'Om echt te kunnen verbinden, moet je uit je comfort zone stappen'

Pilot Veilige Wijken

Binnen het programma Regenboogsteden loopt in 2022 de pilot Veilige Wijken. Deze pilot heeft als doel om de veiligheid van lhbti+ personen in specifieke wijken te verbeteren. Hiervoor implementeren twee partijen, Dona Daria en Stichting Alle Kleuren, hun bestaande interventie in deelnemende Regenbooggemeenten. Hoe verloopt de samenwerking tussen deze organisaties en Regenbooggemeenten? En wat valt op tijdens het verloop van de pilot? In dit artikel spreken we Jaika Koot en Sebas Kes van Alle Kleuren Oost, en Sharon Axwijk van Bureau Gelijke Behandeling Flevoland over de interventie ‘Alle Kleuren’.

Alle Kleuren 

Alle Kleuren is een bewonersinitiatief in de Indische Buurt in Amsterdam. Begin 2013 bedacht buurtbewoner Marten Bos dat de aanwezigen bij de dodenherdenking op het Ceramplein meer een afspiegeling van de buurt zou moeten zijn. Aan de hand daarvan heeft hij diverse actieve buurtbewoners verzameld om samen werk te maken van een betere en meer representatieve dodenherdenking. De samenwerking voor een inclusieve herdenking is goed bevallen, waarna de bewoners besloten om vaker hun krachten te bundelen. Hier is Alle Kleuren Oost uiteindelijk uit ontstaan. Deze groep actieve buurtbewoners streven in het Amsterdamse stadsdeel Oost naar een samenleving waarbij alle bewoners zich met elkaar verbonden voelen en gerepresenteerd zijn in de buurt. Alle Kleuren zet zich in voor verschillende thema's in relatie tot diversiteit, verbinding en inclusie in de wijk. Dit doen ze door middel van viering, herdenking, dialoog en participatie. Het doel van de organisatie is verbinding tussen alle bewoners van de buurt te creëren en te stimuleren.  

Jaika en Sebas, leden van het kernteam van Alle Kleuren Oost, zijn voor de pilot in vier Regenbooggemeenten aan de slag gegaan met hun interventie. Dit zijn de gemeenten Lelystad, Almere en Groningen, en stadsdeel Amsterdam-West. Bij deze interventie is de bestaande aanpak van Alle Kleuren het uitgangspunt, waar Jaika en Sebas in dit interview meer over vertellen. In elke deelnemende gemeente wordt vervolgens samen met lokale sleutelfiguren, veelal bewoners uit de wijk, en organisaties gekeken hoe de interventie kan aansluiten bij hun gemeente.  

Alle Kleuren Oost 

Wij interviewden Jaika Koot en Sebas Kes over Alle Kleuren, en hun ervaringen met de pilot Veilige Wijken. 

Jaika: ‘Alle Kleuren is echt een gedachtegoed: als jij omarmt dat jij diversiteit en inclusie in de wijk ziet als iets dat verbindt en als iets om te vieren, dan ben je welkom.’ 

Sebas: ‘Er is een grotere schil om het kernteam heen van mensen en organisaties die betrokken zijn op hun eigen manier. Naast de 4 mei-herdenking zijn Alle Kleuren en samenwerkende partijen ook betrokken bij de 5 mei-viering, dan organiseren we vaak een ontbijt in samenwerking met de lokale bibliotheek. Ook hebben we bijeenkomsten georganiseerd rond bijvoorbeeld Keti Koti, de Tula-herdenking, de Dag van de Empathie, en Iftar met een roze randje. We proberen verschillende mensen te bereiken met verschillende thema’s, en we zien dat bewoners ook vaak anderen meenemen naar de bijeenkomsten. Sommigen daarvan gaan dan zelf weer dingen organiseren in de buurt.’ 

Hoe verhoudt jullie gedachtegoed zich tot ‘veiligheid in de wijk’? 

Jaika: ‘We zien veiligheid als een basiswaarde – je wilt bijdragen aan een veilige wijk en omgeving voor iedereen. De pilot richt zich specifiek op lhbti+ personen, en vanuit Alle Kleuren zeggen we een veilige gemeenschap te creëren. Om dit doel te behalen, moet iedereen in de gemeenschap zich veilig voelen. We behalen het doel van een veilige wijk dus pas wanneer dat gevoel van veiligheid ook geldt voor lhbti+ personen. We willen echt wegblijven uit de polarisatie, en zeggen dat we heel bewust staan voor antidiscriminatie vanuit alle hoeken. Door juist iedereen te betrekken zorg je dat het veilig is.’  

Sebas: ‘Een evenement als Pride Oost, waarmee we de diversiteit van de buurt vieren, is echt een buurtfeest. Het mooie van zo'n evenement is dat mensen die elkaar normaal gesproken niet zo snel zouden ontmoeten met elkaar in gesprek raken.’ 

