkomst van de Alliantie Verandering van Binnenuit voor Tweede Kamerleden. Het doel van deze alliantie is zelfbeschikking, gelijkheid én veiligheid van vrouwen, meisjes en LHBT’s.

Wat motiveerde je om ‘Olcay & huiselijk geweld’ te maken?

Olcay Gulsen: ‘Ik maakte al een paar jaar televisie en vooral entertainmentprogramma’s en ik vond het heel erg belangrijk om huiselijk geweld meer op de kaart te zetten. Ik ben opgegroeid met huiselijk geweld en ik merkte dat ik zelfs in mijn volwassen jaren veel moeite had om daar eerlijk over te zijn en om daar een gesprek over te voeren met anderen. Huiselijk geweld is toch een onderwerp dat je het liefst wilt vergeten als je ermee te maken hebt gehad en wat ook altijd gepaard gaat met schaamte, angst en veroordeling. Ik dacht dat als zoveel mensen te maken hebben met huiselijk geweld, waarom kunnen we daar dan niet open en eerlijk met elkaar over spreken om het in ieder geval een beetje uit de taboesfeer te halen. Dat was mijn missie en toen klopte ik aan bij RTL dat ik echt heel graag een serie wilde maken over huiselijk geweld. Hoe zij reageerden was eigenlijk een reden om dat nog meer te willen doen. Zij reageerden zo van “dat is veel te zwaar beladen”, “ik weet niet of mensen daarover willen spreken”, en “het is geen fijne televisie om naar te kijken”. Toen dacht ik: nee, dit is nou precies de reden waarom ik deze serie wil maken. Juist omdat er zoveel mensen in Nederland te maken hebben met huiselijk geweld en toch het gevoel hebben dat er niet over kunnen of mogen praten. Dat is mijn grootste motivatie.’

2 oktober: Alliantie Verandering van Binnenuit

Tijdens honderden bijeenkomsten in het hele land praten vrouwen en mannen uit migranten- en vluchtelingengemeenschappen over vrouwengelijkheid, gendergerelateerd geweld (zoals huiselijk geweld) en LHBT-acceptatie. Dat gebeurt vanuit de Alliantie Verandering van Binnenuit met zeven zelforganisaties van mensen met een migratie- of vluchtelingenachtergrond. Wat gebeurt er op die bijeenkomsten en waarom werken ze zo goed? Hoe helpen die bijeenkomsten om geweld tegen vrouwen en meisjes en LHBT-personen terug te dringen en zelfbeschikking en gelijkheid te bevorderen? Op 2 oktober 2020 wonen minister Van Engelshoven, Olcay Gulsen en Tweede Kamerleden als Kirsten van den Hul een bijeenkomst bij over hoe je zelfbeschikking en gelijkheid van binnenuit kunt bevorderen.

Lees meer over de bijeenkomst

Je hebt voor de serie je moeder en zussen geïnterviewd. Hoe kijk je daar nu op terug?

‘Ik vond het heel belangrijk dat als ik de serie zou maken, ik ook mijn moeder en zusjes zou interviewen. Vooral omdat we er zelf nooit meer over hadden gesproken. Ik dacht dat dat best wel vreemd was als je een lange periode te maken hebt gehad met zoveel geweld. Maar tijdens het maken van de serie kwam ik erachter dat het paste in het profiel van slachtoffers van huiselijk geweld: dat ze het willen vergeten en achter zich willen laten. Dat het te traumatisch is om er over te spreken. Ik ben wel heel erg blij dat we dat gesprek zijn aangegaan. Het was wel een moeilijke periode. Het haalde herinneringen op die we diep hadden weggestopt. Het viel me ook op dat we, terwijl we allemaal uit hetzelfde gezin komen, we allemaal een verschillende beleving hebben van wat er gebeurd is. Het heeft per persoon een andere impact gemaakt. We waren al heel close, maar ik heb het gevoel dat we elkaar nu nog beter begrijpen. Ik zag duidelijk aan mijn moeder dat ze het nog steeds niet verwerkt had. Naar aanleiding van het gesprek dat we voerden, is ze nu in EMDR-therapie gegaan.’

Gaat het goed met haar?

‘Ja, het gaat zeker goed met haar. Mijn moeder vond het confronterend maar ook wel weer een opluchting dat zij haar verhaal mocht doen. Maar ze merkt dat ze nog steeds met heel veel zit uit het verleden en daar iets mee moet doen. Ik ben blij dat ze de stap heeft genomen en in therapie is gegaan.’

Ik vind het belangrijk dat de omgeving oplet en niet veroordeelt

Je gaat ook in op de rol van de omstanders. Wat zouden zij kunnen doen?

