‘Om eenzaamheid te verminderen moet je de uniekheid van de mens voor ogen houden’

Interventies om eenzaamheid onder ouderen met een migratieachtergrond te verminderen

Eenzaamheid onder ouderen met een migratieachtergrond komt veel voor, maar blijft vaak onzichtbaar. Wat ligt hieraan ten grondslag? En wat werkt in het voorkomen en verminderen van eenzaamheid bij deze ouderen? Tijdens de leerbijeenkomst van Movisie op 29 november 2022 delen we, samen met onderzoeker Tineke Fokkema en interventies Sociaal Vitaal in Kleur en Gouden Mannen, meer over de oorzaken en werkzame elementen.

Waarom is aandacht voor dit thema zo belangrijk? Niet in de laatste plaats omdat eenzaamheid onder ouderen met een migratieachtergrond vaker voorkomt dan bij ouderen zonder migratieachtergrond. En door de vergrijzing neemt het totale aantal ouderen de komende jaren toe. De gevolgen zijn bekend en langdurig: eenzaamheid heeft een negatieve invloed op de gezondheid en welbevinden van de mens, zowel fysiek als mentaal.  

Risicofactoren 

Uit de literatuur zijn een aantal risicofactoren te onderscheiden die de kans op eenzaamheid onder migrantenouderen verhogen. Onder andere de fysieke afstand tot dierbaren, de hoge verwachtingen van de betrokkenheid van hun kinderen (die niet altijd waargemaakt kunnen worden) en het hebben van een homogeen netwerk vergroten deze kans. Daarnaast spelen ook discriminatie, uitsluiting en de taalbarrière een rol. 

'Een interventie moet wel aansluiten bij de oorzaken van de ervaren eenzaamheid'

Associaties met eenzaamheid 

Onderzoek van Movisie wijst uit dat de geïnterviewde ouderen hun associaties met eenzaamheid opdelen in twee categorieën. De eerste is het ‘alleen zijn’: het gemis van mensen om je heen, geen contacten hebben om even op te bellen of bij langs te gaan. De tweede is het ‘alleen voelen’: door in een nieuw land te gaan wonen, ken je weinig mensen. Daardoor duurt het lang om een netwerk op te bouwen en een plekje in de maatschappij te vinden. Ook wordt ‘het verschil tussen man en vrouw’ benoemd: volgens meerdere ouderen praten vrouwen makkelijker over hun gevoelens dan mannen. ‘Dat zit in onze cultuur.’ 

Aansluiten bij oorzaak 

Wat helpt om eenzaamheid te verminderen? Het organiseren van een sociale ontmoetingsplek zal niet voor iedereen effectief zijn om eenzaamheid te verminderen, vertelt Tineke Fokkema, onderzoeker bij NIDI-KNAW. ‘Een interventie moet wel aansluiten bij de oorzaak van de ervaren eenzaamheid. Een voorbeeld: wanneer eenzaamheid ontstaat door het gemis van familie in het buitenland, kun je de interventie beter richten op het accepteren van deze heimwee gevoelens. Of wanneer er sprake is van een gebrek aan sociale vaardigheden: ga daar eerst mee aan de slag. Daarna is het deelnemen aan een sociale ontmoetingsplek pas passend voor deze persoon.’ 

Wat te doen 

Ook aan ouderen zelf stelden we de vraag hoe eenzaamheid verminderd zou kunnen worden. Ten eerste kunnen ouderen geholpen worden met het ontmoeten van nieuwe mensen en het opbouwen van een netwerk, door ontmoetingsplekken te organiseren en activiteiten te organiseren die aansluiten bij de interesses van de ouderen. Ten tweede is het van belang om te werken aan de taalvaardigheid. Ten derde kunnen ouderen terughoudend zijn in het aansluiten bij activiteiten. Daarom is het belangrijk om hen actief te vragen om deel te nemen. 

'Door Gouden Mannen lééf ik weer'

Focus op beweging 

De interventie Sociaal Vitaal in Kleur is een zogenoemd ‘camouflage-aanbod’. Dit betekent dat de interventie niet in eerste instantie gericht is op het verminderen van eenzaamheid, maar door het activiteitenaanbod wel aan vermindering bijdraagt. Door met elkaar te bewegen komen ouderen met elkaar in contact en ontstaan er nieuwe sociale relaties. Shirley Ramdas (NOOM) vertelt: ‘Met Sociaal Vitaal in Kleur richten we ons op ouderen van dezelfde etniciteit. Samen met een vrijwilliger, ook van dezelfde etniciteit, komen we wekelijks een uurtje bijeen om te bewegen en daarna een kop koffie te drinken. We starten in de groep met een fitheidstest, waarbij ook gevraagd wordt naar het sociale netwerk en andere levensomstandigheden. Na een jaar stellen we weer dezelfde vragen, om te monitoren hoe het nu met de deelnemer gaat.’  

Lees meer over de interventie Sociaal Vitaal in Kleur

Weer het huis uit 

Erik Bout is betrokken bij het programma Gouden Mannen, waarin mannen van 55-plus met een migratieachtergrond 60 weken aan de slag gaan met hun eigen ontwikkeling. ‘Er bestond nog geen project specifiek gericht op deze doelgroep, daarin zijn we uniek. Het programma is onderverdeeld in 3 fases van 20 weken. In de eerste fase staat ‘Ik’ centraal. In 4 uur per week werken we aan vaardigheden als lezen, computeren, beweging en assertiviteit. Daarna start de ‘Wij’-fase, die draait om sociale vaardigheden, het opbouwen van relaties en jezelf presenteren. In de laatste fase, ‘Ik & de wereld’, worden persoonlijke verhalen gedeeld om elkaar nog beter te leren kennen. 

Lees meer over de interventie Gouden Mannen

Mustafa, deelnemer aan Gouden Mannen, vertelt: ‘Na mijn echtscheiding belandde ik in een dal. Door mee te doen aan Gouden Mannen had ik elke dag wel weer iets te doen, kwam ik mijn huis weer uit en leerde ik nieuwe mensen kennen. Door dit programma lééf ik weer.’ 

Tips uit de praktijk  

  • Shirley Ramdas (NOOM) over het bereiken van ouderen met een migratieachtergrond: ‘Sluit aan bij bestaande groepen.’ 
  • Erik Bout (Gouden Mannen) over eenzaamheid in kaart brengen: ‘We meten na elke fase van ons programma hoe het met de deelnemer gaat, door middel van een vragenlijst.’  
  • Shirley Ramdas (NOOM) over betrokken vrijwilligers: ‘Zorg ervoor dat vrijwilligers weten hoe ze het gesprek aan moeten gaan over eenzaamheid en dit bespreekbaar durven maken.’ 
  • Mustafa (deelnemer Gouden Mannen): ‘Ik werd doorverwezen naar de Gouden Mannen, dus zorg ervoor dat jouw programma bekend is bij mensen die eventueel iemand door kunnen verwijzen.’ 
  • Rosita (deelnemer Sociaal Vitaal in Kleur): ‘Laat mensen meedoen op de manier zoals ze zelf willen. Bijvoorbeeld door hen de mogelijkheid te bieden om zittend aan de beweegles mee te doen.’