Jaika: ‘Het uitgaan van talenten is een belangrijke pijler voor de inclusie die nodig is voor een veilige wijk. Wat je helaas vaak hoort bij diversiteitsprojecten is dat mensen zeggen: afgevinkt, we hebben iemand van kleur, van de lhbti+ gemeenschap, et cetera. Dan ontbreekt die oprechte intentie, en dat is zonde. Je wilt mensen labeloverstijgend aanspreken op hun talenten. Het brede netwerk van bewoners en organisaties die we over de jaren hebben opgebouwd zit bomvol met talenten! Zo betrek je iedereen bij het creëren van een veilige wijk.’ 

Wat zijn jullie ervaringen met de pilot tot nu toe? 

Jaika: ‘Sowieso is het supertof dat er na al die jaren vrijwilligerswerk nu een organisatie is die dit gedachtegoed op een professionele manier oppakt.  In die zin was het wel een uitdaging om onze aanpak en gedachtegoed te delen, omdat we niet al een hele methodiek op papier hadden staan – er was geen stappenplan om Alle Kleuren ergens anders te starten. Alle Kleuren is heel erg voortgekomen uit netwerken en intrinsieke motivatie van buurtbewoners en alle partijen die erbij betrokken zijn over de afgelopen 9 jaar, en om dat in andere gemeenten te starten is een hele leuke uitdaging.’ 

Sebas: ‘We merken dat we in de pilot flexibel moeten zijn. In de drie gemeenten en in het stadsdeel Amsterdam-West is geen situatie hetzelfde. Daarom moet de sociale kaart in de wijk duidelijk zijn: wie zijn de sleutelfiguren in de wijk en welke organisaties kunnen aanhaken? Vervolgens moeten de juiste personen en organisaties ook samenkomen. Er zijn veel mensen op mee te schakelen, wat veel tijd kost.  

'Elke stad heeft een ander tempo. De aanpak van Alle Kleuren toepassen op een nieuwe plek vergt daarom maatwerk.'

Dat is ook wel wat we nu in de gemeente uitdragen: je kunt wel rechtstreeks van A naar B willen, maar je komt er waarschijnlijk in een U-vorm. Je moet tijd investeren, mensen vinden, en soms omgaan met moeilijkheden, om daarna weer op te krabbelen. Elke stad heeft zoals eerder gezegd een ander tempo, en daarmee ook een andere basis waaruit wij kunnen starten. We kunnen en willen niet zomaar overnemen wat we in Amsterdam Oost hebben gedaan, dat vereist echt maatwerk. In brainstormsessies gaat het daar nu heel erg over: wat denken jullie dat voor deze buurt gaat werken? De bewoner staat bij ons centraal. Het is daarom belangrijk dat zij zelf meedenken en vanuit intrinsieke motivatie meedoen, om hun eigen wijk te verbeteren.’ 

Jaika: ‘Ik zou graag zien dat bij alles wat georganiseerd wordt vanuit het gedachtegoed van Alle Kleuren er echt wordt gekeken naar de kernwaarden: eigenaarschap creëren, de oprechte diversiteit betrekken, en mensen bij elkaar laten komen die anders misschien niet zo snel met elkaar in aanraking zouden komen. Mensen vinden het soms spannend om dit te organiseren omdat ze niet denken dat ze verschillende groepen bij elkaar kunnen krijgen. Bij Alle Kleuren kijken we niet naar de verschillen tussen bewoners, maar zoeken we juist de overeenkomsten. Wees daar flexibel en creatief in!’ 

artikelenreeks veilige wijken alle kleuren oost

'Verbinden klinkt heel makkelijk, maar om echt te kunnen verbinden moet je in staat zijn om uit je eigen comfort zone te willen en durven stappen.' 

Alle Kleuren: Almere 

Eén van de gemeenten die hebben gekozen voor de interventie Alle Kleuren is de gemeente Almere. De interventie is hier, onder leiding van Bureau Gelijke Behandeling Flevoland (BGBF), dit jaar van start gegaan. Sharon Axwijk, interim Kwartiermaker bij BGBF, vertelt over haar ervaringen met de pilot tot zover. 

Sharon: ‘Mijn hele leven doe ik al vrijwilligerswerk – ik ben altijd iemand geweest die gelooft in het verbinden van mensen. Verbinden klinkt heel makkelijk, maar om echt te kunnen verbinden moet je in staat zijn om uit je eigen comfort zone te willen en durven stappen. Om je open te stellen voor andere perspectieven en meningen moet je je veilig voelen, dan pas is verbinding mogelijk.’  

Hoe is de pilot bij jullie opgezet? 