‘Ik denk dat het echt heel belangrijk is dat je oplettend bent als je in je omgeving te maken hebt met huiselijk geweld. Dat je iemand een schouder geeft om op uit te kunnen huilen en in ieder geval het gevoel geeft: ‘ik ben er voor jou’. Slachtoffers van huiselijk geweld hebben te maken met schaamte. Dat komt ook vaak doordat de omgeving zich terugtrekt en een oordeel heeft over mensen die te maken hebben met huiselijk geweld. Ik vond het in de serie belangrijk om te bereiken dat mensen echt voor elkaar willen zorgen. Het kost voor mensen geen enkele moeite om te zeggen: "als ik iets voor je kan doen, laat het me weten". Je hoeft geen bemoeizuchtige buur te zijn die iedere week langs gaat of die op sensatieverhalen uit is. Wat ik als kind miste was iemand die vroeg: "Wat kan ik voor je doen?" of "Hoe gaat het nou met jou?" Die was er gewoon niet. Ik voelde mezelf veroordeeld en zeker niet geholpen. Dat versterkte het gevoel dat je alleen op de wereld bent. Als slachtoffer voelde je je al als dat kind uit dat asociale, niet-functionerende gezin. Je hebt al met zoveel dingen te maken die niet horen bij een kind zijn en vrolijk door het leven gaan. Vooral als er kinderen bij betrokken zijn, vind ik het belangrijk dat de omgeving oplet en niet veroordeelt maar bekijkt of ze iets kunnen doen om het gezin te helpen.’

‘Ik vond het echt heel pijnlijk om in gesprek te gaan met mijn oud-leraar. Die zei: “Natuurlijk wist ik wat er allemaal speelde, maar ik voelde het niet als mijn taak als professional om mij daarmee te bemoeien. Mijn taak was om te zorgen dat jij het goed deed op school.” Ik vind dat die dingen gewoon hand in hand met elkaar gaan. Als je als professional iets signaleert bij een kind of volwassene, moet je de verantwoordelijkheid voelen om een helpende hand te bieden. Ik merkte bij het maken van de serie dat iedereen in mijn omgeving wist dat ik te maken had met huiselijk geweld en dat het heel extreem was, maar dat niemand heeft ingegrepen. Dat vind ik nu als volwassene heel pijnlijk. Ik hoop van mezelf dat ik eerder zou opstaan en niet zou oordelen maar zou vragen en door zou vragen en zou zorgen dat er hulp wordt geboden.’

Was er contact met de Koerdisch-Turkse gemeenschap?

‘Mijn moeder komt uit een cultuur waarin je niet kon scheiden. Dat was een heel groot taboe. Je hebt gekozen voor die man, dus je blijft de rest van je leven bij hem, ook al heeft die man geestesziektes en is er drugs- en drankverslaving in het spel. Die sociale controle uit de Koerdisch-Turkse gemeenschap is zo heftig dat een slachtoffer heel lang een slachtoffer blijft, omdat het als normaal wordt beschouwd dat al die taferelen er zijn. Ik vond het wel bijzonder dat die omgeving die eigenlijk heel lief is voor elkaar, heel zorgzaam en gastvrij, elkaar toch ook dwingt om onnodig lang in ongezonde situaties te blijven leven. Dus ik denk dat ook daar iets doorbroken moet worden.’

Ga in gesprek met het slachttoffer

Wat had jouw leraar eigenlijk moeten doen?

‘Ik vroeg mijn leraar ook “wat zou je nu doen?” en daar was hij heel duidelijk in: "Nu zou ik ingrijpen. Nu zou ik instanties inschakelen.” Dat vind ik ook exact de plicht van een leraar. Als je ziet dat een kind in een ongezonde thuissituatie leeft, dan moet je acteren. Het inschakelen van Veilig Thuis zou ik iedere leraar willen aanraden. En in gesprek gaan met het slachtoffer. Dat is een moeilijk gesprek, maar ik denk dat het een slachtoffer uiteindelijk helpt om erover te kunnen praten.”

De Alliantie verandering van Binnenuit probeert de vrouwenemancipatie (inclusief de aanpak van geweld) en LHBT-acceptatie binnen migranten- en vluchtelingengemeenschappen te bevorderen. Wat vind je van de aanpak om via gespreksgroepen de mentaliteit van binnenuit ter veranderen?

