Omzien naar Rotterdammers in tijden van corona

Aanpassing werkwijze Humanitas in coronatijd: wat kun jij daarvan leren?

Penny Nugteren is één van de drie projectleiders van het team van Humanitas Welzijn in Feijenoord en richt zich in niet-corona tijden op de Huizen van de Wijk in Rotterdam Feijenoord. Dit zijn centrale plekken van ontmoeting, meedoen, ontwikkelen en ondersteunen voor bewoners, sociaal ondernemers, professionals en wijkpartijen. Nu de Huizen van de Wijk tijdelijk gesloten zijn, is Penny’s aandacht verschoven naar hoe met goede communicatie contact gehouden wordt met de wijk. Haar collega Bart van Bokhoven werkt als wijkadviseur in de wijk Vreewijk, één van de wijken in Feijenoord. Movisie-expert Esther Schrijver interviewde hen over hoe zij hun werkwijze hebben aangepast in coronatijd.

Kunnen jullie iets vertellen over hoe jullie omgaan met de coronacrisis?

Penny: We werken met een wijkgerichte aanpak en merken dat we nu snel kunnen schakelen met de partners die er in de wijk toe doen, omdat we al goede contacten met hen hadden.

Bart: Er zijn veel kleine organisaties in de wijk, bewonersorganisaties en sleutelfiguren, de gemeente, de wijkagenten, allemaal losstaande organisaties. Wij hebben de regie gepakt. Alle spelers in mijn wijk, waar ik normaal gesproken ook mee samenwerk, heb ik met elkaar verbonden. Ik heb in de eerste week dat we allemaal thuis bleven een groepschat aangemaakt en we werken nu met Speakapp.

Penny: Om goed contact met elkaar te blijven onderhouden na aanvang van de coronacrisis, hadden we een soort platform nodig met de wijkpartners. Whatsapp voldoet dan al snel niet meer. Daarom hebben we speciaal hiervoor een online platform, Speakapp, ingericht dat het midden houdt tussen Whatsapp en Facebook. Dat werkt in Vreewijk heel goed.

Het sociaal domein in actie op wijkniveau

Bart: Op het platform zet ik hulpvragen uit en die hulpvragen worden dan opgepakt door vrijwilligers in mijn netwerk. De ene keer is dat een buurtbewoonster die een sleutelfiguur is, een andere keer is dat iemand van het Trefpunt, een kleine organisatie in de wijk die werkt aan het verhogen van zelfredzaamheid. Daarnaast kijkt een ouderenconsulent van het wijkteam met me mee in de lijst. Op het moment dat er zorgen zijn, zeg ik: ‘Wil je even met mij mee kijken?’ De consulent neemt dan contact op en zegt: ‘Deze cliënt zit in mijn caseload, ik ga hier achteraan’.

Plusclub

Hoe komen hulpvragen bij jullie terecht?

Penny: Ik trek het nu even wat breder dan Vreewijk. We hebben twee grote communicatieacties richting bewoners uitgevoerd. De eerste was al heel snel eigenlijk, rond 15 maart. Toen hebben we een brief gestuurd naar ongeveer 7.000 75-plussers die wij kenden in Feijenoord. In de brief stond: ‘Corona maakt dat we binnen moeten blijven. Misschien kunt u nu niet meer naar buiten om boodschappen te doen, misschien heeft u vragen of kan uw hond niet meer worden uitgelaten.’ In de brief stond het telefoonnummer van een hulplijn waar mensen naartoe kunnen bellen met hun hulpvragen.