Sharon: ‘We hebben voor de interventie van Alle Kleuren gekozen omdat wij daar al mee bezig waren in Almere: het werken met inwoners (sleutelfiguren) om samen met hen bijeenkomsten op te zetten gericht op diversiteit, verbindingen en gelijke kansen. Onderdeel van deze opzet is een vierentwintig uurs-programma waarbij de sleutelfiguren worden getraind in het opzetten en begeleiden van taboedoorbrekende onderwerpen. De training is opgezet vanuit het perspectief: we komen niet alleen wat halen, maar ook wat brengen. Veel inwoners willen wel, maar weten niet hoe of waar te beginnen. Daar kunnen we elkaar bij helpen. De methodiek van Alle Kleuren sluit goed aan op de intrinsieke motivatie van bewoners. Door deze methodiek samen te brengen met de training waar we in Almere al mee bezig waren, zal het elkaar versterken. Als overkoepelende naam hebben we gekozen voor ‘Almere verbindt’. Het mooiste is dat verschillende mensen bij elkaar komen en uiteindelijk iedereen weggaat met hetzelfde idee, dat we allemaal fijn willen wonen in onze buurt. Daar moeten we de sleutelfiguren goed bij begeleiden en helpen, want het is best wat naast je leven. We hopen dat de pilot slaagt, en vervolgens blijft terugkomen. 

De groep sleutelfiguren die we nu hebben verzameld is niet groot, maar zit vol motivatie. Ze hebben genoeg van de verdeling in hun wijk: waarom kunnen we niet gewoon aardig zijn voor elkaar?  We proberen deze bewoners zo goed mogelijk te faciliteren in hun werk om meer verbinding in de wijk te creëren. Door innovatiever en doelgerichter te werken aan initiatieven die de veiligheid in de wijk vergroten, verscherpen wij onze projecten, zo ook bij Veilige Wijken. Ik vind het echt een positieve ontwikkeling dat ik als kwartiermaker in mijn contact met welzijnsorganisaties en andere maatschappelijke organisaties in gesprek ben geraakt met veel verschillende professionals. Daar zaten echte ‘aha’-momenten tussen. Door met elkaar in gesprek te gaan over discriminatie komen er ook weer andere dingen op gang. Mensen kijken wel graag eerst de kat uit de boom, dus als deze pilot een succes wordt activeert dat anderen ook weer.’ 

Wat is voor jou nodig om deze pilot een succes te laten worden in Almere? 

Sharon: ‘De gemeente heeft hier een grote rol in. Ik schakel direct met de senior beleidsadviseur, of soms de wethouder, en dat is nodig bij dit onderwerp. Het contact met de gemeente moet laagdrempelig zijn, zeker bij complexe onderwerpen als veilige wijken of inclusie en diversiteit. Je kunt als gemeente niemand dwingen om in actie te komen voor deze zaak, en dat moet je ook niet willen, maar als gemeente kun je initiatieven extra kracht bijzetten door te zien wat nodig is en door de juiste experts te laten adviseren. De gemeente kan dus zicht houden en (financieel) ondersteuning bieden aan bewonersinitiatieven. Samenwerking tussen maatschappelijke organisaties is ook cruciaal – niet naast elkaar, maar met elkaar, met een gezamenlijk doel. Je hoeft echt niet te wachten tot er in het kabinet iets wordt besloten om hier wat mee te doen. Op het Congres Regenboogsteden kwam er in een aantal filmpjes naar voren dat inwoners soms geen idee hebben dat hun gemeente een Regenboogstad is, en wat dat inhoudt. Hoe borgen de gemeente en de (lhbti+) samenwerkingspartners het doel van ‘Regenboogstad’? Is een regenboogzebrapad, vlag of bankje voldoende en zijn we dan klaar?  

We moeten ook goed zijn voor onze bewoners: vrijwilligerswerk is niet meer vanzelfsprekend. Hun vrije tijd is zowel schaars als waardevol. Als ze zich dan inzetten voor de maatschappij, is het belangrijk hier erkenning en waardering aan te geven.  We verwachten veel van ze, en vervolgens krijgen ze nul erkenning. Dat kan echt beter. 

Sommige mensen vinden dat een bepaald aantal mensen mee moeten doen om iets een succes te noemen, maar een pilot als deze vraag om kwaliteit boven kwantiteit. We hebben met een gevoelig onderwerp te maken, en soms ook met een sensitieve doelgroep. Ook het lage vertrouwen in de politiek werkt je tegen als je met bewoners wil samenwerken – dat vertrouwen moet je terugkrijgen voor een goede samenwerking, en dat kost ook tijd. De onafhankelijke positie van het BGBF is daar dan wel een voordeel. En ook al komt er ergens maar één persoon, als die de volgende keer iemand meeneemt enzovoorts, dan bereik je ook heel wat. Ik ga ervoor knokken dat deze pilot een succes wordt. Als het eerste schaap over de dam is, dan volgen er meer!’