‘Ik ben een enorm grote voorstander van de dialoog opzoeken; juist met gemeenschappen in gesprek te gaan en ze niet de les te lezen en te willen vertellen hoe ze moeten veranderen. De verandering in deze gemeenschappen gaat best langzaam, maar als je in zo’n groep op dezelfde hoogte kan staan en zo in gesprek kan gaan, dan bereik je het meest. Daar ben ik van overtuigd. Ik denk namelijk dat als je weet wat er achter een traditie zit, als je weet waarom er in een cultuur op een bepaalde manier naar vrouwen wordt gekeken, waar in ‘onze westerse ogen’ vrij extreme zaken gebeuren, dan kun je vanuit die kennis beter met ze in gesprek gaan. Dat werkt beter dan op een groep een label te plakken en ze te veroordelen en ze met een opgeheven vingertje te vertellen hoe ze het allemaal moeten doen. Het is altijd de beste methode dat je in gesprek blijft gaan en je uit begrip handelt en niet vanuit een oordeel.’

 

Langzaamaan zijn vrouwen steeds gelijkwaardiger in de Turkse gemeenschap

Zie je veranderingen in de Turkse gemeenschap?

‘Ik zie grote veranderingen in de Turkse gemeenschap plaatsvinden. De afgelopen 30 jaren zijn zij een stuk moderner en opener geworden. Het uithuwelijken op jonge leeftijd komt minder voor. Huiselijk geweld wordt nu wel degelijk veroordeeld binnen de gemeenschap. Men realiseert dat een eeuwig huwelijk niet meer bestaat. Men beseft dat men iemand zo niet meer levenslang kan straffen en dat mensen verantwoordelijk zijn voor hun eigen geluk. Mocht het nu in onze familie voorkomen dat een vrouw mishandeld wordt, dan staat de hele familie daartegen op. Langzaam maar zeker wordt dat gat gedicht en zijn vrouwen steeds gelijkwaardiger in die gemeenschap.

Wat ben je na de tv-serie met het onderwerp gaan doen?

‘Voor de serie heb ik PvdA Kamerlid Kirsten van der Hul geïnterviewd. Zij heeft zelf te maken gehad met huiselijk geweld. Ik heb een paar afspraken met haar gehad over hoe we het onderwerp verder op de kaart zouden kunnen zetten. Zij is nauw betrokken bij UN, een internationale organisatie voor vrouwenrechten, en daar heb ik me bij aangesloten. Ik ben een paar keer op werkbezoek geweest met Minister Hugo de Jonge, die al best grote stappen heeft gemaakt. Hij zei: “De serie heeft ook mijn ogen geopend. We hebben nieuwe meldpunten geïnstalleerd, zoals de apotheker, die zowel meldpunt als vertrouwenspersoon worden bij huiselijk geweld. Je kan daar nu met een codewoord melden dat je in een onveilige situatie leeft.” Ik vind dat allemaal hele mooie stappen, maar we zijn er nog lang niet. Ik zou het ook mooi vinden als we andere punten, bijvoorbeeld kapsalons, kunnen inzetten als meldpunten voor huiselijk geweld. Het is soms een drempel om naar Veilig Thuis te stappen, omdat je dan niet weet wat er gebeurt. Mensen in een dienstverlenende rol hebben vaak een vertrouwensband met hun klanten. Gek genoeg vertel je je kapper soms meer dan je huisarts. We kunnen die mensen een mooie rol geven, zodat ze indirect hulp kunnen verlenen.’

Maak beleid dat iedereen begrijpt

Wat wil je op 2 oktober de minister en de Kamerleden meegeven?

‘Ik denk dat het gesprek hierover geopend is en dat er een minder grote kloof is tussen de mensen en de overheid. Maar wat ik belangrijk vind is: maak beleid dat iedereen begrijpt. Ik zou het fijn vinden dat we een A4'tje maken waarop staat hoe we omgaan met mensen die te maken hebben met huiselijk geweld. Maar ook hoe we omgaan met bevolkingsgroepen die geen aansluiting vinden en tussen wal en schip dreigen te vallen. Hoe gaan we om met mensen die te maken hebben met verborgen geweld, die helemaal niet mee kunnen doen aan de maatschappij. Daar zou ik vanuit de overheid een duidelijke visie op willen horen. Die menselijke kant die mis ik nu wel. ’

Wat zou een gemeenschap nog meer kunnen doen bij huiselijk geweld?

‘Signaleer als het niet goed gaat met een gezin en maak het bespreekbaar. Stel open vragen en ga niet oordelen. Wees duidelijk dat als er iets is dat we kunnen helpen. Heel veel mensen zijn dan bang dat ze zich in iemands privésituatie mengen, want het gebeurt toch achter de voordeur. We vinden allemaal dat we ons daar dan niet mee mogen bemoeien, maar daar ben ik het absoluut niet mee eens. Je kunt in een gemeenschap zo’n grote rol spelen bij het redden van een gezin. Schroom daar niet voor, welke gemeenschap het ook is.’

Bekijk het hele interview:

 

Interview: Paul van Yperen. Video’s: Jaar & Dag Media. Met dank aan Daniëlle van Oostrum, Claire Blom en Hilde Bakker.