Toen de crisis wat langer duurde, dachten we: Nu krijgen niet alleen oudere mensen maar ook heel veel andere mensen problemen. Toen hebben we een brief uitgedaan naar 33.000 adressen in het hele gebied van Feijenoord. We vonden het heel belangrijk om iedereen te bereiken. Dat leverde een grote hoeveelheid hulpvragen op. Maar het werkte twee kanten op. De hulpvragen zijn gestegen, maar het was eigenlijk een dubbele oproep. We hebben ook mensen gevraagd om zich te melden als vrijwilliger, en dat heeft inmiddels geleid tot 200 extra vrijwilligers. De tweede keer hebben we de vraag breder ingestoken. We wilden ons ook richten op jongere doelgroepen en gezinnen die op elkaars lip zitten en daardoor wellicht ruzie krijgen met elkaar. We dachten: Wanneer zijn mensen geneigd om hulp te vragen? Wellicht wanneer zo’n bericht komt via een organisatie die ze kennen. Daarover gaat precies de samenwerking in de wijken die we zo belangrijk vinden.

Wat in het gebied van Feijenoord ook belangrijk is, is dat er veel mensen werken die de taal iets minder machtig zijn. Of dat de culturele achtergrond van mensen meespeelt. Via onze wijkpartners hebben we bijvoorbeeld gehoord dat het in bepaalde gemeenschappen niet de bedoeling is dat je hulp inroept van een organisatie. Je moet een vertaalslag maken naar hoe je kunt zorgen dat mensen wel hulp willen ontvangen. Daarin proberen we zo veel mogelijk samen te werken met de mensen die veel dichterbij de doelgroepen staan. De imam van de moskee zit bijvoorbeeld in de whatsappgroep en hij kan de informatie weer verspreiden onder zijn eigen achterban. Hij kan ook zeggen: ‘Het is prima als jullie dit hulpnummer bellen, ik sta erachter.’ Dan heeft het hulpaanbod veel meer waarde voor deze bewoners.

Welke kansen zien jullie ontstaan?

Bart: Ons werk is nu niet anders dan wat we normaal al doen, al zitten we wel in een snelkookpan. We hebben ons gewoon aangepast. Waar normaal gesproken een samenwerking soms wat stroef kan zijn, is dat nu allemaal weg. Iedereen gaat voor hetzelfde doel. Het heeft ook weer positieve dingen. De verbinding, dat je met alle neuzen dezelfde kant op staat, dat je heel goed dingen voor elkaar kunt betekenen. Dat is wel heel mooi. We weten elkaar nu makkelijk te vinden.

Hoe ziet jullie aanpak voor de komende tijd eruit?

Penny: We hanteren nu drie lijnen: informeren, troost bieden en entertainment. De eerste lijn is: we moeten mensen informeren. Aan het begin wilden we mensen laten weten dat de Huizen van de Wijk gesloten zijn. Nu gaat het veel meer over informeren over vragen uit het dagelijks leven. We krijgen steeds meer vragen die gaan over financiën en financiële problemen. Voor de coronacrisis werkten we met ‘infopleinen’ en die term hebben we aangehouden. Er is nog steeds een mini-infoplein via de hulplijn.  Twee collega’s van Humanitas beantwoorden zo goed mogelijk alle vragen die er zijn rondom financiën, schulden, uitkeringen of belastingen. Als zij de vragen zelf niet kunnen beantwoorden, brengen de collega’s hulpvragers in contact met mensen die hen verder kunnen helpen. En als mensen toch langs willen komen met formulieren waar naar gekeken moet worden, kunnen ze ook face-to-face langsgaan bij collega’s van Humanitas. We werken samen met de Vraagwijzer van de gemeente Rotterdam. Daar zitten twee collega’s aan een tafel met een plastic scherm ertussen. Die ‘offline’ infopleinen zijn momenteel bomvol. Waarschijnlijk moeten we binnenkort opschalen. De financiële hulpvragen stijgen echt.

Plusclub

De tweede lijn is troost bieden. Afgelopen Pasen hebben vrijwilligers bij 125 mensen bijvoorbeeld een bloemetje langsgebracht. Het gaat om ontmoeten en om het voorkomen van eenzaamheid onder ouderen. Vrijwilligers van de Plus-club, een club voor ouderen die buurtbewoners willen ontmoeten, hadden het initiatief genomen om alle deelnemers een hart onder de riem te steken en hebben plantjes rondgebracht. Wij geven initiatieven altijd een zetje, maar vinden wel dat het iets van de wijk zelf moet zijn en blijven.

