‘Om cliëntondersteuning te versterken moet iedereen dezelfde taal spreken’

Congres Cliëntondersteuning: samen op reis in de wereld van cliëntondersteuning 

Hoe werk je als organisatie samen met anderen om cliëntondersteuning (CO) te versterken? En hoe zorg je voor een betere vindbaarheid van cliëntondersteuning? Tijdens het Congres Cliëntondersteuning gaan we hierover in gesprek en bekijken we de huidige stand van zaken. ‘Cliëntondersteuning heeft een flinke boost gekregen door het koploperproject, maar we moeten ook naar de toekomst kijken.’ 

‘Waar staan we nu met het thema cliëntondersteuning en waar gaan we naartoe?’ vraagt dagvoorzitter Evert van Rest zich af. Jeroen Meijerink (VWS), Ronald Bellekom (VNG), Marjolein Schipper (Ieder(in)) en Bora Avrić (Movisie) delen hun visies.  

Meijerink vertelt: ‘We zijn in 2017 gestart met het koploperproject Cliëntondersteuning, om gemeenten daarmee uit te dagen hun lokale versterking in te zetten. Om cliëntondersteuning te versterken moet je een beweging in gang zetten. We hebben gezien dat we het stap voor stap aan moeten pakken, door telkens een partij toe te voegen en het beleid stapsgewijs verder te ontwikkelen. “Gewoon” is daarbij een gevaarlijk woord: de minister of Tweede Kamer stelt vaak voor om iets “gewoon” uit te zoeken, maar zo eenvoudig ligt het niet.'

Bellekom: ‘Wat we helder moeten hebben, is dat cliëntondersteuning geen duizenddingendoekje is waarmee alles opgelost kan worden. In eerste instantie moet de zorg goed ingericht zijn. Cliëntondersteuning heeft een flinke boost gekregen door het koploperproject. Maar we moeten ook verder kijken: hoe zetten we dit voort, hoe ziet de toekomst eruit? 

'Om cliëntondersteuning te versterken moet je een beweging in gang zetten'

Dezelfde taal spreken 

Wat is er nodig om die beweging voort te zetten? ‘We zien dat in een aantal gemeenten echt energie ontstond,’ merkt Schipper op. ‘Mensen vonden elkaar en gingen samen aan de slag.’ Avrić vertelt over zijn bevindingen tijdens de afgelopen jaren: ‘We hebben gemerkt dat samenwerking een lang proces is. Maar door vanaf het begin te investeren, kun je aan een gezamenlijke visie werken. Onderlinge afstemming en het spreken van dezelfde taal bleek daarin belangrijk. En je moet weten wat ieders belang is.’ Het koploperproject heeft de afgelopen vijf jaar veel kennis opgeleverd. Avrić: ‘De tot nu toe vergaarde kennis gaan we verzamelen en borgen, zowel lokaal als landelijk. Bijvoorbeeld door het organiseren van landelijke bijeenkomsten voor projectleiders, zodat zij elkaar kunnen ontmoeten en ervaringen kunnen uitwisselen.’ 

Congres in beeld

Fotograaf: Mladen Pikulic

panel gesprek
Sprekers in gesprek met Evert van Rest
Behind the scenes
De workshop vindt plaats
Plenair deel
Barbara Breedijk verzorgt de wrap-up
Barbara Breedijk aan het zingen
workshop
workshop
workshop

Waar ben je trots op?  

In het online publiek zitten verschillende betrokkenen bij het thema cliëntondersteuning en het koploperproject. Waar zijn zij trots op met betrekking tot dit thema? Samenwerking, vindbaarheid en onafhankelijkheid zijn veelvoorkomende antwoorden. Schipper reageert: ‘Het unieke aan de cliëntondersteuner is inderdaad het onafhankelijke karakter, dat is heel waardevol. De cliëntondersteuner heeft geen belang bij de uitkomst.’ Avrić: ‘In het koploperproject hebben we ingezet op ervaringsdeskundigheid, de inwoner staat centraal. Daar ben ik trots op!’ 

‘Niet verzanden in definities’ 

Wat zijn belangrijke geleerde lessen en uitdagingen op het gebied van cliëntondersteuning? Projectleider en cliëntondersteuner Saskia Bijlholt en casusregisseur Wmo Anouk Feenstra (gemeente Pekela) nemen ons mee in hun dagelijkse praktijk. ‘Elkaar vinden, kennen en vertrouwen, dat is ontzettend belangrijk,’ benadrukt Bijlholt. Feenstra bevestigt dit. ‘Je moet niet verzanden in definities, maar proberen als organisaties dezelfde taal te spreken. En het is belangrijk om als organisatie aanwezig en zichtbaar te zijn. Dat draagt bij aan de vindbaarheid.’ Wat kun je doen om de vindbaarheid van CO te vergroten? Het geven van voorlichting of een presentatie zijn veelvoorkomende antwoorden. Ook het inloopspreekuur en het versturen van brieven en ophangen van flyers worden veel genoemd.  

‘Elkaar vinden, kennen en vertrouwen is ontzettend belangrijk’ 

Waar gaat de reis naartoe?  

De vraag is waar de doorontwikkeling van cliëntondersteuning zich de komende jaren op zal moeten richten. De 200 deelnemers aan het congres zijn behoorlijk eensgezind, blijkt uit de rondvraag. Preventieve zorg wordt het vaakst genoemd. Feenstra vult aan: ‘Daarnaast is het ook belangrijk om te noemen dat CO om een blijvende investering vraagt. Het is niet iets wat om een eenmalige actie vraagt en dan weer afgerond is. En we hebben gezien dat het onafhankelijke karakter van de cliëntondersteuner echt van meerwaarde is.’  

Schipper droomt over cliëntondersteuning voor iedereen. ‘Over vijf jaar hebben we hopelijk het huidige aanbod behouden. En ik hoop dat er op plekken waar nu schaarste is, cliëntondersteuning in de toekomst wel op orde is. We blijven inzetten op vindbare en toegankelijke cliëntondersteuning voor iedereen.’ 

Cliëntondersteuning muzikaal samengevat 

Aan zangeres Barbara Breedijk de opdracht om het Congres Cliëntondersteuning muzikaal samen te vatten. Bekijk haar optreden in onderstaande video: 

Terugblik op 5 jaar Koploperproject Cliëntondersteuning

In de afgelopen vijf jaar hebben de deelnemende gemeenten onder leiding van projectleiders hard gewerkt met andere lokale partijen aan het versterken van cliëntondersteuning. Zij zijn aan de slag gegaan met het opstellen van doelstellingen, het organiseren van lokale bijeenkomsten, de ontwikkeling van een visie, het bij elkaar brengen van partijen en de regio inspireren. Wat is de grootste verandering die deelname aan het koploperproject heeft teweeggebracht? Wat zijn helpende en belemmerende factoren geweest? In dit document brengt Movisie de lokale impact van de koplopergemeenten in kaart, door de ogen van projectleiders.