De laatste lijn noemen we entertainen. Dan moet je denken aan een online filmpje over hoe je in beweging kunt blijven. Dat doen we voor allerlei doelgroepen. Iedere doelgroep heeft zijn eigen behoeften. Het is belangrijk om daarop aan te sluiten. We pakken dit op met de organisaties die de doelgroepen ook goed kennen.

Wat zijn uitdagingen voor de komende tijd?

Bart: De vraag is natuurlijk hoe lang deze crisis gaat duren. Als iemand heeft gebeld met een hulpvraag en we iemand gaan helpen, is diegene niet ineens behoeftevrij. De lijst groeit en we moeten gaan zien hoe dat zich ontwikkelt. Er is nog rek. Steeds meer vrijwilligers melden zich aan. We kunnen het nog aan. Maar je weet natuurlijk niet of mensen gaan uitvallen of ziek worden.

Een andere uitdaging is hoe je het veilig houdt voor je vrijwilligers. Je wilt hen natuurlijk niet te veel de deur uitsturen en je wilt voorkomen dat ze te veel contact hebben met mensen. Ze kunnen het aangeven als iets mogelijk niet helemaal veilig is en dan denken wij mee over een veilige oplossing. We hebben eigenlijk ook mondkapjes en handschoenen nodig. Die hebben wij momenteel nog niet binnen maar de vraag staat uit.

Wat zouden anderen van jullie aanpak kunnen leren?

Penny: In het DNA van Humanitas zit dat we altijd op zoek gaan naar wat mensen wél kunnen. Zo pakken we dit ook aan. We proberen te zorgen dat wat we aanbieden, zo goed mogelijk aansluit bij de vraag die mensen hebben. We zien best veel hulpacties ontstaan die niet goed aansluiten bij de vraag. Het is belangrijk dat je eerst de vraag ophaalt en goed in kaart brengt waar mensen precies mee zitten. Als mensen behoefte hebben aan een boodschapje, en je komt aanzetten met een heel hulppakket waar iemand niet op zit te wachten, dan schiet het zijn doel voorbij.

We proberen dit te bereiken door zo goed mogelijk samen te werken met de mensen die geworteld zijn in de wijk. Dat is eigenlijk de basis. Daar durf je je vraag als bewoner aan te stellen. Dat zou ik iedereen mee willen geven. Niet alleen voor nu, maar ook als de coronacrisis voorbij is.

Movisie-expert Els Hofman over de aanpak van Humanitas

Dit is een prachtig voorbeeld van het recept in de snelkookpan van Humanitas en haar partners. Er komen allerlei elementen samen die horen bij het bereiken van de bewoners en het bieden van goede zorg en ondersteuning. De werkzame elementen: Aanpakken en regie nemen als het nodig is, de bundeling van kennis, ervaring, professionaliteit en visie. Ondernemend zijn. Dicht bij de bewoner staan, maar de bewoner ook stimuleren een bijdrage te leveren.

De mooiste elementen zijn de persoonlijke benadering van alle bewoners: zo sluit je niemand buiten! Inleven in de bewoners en hun vragen; hoe sluit ik het beste aan? Vertrouwen komt naar boven als zeer belangrijk element. Wie heeft de beste toegang tot welke bewoners? En partners laten meedoen; wie kan wat het beste? Het is heel goed dat Humanitas focus aanbrengt: informeren, troost en hulp en entertainment. Ze bewegen mee  met ontwikkelingen en kunnen daardoor flexibel zijn in wat ze doen.

Voor mij verdient het recept in deze snelkookpan absoluut een ster! Deze aandacht aan je bewoners laat zien hoe belangrijk ook welzijn en informele zorg op wijkniveau zijn in deze tijden.  
 

Coronadosssier

Dit artikel is onderdeel van een dossier waarin wij kennis verzamelen over het coronavirus. Heb jij een vraag die Movisie kan beantwoorden? Tips of noemenswaardige initiatieven? Stuur dan een e-mail naar Hans Alderliesten, h.alderliesten@movisie.nl.

Naar het dossier